http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/intm/110547.pdf
NL
13513/1/09 REV 1 (Presse 272)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
2963e zitting van de Raad
Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie en Onderzoek)
Brussel, 24 en 25 september 2009
Voorzitter mevrouw Maud OLOFSSON
minister voor Ondernemingen en Energie
mevrouw Ewa Bjrling
minister van Handel
de heer Tobias Frantz
minister van Hoger Onderwijs en Onderzoek
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft conclusies aangenomen inzake praktische maatregelen ter verbetering van de
werking van de interne markt, waaronder de effectieve uitvoering van de dienstenrichtlijn.
De Raad heeft ter voorbereiding van de herziening van het innovatiebeleid van de Gemeenschap
twee openbare debatten gehouden, het ene vanuit het oogpunt van het concurrentievermogen en het
andere in het kader van de Europese onderzoeksruimte.
De Raad heeft een debat gehouden over een ontwerp-richtlijn ter vereenvoudiging van het
ondernemingsklimaat voor micro-ondernemingen, teneinde hun concurrentievermogen te
verbeteren.
De Raad werd door de Commissie geinformeerd over de meest recente ontwikkelingen in de
Europese automobielindustrie, en meer bepaald over de situatie bij Opel.
De Raad heeft zonder bespreking de drie verordeningen aangenomen die samen het wegvervoer-
pakket vormen.
24-25.IX.2009
1 . Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
. Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS.................................................................................................................................5
BESPROKEN PUNTEN
Herziening van het innovatiebeleid......................................................................................................7
Maatregelen om de werking van de interne markt te verbeteren - Conclusies van de Raad ...............8
Dienstenrichtlijn: stand van uitvoering ................................................................................................9
Vereenvoudiging van het ondernemingsklimaat voor micro-ondernemingen...................................10
Europese onderzoeksruimte en innovatie...........................................................................................11
Diversen.............................................................................................................................................13
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
. Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavie - Ondersteuning van het mandaat ........................16
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
. Databank Schengeninformatiesysteem - Gewijzigde begroting 2009....................................................................16
LANDBOUW
. Bescherming van dieren bij het slachten *.............................................................................................................16
. Duurzaam gebruik pesticiden ...............................................................................................................................18
. Op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen .......................................................................................19
. Machines voor de toepassing van pesticiden .........................................................................................................20
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 4
NL
MILIEU
. Broeikasgasemissies - Comitologievoorstellen......................................................................................................20
. Emissies van benzinestations ................................................................................................................................21
VERVOER
. Machinistenvergunningen - Interoperabiliteit van het spoorwegsysteem - Comitologievoorstellen .....................21
. Wegvervoerpakket ................................................................................................................................................21
ENERGIE
. Richtlijn ecologisch ontwerp * ..............................................................................................................................22
HANDELSPOLITIEK
. Antidumpingmaatregelen: buizen en pijpen van ijzer of staal - bladaluminium - handpallettrucks ......................22
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
. Fiji-eilanden - Passende maatregelen....................................................................................................................23
BENOEMINGEN
. Comite van de Regio's ..........................................................................................................................................23
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 5
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Vincent VAN QUICKENBORNE minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
de heer Benoit CEREXHE minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk
Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische
Hulp
Bulgarije:
de heer Traicho TRAIKOV minister van Economie, Energie en Toerisme
de heer Sergey IGNATOV viceminister van Onderwijs, Jeugdzaken en
Wetenschappen
Tsjechië:
de heer Martin TLAPA viceminister van Industrie en Handel
de heer Vlastimil R..I.KA viceminister van Onderwijs, Jeugdzaken en Sport
Denemarken:
de heer Michael DITHMER staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken en
Bedrijfsleven
de heer Uffe TOUDAHL PEDERSEN staatssecretaris, ministerie van Wetenschappen,
Technologie en Innovatie
Duitsland:
de heer Frieder MEYER-KRAHMER staatssecretaris, ministerie van Onderwijs en Onderzoek
de heer Peter HINTZE parlementair staatssecretaris van Economische Zaken en
Technologie
Estland:
de heer Gert ANTSU plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Ierland:
de heer Conor LENIHAN onderminister, ministerie van Ondernemingen, Handel en
Werkgelegenheid, ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen en ministerie van Communicatie, Energie
en Natuurlijke Hulpbronnen (belast met Wetenschappen,
Technologie, Innovatie, Informatiemaatschappij en
Natuurlijke Hulpbronnen)
Griekenland:
de heer Leonidas ROKANAS plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Spanje:
de heer Diego LOPEZ GARRIDO staatssecretaris voor de Europese Unie
mevrouw Silvia ORDINAGA RIGO directeur-generaal Handel van de Autonome
Gemeenschap Valencia
mevrouw Cristina GARMENDIA MENDIZABAL minister van Wetenschap en Innovatie
mevrouw Teresa SANTERO QUINTILLA secretaris-generaal van Industrie
Frankrijk:
de heer Christian ESTROSI Minister van Industrie
Italië:
de heer Giuseppe PIZZA staatssecretaris
de heer Vincenzo GRASSI plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Cyprus:
de heer Efstathios CHAMBOULLAS directeur-generaal, ministerie van Handel
Letland:
de heer Mareks GRU.KEVICS staatssecretaris, ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 6
NL
Litouwen:
de heer Rimantas .YLIUS viceminister van Economische Zaken
mevrouw Nerija PUTINAITo viceminister van Onderwijs en Wetenschappen
Luxemburg:
mevrouw Michele EISENBARTH plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Hongarije:
de heer Istvav VARGA minister van Nationale Ontwikkeling en Economische
Zaken
Malta:
de heer George PULLICINO minister van Hulpbronnen en Plattelandszaken
de heer Jason AZZOPARDI staatssecretaris voor Overheidsinkomsten en
Staatsdomeinen, ministerie van Financien, Economie en
Investeringen
Nederland:
de heer Peter W. KOK plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk:
de heer Reinhold MITTERLEHNER minister van Economische Zaken, Gezin en Jeugd
Polen:
de heer Marcin KOROLEC onderstaatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
de heer Jerzy SZWED onderstaatssecretaris, ministerie van Wetenschappen en
Hoger Onderwijs
Portugal:
de heer Jose MARIANO GAGO minister van Wetenschappen, Technologie en Hoger
Onderwijs
Roemenië:
de heer Vasile PUSCAS minister, hoofd van de afdeling Europese Zaken
Slovenië:
mevrouw Darja RADI. staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
de heer Jozsef GYORKOS staatssecretaris, ministerie van Hoger Onderwijs,
Wetenschappen en Technologie
Slowakije:
de heer Pavol KRI.TOF staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
de heer Jozef HABANIK staatssecretaris, ministerie van Onderwijs
Finland:
de heer Mauri PEKKARINEN minister van Economische Zaken
mevrouw Anni SINNEMAKI minister van Arbeid
mevrouw Riina NEVAMAKI staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
Zweden:
mevrouw Maud OLOFSSON minister van Ondernemingen en Energie, viceministerpresident
mevrouw Ewa BJORLING minister van Handel
de heer Tobias KRANTZ minister van Hoger Onderwijs en Onderzoek
de heer Joran HAGGLUND staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van
Ondernemingen en Energie
de heer Gunnar WIESLANDER staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Handel
de heer Peter HONETH staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Hoger
Onderwijs en Onderzoek
Verenigd Koninkrijk:
de heer Andy LEBRECHT plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Commissie:
de heer Gunter VERHEUGEN vicevoorzitter
de heer Janez POTO.NIK lid
de heer Charlie McCREEVY lid
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 7
NL
BESPROKEN PUNTEN
Herziening van het innovatiebeleid
De Raad heeft een openbaar debat gehouden in het vooruitzicht van de herziening van het
innovatiebeleid van de Gemeenschap, teneinde politieke sturing te geven aan het voorbereidende
proces dat moet leiden tot de aanneming van geintegreerde conclusies over een concurrerend,
innovatief en milieuefficient Europa tijdens de Raad Concurrentievermogen op 3 en
4 december 2009.
Deze conclusies zullen dienen als bijdrage tot de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid voor
de periode na 2010.
De ministers waren ingenomen met de Commissiemededeling "Herziening van het communautaire
innovatiebeleid in een veranderende wereld" (12905/09)1 en met de toekomstige plannen voor de
totstandbrenging van een Europese innovatiewet.
De ministers brachten hun standpunten naar voren op basis van een door het voorzitterschap
opgestelde vragenlijst (13079/09) en bereikten overeenstemming over de fundamentele elementen
waarmee rekening moet worden gehouden in de toekomstige innovatiestrategie van de EU, zoals:
* een bredere aanpak voor innovatie aannemen, teneinde in het kader van de kenniseconomie een
sociale hervorming tot stand te brengen en tegelijkertijd te evolueren naar een koolstofarme
economie;
* vorderingen boeken met het normalisatieproces voor producten in de interne markt;
* interacties en samenwerking tussen ondernemingen en producenten van kennis intensiveren;
* de wettelijke randvoorwaarden tot stand brengen die nodig zijn om EU-ondernemingen in staat
te stellen te innoveren, met bijzondere aandacht voor het midden- en kleinbedrijf (MKB);
* de totstandbrenging van meer publiek-private partnerschappen aanmoedigen ter bevordering van
de innovatiecultuur;
1 De mededeling gaat vergezeld van vijf werkdocumenten: innovation in services (12956/09),
making public support for innovation more effective (12957/1/09), assessing Community
innovation policies (12958/1/09), Lead Market Initiative mid-term progress report
(12959/1/09), financing SME innovation (12960/09).
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 8
NL
* op efficiente wijze financiele middelen besteden aan onderzoek en innovatie, teneinde innovatie
om te zetten in groei en werkgelegenheid, met eenvoudigere en minder bureaucratische
administratieve procedures;
* de risicokapitaalmarkten verbeteren;
* de nodige verbeteringen aanbrengen op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten in
Europa.
De Raad kwam tevens overeen dat in een context van economische crisis de tijd is gekomen om een
versnelling hoger te schakelen en een innovatieplan voor te stellen waarin de samenleving centraal
staat en de belangrijkste maatschappelijke problemen aan bod komen.
In de op 2 september bekendgemaakte Commissiemededeling wordt de balans opgemaakt van het
communautaire beleid ter ondersteuning van innovatie in de afgelopen jaren en worden de
vorderingen met de uitvoering ervan geevalueerd. Tevens worden lacunes en tekortkomingen
vastgesteld in het kader van de voorbereidingen voor een toekomstig Europees innovatieplan.
Maatregelen om de werking van de interne markt te verbeteren - Conclusies van de Raad
De Raad heeft een bespreking gehouden over praktische maatregelen om de werking van de interne
markt te verbeteren, en hij heeft de volgende conclusies aangenomen:
(13024/09)
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 9
NL
Dienstenrichtlijn: stand van uitvoering
Tijdens de ministeriele werklunch werd de stand van uitvoering van de dienstenrichtlijn in de
interne markt geanalyseerd.
Na te hebben geluisterd naar informatie van de Commissie wisselden de ministers van gedachten op
basis van een achtergrondnota en een vragenlijst van het Zweedse voorzitterschap (12930/09).
Aan het einde van het debat benadrukte het voorzitterschap dat alle lidstaten hadden toegezegd
meer inspanningen te leveren voor de onverkorte uitvoering van de bepalingen van de dienstenrichtlijn
voor de termijn van 28 december 2009.
Tevens werd onderstreept dat de dienstenrichtlijn Europa kan helpen om de economische crisis
sneller te boven te komen. Voorts kunnen het bedrijfsleven en de consumenten slechts ten volle
profiteren van de voordelen van een werkelijk geintegreerde interne dienstenmarkt indien de
dienstenrichtlijn doeltreffend en tijdig wordt uitgevoerd.
Teneinde de dienstenrichtlijn ten uitvoer te leggen, moeten de lidstaten de nodige wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om hieraan te voldoen. Hierbij moeten de
lidstaten nationale voorschriften toetsen, alsmede een loket voor de dienstverrichters instellen,
elektronische procedures vastleggen en de administratieve samenwerking intensiveren. De toetsing
van de nationale wetgeving moet in december 2009 aan de Commissie worden voorgelegd en de
wederzijdse evaluatie van volgend jaar zal in hoofdzaak daarop betrekking hebben.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 10
NL
Vereenvoudiging van het ondernemingsklimaat voor micro-ondernemingen
De Raad heeft een openbaar orienterend debat gehouden over een ontwerp-richtlijn die ten doel
heeft het ondernemingsklimaat, en met name de voorschriften voor financiele verslaglegging, voor
micro-ondernemingen te vereenvoudigen om hun concurrentievermogen te verbeteren en hun
groeipotentieel optimaal te benutten.
Het resultaat van het debat vormt een politieke leidraad voor de verdere werkzaamheden in de
Raad.
Het debat spitste zich toe op twee hoofdthema's:
. het belang van het richtlijnvoorstel in de bredere context van het vereenvoudigingsproces van de
vierde en de zevende richtlijn inzake het vennootschapsrecht ("jaarrekeningenrichtlijnen"), dat in
het wetgevingsprogramma van de Commissie is aangekondigd; en
. het facultatieve karakter van het voorstel: lidstaten die de administratieve lasten voor microentiteiten
in verband met het vereiste om jaarrekeningen op te stellen en te publiceren, willen
verlichten, zouden deze micro-entiteiten buiten de werkingssfeer van de vierde richtlijn
vennootschapsrecht mogen laten. Er is echter de bedenking gemaakt dat het facultatieve karakter
van het voorstel tot aantasting van de harmonisering van de regels op EU-niveau op het gebied
van financiele verslaglegging zullen leiden.
De Commissie heeft, als onderdeel van haar economisch herstelplan, in februari 2009 een voorstel
ingediend voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG betreffende de jaarrekeningen
van bepaalde vennootschapsvormen (de "vierde richtlijn vennootschapsrecht"). Krachtens de
voorgestelde richtlijn (7229/1/09) zouden de lidstaten heel kleine ondernemingen (de zogenaamde
"micro-entiteiten" met minder dan tien werknemers) buiten de werkingssfeer van de vierde richtlijn
vennootschapsrecht kunnen laten en dus kunnen vrijstellen van de daarin vervatte administratieve
verplichtingen en verplichtingen inzake financiele verslaglegging.
Het Europees Parlement heeft nog geen advies uitgebracht over het voorstel dat onder de
medebeslissingsprocedure valt.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 11
NL
Europese onderzoeksruimte en innovatie
De Raad heeft een openbaar debat gehouden over de ontwikkeling van de Europese onderzoeksruimte
(EOR) en over beleidskwesties aangaande op onderzoek gebaseerde innovatie.
Het debat vormt een eerste stap naar de Raad Concurrentievermogen in december 2009, tijdens
welke het huidige EU-voorzitterschap conclusies wil voorleggen als inbreng voor de toekomstige
Europese innovatiewet, waarvoor de volgende Europese Commissie begin 2010 voorstellen zou
moeten indienen.
Uit het ministeriele debat, dat was gestructureerd op basis van een vragenlijst (13047/09), bleek een
duidelijke consensus over de dringende noodzaak om onderzoeksprioriteiten op EU-niveau vast te
stellen en middelen van de lidstaten te bundelen om een antwoord te bieden op grote maatschappelijke
problemen die niet kunnen worden opgelost zonder meer nadruk te leggen op onderzoek in
samenhang met innovatie en andere betrokken beleidsterreinen.
Voorts bestaat er ruime consensus over dat de efficientie en de doeltreffendheid van de nationale
onderzoekstelsels en van de EOR in haar geheel moeten worden vergroot door middel van stelselmatige
en gecoordineerde inspanningen van de lidstaten en de Commissie, teneinde redundanties te
voorkomen en een maximale synergie te bewerkstelligen tussen alle onderzoeks- en overige
beleidsmaatregelen en -instrumenten die van invloed zijn op de uitbouw van de EOR en op de
ontwikkeling van een kennismaatschappij. De Raad Concurrentievermogen zal naar verwacht in
december 2009 een beslissing nemen over een actualisering van de coordinatiestructuren en van de
prioriteiten.
Voorts is gewezen op het belang van aanzienlijke en doeltreffende investeringen in onderzoek,
innovatie en onderwijs, alsook van een beter gestroomlijnde internationale samenwerking met derde
landen, met name in het licht van de huidige economische context.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 12
NL
De zitting van de Raad werd voorafgegaan door een informeel ministerieel seminar op
24 september met vertegenwoordigers van het Europees Parlement en de Commissie, waarop men
zich heeft gebogen over mogelijke algemene richtsnoeren voor het onderzoek in de periode na
2010. De werkzaamheden van dit seminar waren met name gebaseerd op de nota van het
voorzitterschap "De wereld in 2025" (13070/09), de verklaring van Lund over de hervorming van
de EOR1 en de resolutie van Goteborg over de "kennisdriehoek".
*
* *
Tijdens de lunch heeft de voorzitter van het panel van de Europese Onderzoeksraad (ERC) een
presentatie gegeven over de herziening van de EOR.
1 http://www.se2009.eu/lund declaration
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 13
NL
Diversen
De Raad heeft nota genomen van informatie over de volgende aangelegenheden:
Agenda "beter regelgeven"
Het Zweedse voorzitterschap heeft aangekondigd dat het voor de zitting van de Raad Concurrentievermogen
in december ontwerp-conclusies zal opstellen waarin de prioriteiten van de Raad voor de
toekomstige agenda "beter regelgeven" voor de periode na 2010 worden geformuleerd, rekening
houdend met de meest recente ontwikkelingen inzake het initiatief "beter regelgeven" dat ten doel
heeft de administratieve lasten voor EU-ondernemingen te verlichten en de Gemeenschapswetgeving
te vereenvoudigen (13544/09).
Memorandum van overeenstemming met de Braziliaanse mededingingsautoriteiten
De Commissie heeft informatie verstrekt over intensievere samenwerking met Brazilie in
aangelegenheden betreffende het mededingingsbeleid (13451/09).
Concurrentievermogen van de levensmiddelenindustrie
De Commissie heeft de vorderingen toegelicht die zijn gemaakt door de groep op hoog niveau voor
het concurrentievermogen van de levensmiddelenindustrie.
Automobielindustrie
De Raad werd door de Commissie geinformeerd over de meest recente ontwikkelingen in de
automobielindustrie, en meer bepaald over de situatie bij Opel.
Bescherming van de consument
De Commissie heeft twee mededelingen gepresenteerd betreffende:
. een geharmoniseerde methode voor de indeling en rapportage van klachten en vragen van
consumenten (11978/09 + ADD 1); en
. de handhaving van het consumentenacquis (11817/09).
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 14
NL
Het voorzitterschap presenteerde de resultaten van de conferentie "Safe products . At the core of
the EU single market" (veilige producten - hoeksteen van de interne EU-markt), die op
11 september 2009 in Stockholm plaatsvond. Daarbij ging de aandacht vooral uit naar markttoezicht
en het vrije verkeer van goederen in de interne markt (13545/09).
Internationale samenwerking op het gebied van onderzoek
De voorzitter van het strategisch forum voor internationale wetenschappelijke en technologische
samenwerking (SFIC) heeft een overzicht gegeven van de werkzaamheden van het SFIC, die
worden toegespitst op prioritaire thema's en doelstellingen, op bepaalde landen en op instrumenten
van gemeenschappelijk belang, teneinde bij te dragen tot de internationalisering van wetenschap en
onderzoek in Europa.
ITER-project voor kernfusie
Met het oog op de volgende zitting van de ITER-Raad in november 2009 heeft de Commissie
informatie verstrekt over recente ontwikkelingen in het ITER-project. De Commissie benadrukte
tevens hoe belangrijk het is dat het tempo wordt vastgehouden om te zorgen voor een duurzaam
succes van ITER en om het project te doen vorderen (13418/09).
Gezamenlijk programmeringsproces voor onderzoek
De voorzitters (vorig en huidig EU-voorzitterschap) van de Groep op hoog niveau voor
gezamenlijke programmering op onderzoeksgebied hebben een presentatie gegeven van de tot
dusver gemaakte vorderingen en van de volgende stappen die moeten worden ondernomen met het
oog op de indiening van een eerste reeks voorstellen tijdens de Raad Concurrentievermogen in
december 2009.
In de Raadsconclusies van 2 december 2008 (16775/08) wordt de vertegenwoordigers van de
lidstaten een mandaat verleend om geschikte gebieden voor gezamenlijke programmering vast te
stellen en te motiveren.
Gezamenlijk programmeringsinitiatief ter bestrijding van neurodegeneratieve ziekten
De Commissie heeft informatie verstrekt over een aanbeveling betreffende de start van een
gezamenlijk programmeringsinitiatief ter bestrijding van neurodegeneratieve ziekten, met name de
ziekte van Alzheimer (12953/09).
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 15
NL
In december 2008 keurde de Raad conclusies goed waarin wordt erkend dat een proefonderzoeksproject
ter bestrijding van neurodegeneratieve ziekten, met name de ziekte van Alzheimer, moet
worden gestart, en waarin de Commissie wordt verzocht in 2009 een voorstel in te dienen.
De Commissie presenteerde op 22 juli 2009 haar voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake
maatregelen ter bestrijding van neurodegeneratieve ziekten, met name de ziekte van Alzheimer,
door middel van een gezamenlijke programmering van onderzoeksactiviteiten. Deskundigen uit
ongeveer 20 landen zijn op dit ogenblik betrokken bij de behandeling van dit voorstel.
Informele Raad onder het Zweedse voorzitterschap
Het voorzitterschap heeft een kort overzicht gegeven van de voorbereidingen voor de volgende
informele zitting van Raad Concurrentievermogen op 14 en 16 oktober te Umea.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 16
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië - Ondersteuning van het
mandaat
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt aangenomen houdende verlenging, tot en met
10 oktober 2010, van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/694/GBVB betreffende aanvullende
maatregelen ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het mandaat van het
Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavie (ICTY) (12896/09).
Het gemeenschappelijk standpunt strekt tot de verlenging, met nog eens twaalf maanden, van de
maatregelen die in oktober 2004 in het kader van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/694/GBVB
zijn aangenomen, teneinde alle geldmiddelen en tegoeden te bevriezen die toebehoren aan personen
die door het ICTY in staat van beschuldiging zijn gesteld wegens oorlogsmisdaden, maar die niet
bij het ICTY in hechtenis zitten (bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU, L 315 van
14.10.2004, blz. 52).
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Databank Schengeninformatiesysteem - Gewijzigde begroting 2009
De lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, hebben een gewijzigde begroting 2009 voor het C.SIS
(centrale Schengeninformatiesysteem) aangenomen, teneinde de noodzakelijke verlenging van de
operationele onderhoudscontracten voor het systeem te dekken (11782/09).
LANDBOUW
Bescherming van dieren bij het slachten *
De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een verordening ter verbetering van
het welzijn van dieren bij het slachten aangenomen (11272/09, 12195/09 ADD1 ). De Estse, de
Nederlandse en de Roemeense delegatie onthielden zich van stemming.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 17
NL
De verordening beoogt de vigerende wetgeving te herzien in het licht van nieuwe technische en
wetenschappelijke elementen. Zij behelst tevens een nieuwe aanpak - een afspiegeling van die
welke op het gebied van de voedselveiligheid is gevolgd - die de verantwoordelijkheden van de
exploitanten inzake welzijn vergroot.
