Nieuws
Nachtelijk windmaximum voor het eerst in kaart gebracht
14 oktober 2009 - Onderzoeker Peter Baas van het KNMI heeft voor het
eerst in kaart gebracht hoe nachtelijke harde winden zich ontwikkelen.
Op dagen met mooi zonnig en rustig weer steekt 's avonds op zo'n 200
meter hoogte steevast een sterke wind op. Met zijn onderzoek aan die
hoge sterke wind, levert hij een belangrijke bijdrage aan de
verbetering van weer- en klimaatmodellen.
De KNMI-meetmast in Cabauw
De KNMI-meetmast in Cabauw
Kennis van deze windstromen is bovendien van groot belang voor
bijvoorbeeld de luchtvaart en het opwekken van windenergie. De
NWO-onderzoeker promoveert op 14 oktober aan de Wageningen
Universiteit.
Dichtbij de grond valt in de avond vaak de wind weg, maar op enkele
honderden meters hoogte neemt de wind op dat moment juist sterk toe.
Dit komt doordat de koele lucht vlak boven het aardoppervlak onder een
warmere luchtlaag blijft hangen. De windsnelheid op honderden meters
hoogte is sterk afhankelijk van de manier waarop de koele en warme
lucht mengt. 's Nachts stopt het mengen en ontstaat er een stabiele
grenslaag. Aan de bovenkant van die laag kan de wind dan snel
toenemen. Peter Baas onderzocht hoe laaghangende koude lucht en hogere
lagen warme lucht met elkaar mengen.
Onderzoeker Peter Baas analyseerde het nachtelijk windmaximum aan de
hand van metingen op de 200 meter hoge KNMI-meetmast in Cabauw. Hij
testte de processen die een rol spelen in het ontstaan van het
nachtelijk windmaximum.. Peter Baas laat zien hoe menging van
luchtlagen in modellen weergegeven moet worden om nachtelijke
windsnelheden te voorspellen.
Het onderzoek van Peter Baas maakt deel uit van het project Klimaat
aan het landoppervlak en de rol van de stabiele grenslaag - DEEL 2.
Dit project vindt plaats binnen het NWO-thema Duurzame aarde. Het
onderzoek van Baas werd gefinancierd door NWO.
Eerste uitgave: 14-10-09
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut