Partij van de Arbeid
Den Haag, 13 oktober 2009
Bijdrage PvdA Eerste Kamer aan APB
Gesproken woord geldt!
DEEL 1: DE OPPOSITIE IS EEN DRAMA. WAAROM IS DEZE REGERING NIET WAT ZELFBEWUSTER
MVz: De APB aan de overzijde, enkele weken geleden, waren op zijn minst heftig te noemen. De regering kreeg er ongenadig van langs. Visieloosheid, alles voor zich uit schuiven, duiken voor verantwoordelijkheid: er werd schande van gesproken. De vertoning aan de overzijde bij de algemene politieke beschouwingen was "een premier onwaardig", zo kopte de krant, "minachting voor het parlement".
MVz: Is dat erg? Op zichzelf niet, natuurlijk. Van de oppositie mag een stevig tegengeluid worden verwacht. Het zou van de leden van mijn fractie minder persoonlijk mogen en misschien zelfs wat respectvoller, maar goed, elk vogeltje zingt nu eenmaal zoals hij of zij gebekt is. Het is niet anders. Maar wat ons wel heeft verbaasd, is dat de regering, in ieder geval in onze ogen, haar beleid, zo uiterst "terughoudend" heeft gepresenteerd en op zulk een "bescheiden" wijze heeft verdedigd. Dat is onterecht en ook misplaatst. Politiek gezien zelfs uiterst riskant. Want het moge dan zo zijn dat deze regering op dit moment niet met grootse en meeslepende bezuinigingen komt, maar iedere econoom kan uitleggen waarom dat ook het enige verstandige is. Tenminste, als je de voorzichtig aantrekkende economie niet op voorhand al om zeep wilt helpen en nog meer banen wilt vernietigen dan er nu al op het spel staan. En natuurlijk, op termijn moeten die overheidsuitgaven op orde komen, maar je kunt toch onmogelijk volhouden dat deze regering met het ter discussie stellen van de AOW wegloopt voor moeilijke keuzes?
MVz: En nu de andere kant van het verhaal. Want als de leden van mijn fractie zich proberen voor te stellen dat het echt gaat gebeuren, dat we dit regeringsbeleid overboord gooien en dat de optelsom van de begrotingsvoorstellen van deze oppositie werkelijkheid gaat worden. Dan slaat ons de schrik om het hart. Een VVD die er 36.000 duizend ambtenaren uitgooit. Want zoveel ambtenaren schijnen er te zijn die nutteloos werk verrichten zo lees ik in haar tegenbegroting. De meest rabiate begroting die wij ooit hebben gezien. Van een hardheid die godzijdank zeldzaam is. 28 miljard wordt er bezuinigd op milieu, de huurtoeslag, op jeugd, op integratie, op deeltijd WW, en op het basispakket zorg. De kloof tussen arm en rijk moet blijkbaar groter. Het effect op de economie is desastreus. Mochten we het geluk hebben dat de productie de komende tijd weer een beetje aantrekt, dan weet de VVD dat met deze bezuinigingen op een formidabele wijze om zeep te helpen. Als het gaat om het effect op de werkgelegenheid is de beoordeling van het CPB vernietigend. 7 keer scoort zij negatief met een nul als hoogste cijfer. Daarmee is de VVD topscorer banenvernietiger overigens op de hielen gevolgd door D66. Ook die komt nergens hoger dan een nul. Maar het meest schandelijk bij de VVD is niet het voorstel om de successierechten af te schaffen, een voorstel waarbij jaarlijks 1.7 miljard wordt geven aan de 5% Nederlanders die bijna 50% van het nationale vermogen bezit, nee, het meest schandelijke in de ogen van mijn fractie is het voorstel om de loon- en inkomsten belasting te verlagen. Hoe opportunistisch durf je te zijn. Terwijl je weet dat de koopkracht van hen die een baan hebben, dat die koopkracht echt het probleem niet is. Sterker nog, de mensen mét werk hebben de afgelopen jaren niks te klagen gehad. Ze zijn er zelfs op vooruit gegaan. Nee MVz, het gaat om de mensen die hun baan verliezen, die krijgen de klappen van deze crisis. Niet de hoogleraar en ook niet de burgemeester maar de vrachtwagenchauffeur en de huisschilder.
Zo bont als de VVD maken anderen het gelukkig niet. Maar hoewel wij de tegenbegroting van de SP sympathiek vinden begrijpen we ook de daarin gemaakte keuzes niet. Hoe goed bedoeld ook. Het begrotingstekort loopt verder op met 1.7 miljard. Alleen al in 2010. Daarmee wordt de rekening doorgeschoven naar onze kinderen en kleinkinderen. De leden van mijn fractie willen dat niet. Voor hen is solidariteit niet alleen iets in het hier en nu. Het gaat net zo goed om de vraag in hoeverre onze generatie solidair is met de volgende. Wat we ook niet begrijpen is de door de SP voorgestelde lastenverzwaring voor het bedrijfsleven van 2.1 miljard. Hoe kunt u dat nu doen in een tijd als deze. Want u denkt toch niet dat de crisis voorbij is nu de beurskoers weer aantrekt en de banken weer hun eerste winstcijfers laten zien? Dat zou echt een tragische vergissing zijn. Hoe dan ook, een ding is zeker: lastenverzwaring voor het bedrijfsleven gaat banen vernietigen. En als laatste: ook bij u, net als bij de VVD zien we een lastenverlichting voor burgers en wel van 800 miljoen. Zomaar. Maar waarom? Koopkracht is het probleem toch niet. Niet de koopkracht maar de koopdurf is het probleem. Of andersom geformuleerd: het probleem is de angst om te consumeren. En die angst, die is er omdat mensen bang zijn om hun werk kwijt te raken. Daar gaat het om MVz: vertrouwen en werk.
En dus MVz, begrijpen de leden van mijn fractie niet goed waarom dit kabinet zich al die verwijten over gebrek aan visie, vooruitschuifgedrag en besluiteloosheid laat aanleunen. Denkt de regering nu werkelijk dat zij door netjes achter die tafel te blijven zitten en alle onzin, van een verbod op baarden tot "kopvoddentax" (wat een ronduit smerig woord overigens) over zich heen te laten komen, denkt zij nu werkelijk dat door zichzelf te houden aan de normen van fatsoen terwijl de wereld om haar heen schaamteloos met modder gooit, in een tijd dat spelen op de bal als een teken van zwakte wordt gezien en niet van kracht, denkt u nu werkelijk dat in de tijd van "geen stijl", de tijd van vorm en beeld, de tijd waarin de ideologie een verre herinnering aan vervlogen tijden lijkt te zijn, de tijd waarin de postmodernisten die zelfgenoegzaam plaats hebben genomen op de tribune van de politieke arena en die met hun spitsvondigheden het nemen van bestuurlijke verantwoordelijkheid tot een zinloze en ijdele bezigheid hebben gedegradeerd, de tijd waarin politieke bevlogenheid gelijk lijkt te staan aan boosheid en redeloze verongelijktheid, waarin beledigen de ultieme uiting geworden is van vrijheidsbeleving, de tijd waarin minderheden worden afgewezen, misschien zelfs uitgesloten, alleen maar omdat ze anders zijn dan de meerderheid, denkt u werkelijk dat u in deze tijd op de manier waarop u dat nu doet, het vertrouwen in het kabinet en in het regeringsbeleid kunt winnen? Zou u zich niet veel feller moeten verzetten tegen het populistisch geweld? Kunt u niet krachtiger duidelijk maken dat dit niet de tijd is voor een grootse en meeslepende politiek, maar de tijd voor behoedzaam en zorgvuldig bestuur? Want volgens de leden van mijn fractie is dat o zo nodig in deze onzekere en angstige tijd waarin er een grote behoefte is aan zekerheid en veiligheid.
DEEL 2: WAT WE HEBBEN KUNNEN LEREN
MdV. Het is nog maar een jaar geleden dat Lehman Brothers omviel. Achteraf ben ik velen tegengekomen die deze crisis met al haar gevolgen hebben voorspeld. Maar anderen, waaronder ikzelf, dachten toen nog steeds dat het in de eerste plaats een Amerikaanse crisis was, dat het ging over de huizenmarkt aldaar. En het duurde even voordat we allemaal scherp hadden dat het een crisis in de financiële dienstverlening was. En dat dit de bedrijfstak bij uitstek is die zich niets aantrekt van nationale grenzen. Geld is het enige product dat met de snelheid van het licht door de wereld raast. Provincialisme is haar vreemd. Met een druk op de knop komt een transactie tot stand. Waar dat gebeurt is volstrekt niet relevant, een vraag die domweg niet aan de orde is.
MVZ, we leven in een samenleving waarin consumptie de weg is naar het geluk, waarin mensen meer willen hebben dan ze kunnen betalen, waarin er hele bedrijfstakken zijn opgericht om aan dat verlangen tegemoet te komen, en waarin vervolgens de overconsumptie betaald wordt door onverantwoorde schuldenposities in te nemen die vervolgens worden afgedekt door ondoorzichtige financiële producten. Al met al een prachtige luchtballon zolang we erin geloven. Zolang er vertrouwen is. Maar zodra iemand begint te roepen dat het een luchtballon is, dat de keizer van de consumptie geen kleren aan heeft, zodra dat gebeurt loopt het ballonnetje pijnlijk pruttelend leeg.
In ieder geval tot de zomer. Want toen trok de beurs weer aan. Afgelopen maanden herstelde zij zich met 50% (wat overigens niet wegneemt dat nog steeds 25% van de waarde van onze bedrijven is verdampt). Hoe dan ook, een paar van de financiële reuzen melden weer winstcijfers. En het is niet te geloven maar het is echt waar: er zijn weer mensen die denken dat het voorbij is. Het leger optimisten groeit iedere dag. En dat niet alleen: domweg omdat zij er niks van hebben gemerkt denken ze ook nog eens een keer dat het niets heeft voorgesteld. Hoezo crisis: slechts een rimpeling op weg naar nog meer consumptie. Ze trekken zich weer terug in de irreële economie waar de beurzen de economische werkelijkheid vertegenwoordigen en niet de fabrieken. Waar geld uit de muur komt en schulden niet meer zijn dan cijfertjes op een papiertje.
En nu MdV, een jaar na het omvallen van Lehman Brothers. Waar staan we nu. Wat hebben we geleerd? Wat zouden we geleerd moeten hebben.
Ten eerste dat een schuld vroeger of later betaald wordt. Moet worden. Onvermijdelijk. En gelijktijdig dat het soms helemaal niet zo gemakkelijk is om die schuld, zelf op het moment dat je hem maakt, ook goed te zien. We hebben het er hier vorig jaar in ons debat met de regering uitgebreid over gehad; als we het hebben over schuld, dan hebben we het niet alleen over hypotheken en creditcards. We hebben het ook, misschien zelfs in de eerste plaats, over de productiemiddelen bij uitstek: energie en grondstoffen, over het opmaken van schaarse middelen, uitputting van bronnen. En als we de rekening daarvan niet willen betalen, vooruitschuiven en neerleggen bij toekomstige generaties, dan moeten we straks niet verbaasd staan te kijken als die toekomstige generaties ons beschuldigen van diefstal. Los van de vragen die wij ons moeten stellen over duurzaamheid, over milieubelasting, de gevolgen van de klimaatverandering en de wereldvoedselproblematiek. Betekent dit dat het maken van schulden hoe dan ook uit den boze is? Nee, dat betekent het niet. Het betekent wel dat je verplicht bent je iedere keer af te vragen wie ervan gaat profiteren. Wat die schulden die we nu maken straks, in de toekomst, aan waarde opleveren.
et
Ten tweede hebben we geleerd dat politici die provinciaals denken in een wereldwijde crisis misschien wel een leuk verhaal te verkopen hebben wat lekker bekt, maar ook dat dit verhaal nergens op slaat en tot niets leidt. Als we het willen hebben over transparantie in de markt, kwaliteit van toezicht, over zoiets als een bankbelasting en het terugbrengen tot begrijpelijke proporties van bonussen van bankiers, dan zullen we dat in internationaal verband moeten doen. Er is geen andere mogelijkheid. Maar dit geldt niet alleen voor het denken over de financiële crisis. Even terug naar onze schulden. Weet u nog, het ging niet alleen over hypotheken en creditcards. Het ging óók over energie en grondstoffen. Over klimaatverandering, water- en voedselschaarste. Het is hier niet anders. Met de rug naar Europa, met cynisme over het belang van de internationale gemeenschap, met politici die op de golven van het populisme zich tot het provincialisme bekeren, met dat alles komen we geen steek verder. Als op de vraag van onze kinderen straks, wat hebben die investeringen van jullie opgeleverd het antwoord wordt: "een tweede huis, een derde auto en een vierde vakantie", dan is er iets goed fout gegaan
Ten derde hebben we geleerd dat we het niet weten. Begrijp me goed
MdV. We weten heel goed waar we naar verlangen. Hoe die samenleving waar we van dromen er uit ziet. Maar gelijktijdig is het zo dat wij, de leden van onze fractie, nog steeds niet zo heel goed kunnen voorspellen wat nu precies de schade is die door deze crisis is aangericht. En laat een ding duidelijk zijn, degene die beweert dat wel te kunnen, die wantrouwen wij ten diepste.
Het is eerder gezegd: als je je baan mag houden, dan gaat er niet zoveel verkeerd: in 2009 een koopkrachtstijging van 1.75% en zelfs in 2010 nog steeds een stijging van 0,25%. En ook de inflatie blijft met 1% erg laag. Dat lijkt allemaal mooi. Maar gaat het ook waar zijn? En de overheidsfinanciën, wat gaat daar nu precies mee gebeuren? Hoe groot wordt dat begrotingssaldo nu? Loopt het echt op tot -6,2% in 2010? En is de overheidsschuld op dat moment echt gestegen van 45.5% in 2007 tot 65,8% in 2010? Het is allemaal uiterst onzeker. De regering gaat uit van een bezuinigingsnoodzaak van ruim 30 miljard op termijn. Er zijn economen, en niet de minste, die een versneld herstel niet uitsluiten waarmee de schade beperkt zou blijven. Hoe dan ook, er blijft veel ongewis, maar een ding weten we wel, zowel de werkgelegenheid als de staat van de overheidsfinanciën, beiden worden bepaald door de kwaliteit van de economische groei. Het centrale probleem is de verwachte krimp in 2009 van 4.75% en het uitblijven van herstel in 2010. Ondanks de stijgende koopkracht en ondanks de lage inflatie. En we weten ook dat je met bezuinigingen nu, op dit moment, de koopkracht alleen maar zult aantasten en daarmee het voorzichtige herstel, mocht het er zijn, al op voorhand de nek omdraait. Maar wat we ook weten, dat is dat we de rekening ooit ergens moeten betalen. Vooruitschuiven kan een tijdje maar dat tijdje kan niet te lang duren.
Ten vierde en voorlopig als laatste hebben we geleerd dat het er op lijkt dat de mens niet zo gek veel leert. Een beetje beursherstel en we gaan gewoon verder met de gemaakte fouten. Heel even was er een hapering, maar nu rennen de lemmingen weer voortvarend verder. Het zou erg zijn als deze crisis voorbij gaat zonder dat we werkelijk iets gedaan hebben aan de onderliggende oorzaken. Als we door zouden gaan met het opbouwen van schulden om die vervolgens als erfenis voor toekomstige generaties achter te laten.
DEEL 3: MET COMMISSIES ALLEEN KOMEN WE ER NIET
MdV: de regering stelt 20 commissies in, bemenst door ambtenaren en voormalige ambtenaren. Die gaan binnen de brede heroverweging beleidsonderzoeken doen. Bij voorkeur op terreinen waar ze geen verstand van hebben. Daarbij wordt een ontkokerde benadering gevolgd, dus los van de departementen. MdV: Het moge een verstandige benadering zijn maar het klinkt niet best. Laat ik eerst zeggen waarom de leden van mijn fractie het een verstandige benadering vinden.
1) De regering kiest hiermee voor continuïteit. Ze laat zich niet gek maken. Straffe bezuinigingen op dit moment kunnen niet aan de orde zijn omdat dit economisch vernietigend uitpakt. Dus de regering neemt de tijd om afgewogen tot zorgvuldige besluitvorming te komen. Dat is goed;
2) De regering maakt gelijktijdig duidelijk dat die bezuinigingen op termijn niet uit kunnen blijven. Er komt een moment, we weten alleen nog niet precies wanneer, dat de overheidsfinanciën weer op orde moeten zijn;
3) Gelijktijdig probeert de regering om langs andere lijnen de economie weer op gang te krijgen, dat doet ze bijvoorbeeld door de crisis en herstelwet, maar ook door drie miljard euro te investeren in nieuwbouw en renovatie van scholen;
4) De regering erkent hiermee dat er door de grenzen van de departementen heen gedacht moet worden.
Tot zover alles in orde. Het probleem van onze fractie, de zorgen van haar leden, betreffen echter niet zozeer wat de regering heeft besloten, maar veel meer wat de regering niet heeft besloten. En die zorgen zijn er niet kleiner op geworden nu we de nadere toelichting op de opdrachten van de regering hebben gelezen.
MdV: Wat ons als eerste opvalt is dat de opdrachtformulering zich feitelijk beperkt tot de vraag: "Hoe korten we 20% op de overheidsuitgaven". Het lijkt wel of de regering hier impliciet het einde van de verzorgingsstaat aankondigt. Want dat wordt onvermijdelijk de uitkomst als je een paar honderd ambtenaren in 20 commissies vraagt om 20% te bezuinigen. Is de regering zich hier wel van bewust? En waarom op voorhand zo defensief. Waarom wordt niet in de eerste plaats aan de commissies gevraagd op welke wijze de overheidsuitgaven, veel meer dan nu, een bijdrage kunnen leveren aan de toekomstige groei van de economie. Want daar gaat het toch om? Het bevorderen van groei en daarmee werkgelegenheid? Met als eindresultaat een kloppend huishoudboekje voor de overheid?
MdV, Wij pleiten niet voor het laten oplopen van onze schulden. Zeker niet. Maar we pleiten wel voor een beleid dat gericht is op kansen. Een voorbeeld: we lazen in de Limburgse krant "de Limburger" dat de minister president bij Mitsubishi wil pleiten voor het onderbrengen van de productie van elektrische auto's in Born. Dat is mooi; de crisis aangrijpen om een voorsprong in een op duurzaamheid gerichte productontwikkeling te verwerven. MdV, het is niet zo heel moeilijk om meer van dit soort voorbeelden te bedenken. Voorbeelden die cirkelen rond begrippen als kennis, innovatie en duurzaamheid. Voorbeelden die vragen om investeringen in publiekprivate samenwerkingsverbanden. Voorbeelden die gericht zijn op groei en niet op bezuinigingen. Voorbeelden die ons op weg helpen naar een samenleving waarin met respect wordt omgegaan met energie en grondstoffen.
MdV, die oriëntatie op groei is niet het enige dat we hebben gemist. Eigenlijk ontbreken de criteria waaraan de regering de resultaten van de commissies gaat toetsen. De regering heeft het over harmonisatie van regelingen, versterking van samenhang, toetsing op nut en noodzaak, stroomlijning van organisaties, doelmatigheid, versobering van beleidsambities. Allemaal nodig maar bepaald niet inspirerend. Wij hadden graag gezien dat er naast technocratische criteria ook een paar politieke criteria waren genoemd. We willen toch graag van deze regering op voorhand weten waar ze staat? Vanuit welke politieke uitgangspunten, gedragen door welke maatschappelijke waarden, zet zij deze honderden ambtenaren nu eigenlijk aan het werk? Laat ik er een paar noemen die de leden van mijn fractie vergeefs gezocht hebben:
1) Solidariteit met toekomstige generaties. Dat vertaalt zich niet alleen in
bezuinigingsvoorstellen sec met als doel om de staatsschuld in de hand te houden. Het vertaalt zich ook in de duurzaamheid van de economische beslissingen die we nu nemen. De investeringen in het terugdringen van het gebruik van energie en grondstoffen. De erkenning van de schaarste. De zoektocht naar alternatieven;
2) Mede in dat licht, hebben we gezocht naar de mate waarin het overheidsbeleid
bijdraagt aan het verhogen van de participatie op de arbeidsmarkt. Ook van ouderen. Want dat is absoluut nodig om het draagvlak voor onze welvaart en onze verzorgingsstaat te behouden. De gedachte dat dit straks alleen door de jongeren van nu kan worden opgebracht is op zijn best naïef te noemen;
3) De mate waarin een bijdrage wordt geleverd aan de insluiting van groepen
medelanders die op dit moment in het huidige tijdsbeeld steeds verder naar de rand van de samenleving worden geduwd. Met als dieptepunt een groot gedeelte van de Kamer aan de overzijde die een debat wil over de kosten van mensen. Kosten in samenhang met hun etnische achtergrond. De mens teruggebracht tot een boekhoudkundig object. MdV, vorig jaar heeft mijn fractie al aangegeven grote moeite te hebben met het registreren van de etnische achtergrond van burgers in dit land. De vraag aan de overzijde naar het gebruik van islamitische voornamen bij pasgeboren kinderen maakt afdoende duidelijk waarom dat zo is;
4) De bijdrage aan de versterking van de internationale gemeenschap. MdV, De
grote vraagstukken van onze tijd, de financiële crisis, de klimaatcrisis, de vraagstukken van water en voedsel, van energie en grondstoffen, ze trekken zich niets aan van toevallige door mensen getrokken geografische grenzen. Niet meer dan strepen in het zand. Met de rug naar Europa gaan wij niets bereiken. De grote vraagstukken van veiligheid en armoede laten zich niet negeren, hoe koppig en kinderlijk we ook moge proberen;
5) En tot slot de mate waarin we de pijn een beetje eerlijk gaan verdelen. MdV,
de komende jaren zullen ingrijpende veranderingen van het overheidsbeleid onvermijdelijk zijn. En dat gaat pijn doen. De leden van mijn fractie denken dat we alleen mogen hopen op respect van onze burgers als we erin slagen om die ingrijpende maatregelen op een rechtvaardige manier vorm te geven. En dat betekent dat we hen die daartoe in staat zijn om een extra bijdrage zullen moeten vragen. Of zoals collega Schuurman het op 20 mei j. zo mooi geformuleerd heeft in onze gezamenlijke vragen aan de regering: Hoe denkt de regering recht te doen aan de rechtvaardigheid dat juist in deze tijden de sterkste schouders de zwaarste lasten dienen te dragen. (Motie indienen)
MdV, ik vat samen: naast het op orde krijgen van ons huishoudboekje gaat het ons om bijdrage aan de groei. En daarbij moet voorop staan de solidariteit met toekomstige generaties en tevens onbetwistbaar de duurzaamheid van ons handelen. Vervolgens gaat het om de mate waarin wij de participatie op de arbeidsmarkt weten te bevorderen, het gaat om de mate waarin we de uitsluiting van groepen medelanders weten om te zetten in insluiting en het gaat om de vraag hoe we dat alles op een rechtvaardige manier kunnen doen. Graag wil ik de regering er nog een keer aan herinneren dat "binding" een van de peilers is onder haar regeringsverklaring. Misschien is het goed om nog eens aan te geven waar we dat nu, anno 2009, in het regeringsbeleid kunnen terugvinden.
DEEL 4: TOT SLOT: VAN AGENDA NAAR BESLUIT
MVz, Graag zouden de leden van mijn fractie de regering voor het komende jaar een aantal gedachten mee willen geven. Het wordt namelijk geen makkelijk jaar. De ploeg staat misschien goed opgesteld maar de wedstrijd moet eigenlijk nog beginnen. En zonder goed samenspel gaat het niks worden.
Er moeten onvermijdelijk moeilijke en pijnlijke beslissingen worden genomen. Neem ze. Doe dat verstandig, evenwichtig en in samenhang. De optie dat deze regering uiteindelijk niet verder komt dan het agenderen van de moeilijke beslissingen en er dus niet in slaagt om daadwerkelijk een positie in te nemen als het gaat om de noodzakelijke hervormingen op de terreinen van zorg, wonen, arbeidsmarkt en oudedagsvoorzieningen is voor ons eigenlijk ondenkbaar. Want: "is daarmee soms het land gediend?". Natuurlijk niet. Zou de regering dat zelf niet ook als een nederlaag ervaren? Natuurlijk ontkennen wij niet de verschillen in politieke opvattingen tussen de verschillende coalitiepartijen. Maar dat verandert niets aan de opdracht aan deze regering. Juist in een tijd van crisis mag je verwachten dat partijen over hun schaduw springen, mag je hopen dat iedereen aan boord blijft. Dat conflicten over komma's uitblijven en overeenstemming op hoofdlijnen zichtbaar wordt. We zitten niet te wachten op voor de poorten van de hel weggesleepte compromissen. Veel mensen zijn onzeker: "Wat gebeurt er met mijn oudedagsvoorziening, mijn hypotheekrente, de eigen bijdrage in de zorg?" Die onzekerheid is niet goed. Misschien nu even onvermijdelijk maar op de langere termijn zeer onwenselijk.
