Eigentijdse oplossing nieuw deel Zuiderdijk
14 oktober 2009
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben besloten dat de twee
dijksecties van de Zuiderdijk bekleed worden met basalton.
Dit betekent dat de noordse stenen op die plek niet terug zullen
keren. Reden voor dit besluit zijn de hoge kosten van 3 miljoen euro
voor het terugplaatsen. Daarnaast gaat het om nieuwe stukken dijk, die
vragen om eigentijdse oplossingen.
Circa 13,7 kilometer van de in totaal 22 kilometer lange Westfriese
Omringdijk wordt versterkt. Het betreft het stuk dijk tussen Enkhuizen
en Hoorn. Op drie plaatsen moet de dijk naar buiten worden verlegd. De
as en ook de kruin van de dijk wordt 10 tot 20 meter verplaatst in de
richting van het Markermeer. Door deze verplaatsing ontstaat een nieuw
stuk dijk. Dit deel kan niet worden aangemerkt als monument.
Het terugplaatsen van de noordse stenen kost ongeveer 3 miljoen euro.
De provincie heeft hiervoor geen extra financiering gevonden. Wel is
er onderzoek gedaan naar andere betaalbare oplossingen, door middel
van een ontwerpopgave. Voorwaarde is dat wordt voldaan aan de gestelde
veiligheidsnormen en dat het ontwerp bijdraagt aan het
cultuurhistorische karakter van de dijk.
Uitkomst van deze opgave is dat de goedkopere en eigentijdse
dijkbekleding van basalton met noordse stenen als golfbreker een
cultuurhistorisch verantwoorde en betaalbare oplossing is. Een
eventueel aan te brengen grijze splitlaag op het basalton zorgt voor
een betere ecologische- en landschappelijke inpassing. Doordat er in
het voorjaar, zomer en najaar kruiden groeien tussen de dijkbekleding
van zowel noordse steen als basalton is er gedurende een groot deel
van het jaar nauwelijks verschil zichtbaar.
Geschiedenis van de dijk
De Westfriese Omringdijk was al in de 13de eeuw een aaneengesloten
ring die het land beschermde tegen het water. De dijk heeft
verschillende vormen gehad. De dijken werden opgebouwd uit klei,
waartegen wier werd gestapeld. Het wier werd bij elkaar gehouden door
palen. In de loop van de 17e-18e eeuw kwam er een einde aan de
wiergroei. Ook kwam de paalworm in de palen, waardoor de waterkering
niet meer voldeed. Men is toen overgegaan op het storten van puin
tegen de dijk waartegen noordse stenen werden gelegd. Deze stenen
waren onder meer afkomstig van de hunebedden uit Drenthe. Later heeft
men de stenen uit Denemarken, Noord-Duitsland en Noorwegen aangevoerd.
Tot aan de 20ste eeuw is aan de omringdijk gewerkt en is deze diverse
keren opgehoogd en verbreed om voldoende waterkerend te zijn. De
huidige dijk is dan ook het resultaat van vele eeuwen ontwikkeling.
Aangezien een deel van de Omringdijk nog een primaire waterkerende
functie heeft, gaat deze ontwikkeling ook in de toekomst door. De dijk
is dan ook een levend monument.
Er wordt niet alleen gewerkt aan de Westfriese Omringdijk. Zo wordt
ook de Schellinkhoutermolen opgeknapt en toegankelijk gemaakt voor
publiek. De molenkolk komt op de provinciale monumentenlijst.
---
Provincie Noord-Holland