Ten opzichte van de bestaande wetgeving worden in de nieuwe verordening de volgende
wijzigingen aangebracht:
* overstap van een richtlijn naar een verordening: de verordening voorziet in een uniforme en
gelijktijdige toepassing, waardoor administratieve lasten en verschillen, die soms te wijten zijn
aan nationale omzetting, worden vermeden en de voorschriften sneller kunnen worden
uitgevoerd. Alle voorschriften zijn nu gebundeld in een instrument, dat duidelijker zal zijn, en
dat zowel door de exploitanten in de EU als door de handelspartners gemakkelijker zal kunnen
worden toegepast;
* betere integratie van de zorgpunten met betrekking tot het dierenwelzijn in het productieproces
door verplichte standaardwerkwijzen voor de exploitanten en de benoeming van functionarissen
voor dierenwelzijn in bepaalde slachthuizen, die de exploitanten moeten helpen om de
voorschriften van de verordening na te leven;
* verhoging van de vakbekwaamheid van de betrokken exploitanten en functionarissen, adequate
opleiding, en afgifte van getuigschriften van vakbekwaamheid aan het personeel dat betrokken is
bij het doden en daarmee verband houdende activiteiten;
* actualisering van een aantal technische normen in het licht van de wetenschappelijke
vooruitgang;
* regelmatig toezicht op de efficientie van bedwelmingstechnieken;
* bij het ontwerpen, het bouwen en het uitrusten van slachthuizen moet rekening worden gehouden
met het dierenwelzijn;
* bevordering van innovatie en een gemeenschappelijke aanpak in verband met methoden voor het
bedwelmen en doden;
* betere bescherming van dieren tijdens massale slachtoperaties;
* bij de invoer van vlees uit derde landen moet het vleeskeuringscertificaat vergezeld gaan van een
verklaring dat is voldaan aan vereisten die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke zijn
opgenomen in de hoofdstukken II en III van de verordening.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 18
NL
Duurzaam gebruik pesticiden
De Raad heeft een richtlijn aangenomen tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter
verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden, teneinde de risico's voor de menselijke
gezondheid en het milieu te verminderen en de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden te
beperken (3607/09).
Deze richtlijn zal op pesticiden van toepassing zijn en de werkingssfeer ervan zal in een later
stadium worden uitgebreid tot biociden.
Overeenkomstig de nieuwe richtlijn moeten de EU-lidstaten:
* nationale actieplannen aannemen teneinde kwantitatieve doelstellingen, streefcijfers, maatregelen
en tijdschema's vast te stellen om de risico's en de effecten van het gebruik van
pesticiden voor de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen en de ontwikkeling en
invoering van geintegreerde gewasbescherming en alternatieve benaderingswijzen te bevorderen
ter beperking van de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden. Nationale actieplannen
dienen tevens te voorzien in geharmoniseerde risico-indicatoren die worden opgesteld voor het
meten van de vooruitgang die met betrekking tot de vermindering van de risico's en de
schadelijke effecten van pesticidengebruik is geboekt, alsook voor risicobeheer en voor
rapportagedoeleinden.
* alle maatregelen nemen die nodig zijn om landbouw met lage pesticideninzet te bevorderen, met
inbegrip van geintegreerde bestrijding, en om ervoor te zorgen dat professionele gebruikers van
pesticiden geleidelijk overgaan op een milieuvriendelijker gebruik van de diverse beschikbare
gewasbeschermingsmaatregelen, waarbij zij zo mogelijk prioriteit geven aan niet-chemische
alternatieven waaraan weinig risico is verbonden, en aan de producten die binnen het gehele voor
de bestrijding van hetzelfde schadelijke organisme ter beschikking staande aanbod de geringste
effecten op de menselijke gezondheid en het milieu veroorzaken. De lidstaten moeten ervoor
zorgen dat alle professionele gebruikers van pesticiden uiterlijk tegen 1 januari 2014 de
algemene normen inzake geintegreerde gewasbescherming toepassen.
* systemen voor de opleiding van distributeurs, voorlichters en professionele gebruikers van
pesticiden opzetten zodat diegenen die pesticiden gebruiken of zullen gebruiken, zich volledig
bewust zijn van de mogelijke risicofs voor de menselijke gezondheid en het milieu en van de
passende maatregelen om die risicofs zoveel mogelijk te beperken.
* ervoor zorgen dat werken met pesticiden de menselijke gezondheid of het milieu niet in gevaar
brengt. Zij moeten er tevens op toezien dat het aquatische milieu en de voorziening van
drinkwater, alsmede Natura 2000-gebieden, worden beschermd tegen het effect van pesticiden en
dat het gebruik ervan tot een minimum wordt beperkt of verboden in specifieke gebieden die
door het grote publiek of door kwetsbare groepen worden gebruikt.
* sproeien vanuit de lucht verbieden en enkel toestaan in bijzondere gevallen die door de bevoegde
autoriteiten zijn goedgekeurd.
* ervoor zorgen dat apparatuur voor de toepassing van pesticiden op gezette tijden wordt gekeurd.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 19
NL
Op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen
De Raad heeft een verordening aangenomen betreffende het op markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen
en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG, om te
zorgen voor een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu,
en om de werking van de interne markt te verbeteren door de voorschriften voor het op de markt
brengen van gewasbeschermingsmiddelen te harmoniseren en tegelijkertijd de landbouwproductie
te verbeteren (3608/09).
Bij deze verordening worden de regels vastgesteld voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
in hun commerciele aanbiedingsvorm en voor het op de markt brengen, het gebruik en de
controle ervan binnen de Gemeenschap. Er worden zowel regels vastgesteld voor de goedkeuring
van werkzame stoffen, beschermstoffen en synergistische middelen waaruit gewasbeschermingsmiddelen
geheel of gedeeltelijk bestaan, als regels voor hulpstoffen en co-formulanten.
De nieuwe verordening voorziet in strikte uitsluitingscriteria voor de goedkeuring van werkzame
stoffen op EU-niveau, waardoor de meest toxische stoffen die thans beschikbaar zijn, niet meer op
de markt mogen worden gebracht. In uitzonderlijke gevallen, wanneer de gezondheid van gewassen
ernstig wordt bedreigd, kunnen echter tijdelijke afwijkingen op deze criteria worden toegestaan.
De procedures voor de goedkeuring van werkzame stoffen en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
zijn geharmoniseerd en vereenvoudigd, de termijnen zijn strikter geworden, en de rol van
de lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) is
verduidelijkt.
In uitzonderlijke gevallen van een op geen enkele andere manier te bestrijden gevaar of bedreiging
voor de teelt van een gewas of voor ecosystemen moeten de lidstaten gewasbeschermingsmiddelen
kunnen toelaten die niet aan de voorwaarden van deze verordening voldoen.
Op grond van deze verordening moeten de lidstaten geregeld nagaan of gewasbeschermingsmiddelen
die werkzame stoffen met een hoog risico voor de gezondheid van de mens of voor het
milieu bevatten, kunnen worden vervangen door gewasbeschermingsmiddelen met werkzame
stoffen die minder risicobeperkende maatregelen vergen of door niet-chemische bestrijdings- of
preventiemethodes. Voorts moeten er stimulansen worden gegeven voor het op de markt brengen
van gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 20
NL
De verordening voorziet tevens in een systeem van drie geografische zones voor de wederzijdse
erkenning van gewasbeschermingsmiddelen, waardoor de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen
in de gehele EU zal toenemen en de werklast voor de lidstaten zal dalen. In bepaalde
milieu- of landbouwkundige omstandigheden kunnen de lidstaten echter de in een andere lidstaat
afgegeven toelatingen beperken of verwerpen.
De nieuwe verordening bevat met name ook voorschriften inzake gegevensbescherming, indeling,
verpakking en etikettering, reclame, registratie en parallelhandel, alsmede over met gewasbeschermingsmiddelen
behandelde zaden.
De verordening bepaalt dat het gebruik van proefmethodes zonder dieren moet worden
aangemoedigd; proeven op gewervelde dieren worden alleen in uiterste noodzaak uitgevoerd en
doublures van studies met gewervelde dieren moeten worden voorkomen.
Machines voor de toepassing van pesticiden
De Raad heeft een richtlijn aangenomen ter verbetering van de bouw en het onderhoud van
machines voor de toepassing van pesticiden, teneinde de nadelige gevolgen van pesticiden voor de
gezondheid van de mens en het milieu te beperken (3662/09).
De nieuwe richtlijn, die Richtlijn 2006/42/EG inzake machines wijzigt, is van toepassing op de
fundamentele eisen waaraan machines voor de toepassing van pesticiden moeten voldoen alvorens
in de handel gebracht en/of in bedrijf gesteld te worden. Op grond van deze richtlijn moeten de
lidstaten een systeem opzetten voor het regelmatig onderhouden en keuren van apparatuur die in
gebruik is.