En als er dan beslissingen genomen worden, doe het dan evenwichtig. Een voorbeeld: des te lager het inkomen, des te afhankelijker van de AOW, des te minder heeft de overheid bijgedragen aan de pensioenopbouw en des te korter zal van een pensioen gebruik worden gemaakt vanwege de kortere levensverwachting. Deze werkelijkheid maakt alleen maar ingrijpen in de AOW, zonder bijvoorbeeld gelijktijdig de pensioenopbouw tot een nader te bepalen inkomen te maximeren, buitengewoon moeilijk verteerbaar. Hoe leg je dat uit? Eigenlijk kan het een domweg niet zonder het ander.
En beste regering, durf nu ook eens door te pakken in de wonderbaarlijke wereld van het wonen. Wat pompen we toch waanzinnig veel geld rond met huurtoeslagen en de hypotheekrente aftrek. Internationaal ongekend en langzaam maar zeker niet meer effectief. Een artefact uit het verleden; zowel de toeslag als de aftrek. Maar als een Januskop aan elkaar verbonden. Dat kan en moet anders.
En als we het hebben over de arbeidsmarkt, dan hebben we het over participatie. En als we het hebben over participatie, dan hebben we het erover dat mensen geschikt zijn en geschikt blijven voor die arbeidsmarkt. Dan is scholing toch blijvend belangrijk? En dan lijkt het toch verstandig om ook een relatie te leggen tussen de hoogte van een ontslagvergoeding en de mate waarin door de werkgever in scholing is geïnvesteerd?
Als we het hebben over de verhoging van de eigen bijdrage in de zorg, dan moeten we het toch ook gaan hebben over het scheiden van wonen en zorg. Het is toch raar dat, terwijl de ouders hun huis verlaten om op kosten van de belastingbetaler in te trekken in het verzorgingstehuis, dat op datzelfde moment de kinderen de opbrengst van dat huis mogen delen?
En over diezelfde zorg: terwijl de regering heen en weer slingert tussen wel en geen markt wordt de uitvoeringswerkelijkheid steeds complexer. Het aantal toezichthouders is fenomenaal. Wetgeving met als belangrijkste doel: controle op uitvoering, vermenigvuldigt zich op onaardse wijze. Een bijdrage aan de kwaliteit van de zorg levert het aantoonbaar niet. En de transactie- en frictiekosten zijn ongekend. Volgens sommige onderzoeken meer dan 2 miljard. Gaat de regering het aandurven om te sturen op vertrouwen in plaats van wantrouwen? Wat zou dat niet alleen aan geld maar ook aan arbeidsvreugde opleveren. En niet in de laatste plaats kwalitatief betere zorg.
En als laatste advies: toon u een betrouwbare overheid. Als er ingegrepen moet worden, dan moet dat, maar doe het niet met terugwerkende kracht, hanteer overgangstermijnen die burgers en bedrijven in staat stellen om zich op een nieuwe werkelijkheid voor te bereiden.
MVz, tot slot: Over een jaar staan we hier weer. Als ons dat gegund is. Opnieuw in debat met deze regering én met deze minister president. Wederom als het ons gegund is. We hebben alle vertrouwen in deze regering. Daarover geen misverstand. Maar ons eindoordeel over haar beleid stellen we nog even uit. Tot volgend jaar. Als we weten tot welke kabinetsbesluiten al die commissies en onderzoeken uiteindelijk geleid hebben. MVz, de leden van mijn fractie zijn benieuwd naar de reactie van de regering.