MILIEU
Broeikasgasemissies - Comitologievoorstellen
De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van:
. een beschikking betreffende de unilaterale opneming door Oostenrijk van een extra broeikasgas
in de Gemeenschapsregeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (overeenkomstig
artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG); en
. een beschikking houdende wijziging van Beschikking 2007/589/EG met het oog op de opname
van richtsnoeren voor de monitoring en rapportage van de emissie van broeikasgassen bij de
afvang, het transport en de geologische opslag van kooldioxide.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 21
NL
Volgens de regelgevingsprocedure met toetsing kan de Commissie, tenzij het Parlement bezwaar
maakt, de voorgestelde beschikkingen nu aannemen.
Emissies van benzinestations
De Raad heeft een richtlijn aangenomen ter vermindering van schadelijke emissies van
benzinedampen in benzinestations (3669/09 + 13330/09 ADD 1).
Zie voor uitvoeriger informatie persmededeling 13576/09.
VERVOER
Machinistenvergunningen - Interoperabiliteit van het spoorwegsysteem -
Comitologievoorstellen
De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van:
. een beschikking tot vaststelling van de basisparameters voor registers van machinistenvergunningen;
. een richtlijn tot wijziging van bijlage VII bij Richtlijn 2008/57/EG betreffende de
interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap; en
. een beschikking tot wijziging van Beschikkingen 2006/679/EG en 2006/860/EG betreffende
technische specificaties inzake interoperabiliteit van subsystemen van het conventionele trans-
Europese spoorwegsysteem.
Overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van de EU kan de Raad bezwaar maken
tegen de aanneming van wetgevingsbesluiten van de Commissie. Tenzij het Europees Parlement
bezwaar maakt, kan de Commissie de besluiten dus aannemen.
Wegvervoerpakket
In aansluiting op een akkoord in tweede lezing met het Europees Parlement in het kader van de
medebeslissingsprocedure heeft de Raad drie verordeningen aangenomen die bedoeld zijn om de
bepalingen voor wegvervoerondernemers en toegang tot de wegvervoermarkten te moderniseren, te
vervangen en samen te voegen.
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 22
NL
Deze verordeningen hebben betrekking op de toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer,
het beroep van wegvervoerondernemer en de toegang tot de internationale markt voor
touringcar- en autobusdiensten.
Voor nadere informatie, zie persmededeling 13594/09.
ENERGIE
Richtlijn ecologisch ontwerp *
In aansluiting op een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement heeft de Raad een
herziene richtlijn inzake ecologisch ontwerp aangenomen (3663/09, 13329/09 ADD 1 REV 1).
Met de nieuw richtlijn wordt de werkingssfeer van de bestaande Richtlijn 2005/32/EG uitgebreid tot
in beginsel alle energiegerelateerde producten. Hierdoor zal de energie- en hulpbronnenefficientie
van aanzienlijk meer producten worden verbeterd en de vraag naar natuurlijke hulpbronnen worden
beperkt, en aldus wordt een bijdrage geleverd tot de energievoorzieningszekerheid en het bereiken
van de doelstellingen inzake broeikasgasemissies in de EU.
Voor nadere informatie, zie persmededeling 13626/09.
HANDELSPOLITIEK
Antidumpingmaatregelen: buizen en pijpen van ijzer of staal - bladaluminium - handpallet-
trucks
De Raad heeft verordeningen aangenomen:
. tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige
recht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de
Volksrepubliek China (13014/09);
. tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige
recht op bepaald bladaluminium van oorsprong uit Armenie, Brazilie en de Volksrepubliek
China (12984/09); en
. tot beeindiging van het nieuwe onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur betreffende
Verordening (EG) nr. 1174/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot
definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van handpallettrucks en essentiele delen
daarvan uit de Volksrepubliek China, tot herinstelling van het recht op de van een exporteur in
dat land afkomstige invoer en tot beeindiging van de registratie van deze invoer (12831/09).
24-25.IX.2009
13513/1/09 REV 1 (Presse 272) 23
NL
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Fiji-eilanden - Passende maatregelen
De Raad heeft de maatregelen ten behoeve van de Fiji-eilanden met zes maanden verlengd teneinde
bij te dragen tot de terugkeer naar democratie, de naleving van de mensenrechten en de rechtsstaat
in het land (13087/09).
Zie voor nadere informatie persmededeling 13627/09.
BENOEMINGEN
Comité van de Regio's
De Raad heeft besluiten aangenomen waarbij de volgende personen zijn benoemd tot lid van het
Comite van de Regio's:
. mevrouw Fiona O'LOUGHLIN, member of Kildare County Council,
. de heer Francisco Javier Lopez Alvarez, Presidente del Gobierno Vasco,
. de heer Stanislav Eichler, President of Liberec Region,
. de heer Josef Novotny, President of Karlovy Vary Region,
. de heer Jaroslav Palas, President of Moravia-Silesia Region,
. de heer Ji.i Zimola, President of South Bohemian Region.
Raad van de Europese Unie