Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm VO Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
t.a.v. de heer mr. drs. Th.W.C. Brok, bestuursvoorzitter 2500 BJ Den Haag
Emmastraat 58 www.minocw.nl
1213 AL HILVERSUM
Onze referentie
DL/A/158031
Uw brief van
7 juli 2009
Bijlagen
1
Datum 13 oktober 2009
Betreft Notitie 'Gevolgen invoering functiemix en entreerecht LD voor de
Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm'
Geachte heer Brok,
U heeft onder andere de directeur VO van mijn ministerie en de vaste kamercom-
missie voor OCW een uitgebreide notitie doen toekomen omtrent de invoering van
de verbetering van de functiemix en het entreerecht LD, en hoewel u daar niet
expliciet om vraagt, wil ik toch graag reageren.
Ik ben - tezamen met de sociale partners in het voortgezet onderwijs - verant-
woordelijk voor de afspraken omtrent de invoering van de verbetering van de
functiemix zoals neergelegd in het Convenant Leerkracht van Nederland VO. In
het convenant zijn de groeipercentages voor de functiemix vastgelegd en deze
zijn nader uitgewerkt en bekrachtigd in de CAO VO. In de CAO is onder andere de
mogelijkheid opgenomen om binnen een bandbreedte LC- en LD-functies uit te
wisselen. Voor uw bestuur zijn de groeipercentages en daarmee de te bereiken
doelstellingspercentages gepubliceerd op de functiemix-website (zie bijlage). Dat
zijn de groeipercentages die ik financier en waar ik een school en haar bestuur
verantwoordelijk voor acht. In 2011-2012 zal ik nagaan of scholen aan deze doel-
stelling voldoen en een beslissing nemen over de verdere oploop van middelen,
zoals is afgesproken in het Convenant Leerkracht van Nederland van werkgevers-
organisaties, werknemersorganisaties en overheid.
De afspraak omtrent het "entreerecht LD1" is een afspraak tussen sociale part-
ners. Het is niet een afspraak waar ik verantwoordelijkheid voor draag. Voor het
merendeel van de scholen in het VO zal het entreerecht geen enkel probleem op-
leveren. Deze afspraak kan voor een beperkt aantal scholen met een hoog aan-
deel leerlingen in de bovenbouw HAVO/VWO en reeds een hoog aandeel leraren in
LC en LD flinke gevolgen hebben. Mijn ministerie heeft destijds de sociale part-
ners op de mogelijke gevolgen gewezen. De sociale partners gaven aan zich daar
1 Vanaf 1 augustus 2014 heeft elke docent met een eerstegraads bevoegdheid,
die structureel ongeacht de omvang lesgeeft in een of meer van de jaren 4 en
5 HAVO en/of 4, 5 en 6 VWO recht op een LD-functie.
a
na 1 van 5
Pagi
bewust van te zijn. Veel van de financiële gevolgen kunnen worden opgevangen Datum
door goed taak-, wervings- en formatiebeleid, maar betekenen ontegenzeggelijk
in een aantal gevallen ook veel voor het taak- en onderwijskundig beleid van een Onze referentie
school. Of dat in uw geval geheel opgaat daar doe ik hier geen uitspraak over, DL/A/158031
want dan zou ik in de rol van de sociale partners treden.
U kunt, zoals u in uw samenvatting ook stelt, dit punt in lokaal CAO-overleg aan
de orde stellen. U vraagt zich verder af hoe ik om zal gaan met de uitkomst van
dat overleg. Mijn standpunt is dat uw bestuur de middelen die ik voor verbetering
van de functiemix ter beschikking stel geheel inzet voor verbetering van de sala-
rispositie van de leraren binnen uw bestuur en daarmee de groeidoelstellingen be-
haalt (met inbegrip van de uitwisselmogelijkheden tussen groei in de schalen LC
en LD). Een afspraak op lokaal niveau kan van deze tripartiet overeengekomen
doelstelling niet afwijken.
Ten slotte wil ik toch ook enige kanttekeningen bij uw notitie en de daarin gepre-
senteerde berekening plaatsen, ook al ligt de verantwoordelijkheid voor het en-
treerecht niet bij mij maar bij de sociale partners.
In uw argumentatie en berekening gaat u onder meer uit van het volgende pun-
ten:
1. U stelt dat een berekening van mijn departement laat zien dat 43 procent
van de leraren binnen uw bestuur recht op LD zou krijgen.
2. In uw berekening kent u de zogenoemde resturen in de bovenbouw
HAVO-VWO toe aan een voltijdsdocent in schaal LD. U gaat daarmee
voorbij aan de mogelijkheid van deeltijdcontracten.
3. Verder gaat u uit van uw huidige (tijdelijk) hoge aandeel leerlingen in de
bovenbouw.
De berekening van het ministerie van OCW waaraan u refereert over het binnen
uw bestuur benodigde aandeel LD-docenten bij invoering van het entreerecht
gaat uit van uw huidige taak-, formatie- en wervingsbeleid. De genoemde 42,8
procent (waar een recht op LD zou ontstaan) wordt voor een belangrijk deel ver-
oorzaakt door leraren die slechts een beperkt aantal uren lesgeven in de boven-
bouw.
Invoering van het entreerecht betekent inderdaad dat er een flinke reallocatie van
uren over leraren moet plaatsvinden, waarbij veel LD-formatie volledig op de bo-
venbouw HAVO-VWO dient te worden gericht. Mede met behulp van de beschik-
baar komende convenantgelden dient in uw geval 29,3 procent (+ 3,0 procent
bandbreedte) van de formatie in LD dient te worden geplaatst (zie bijlage), terwijl
32 procent van de lessen in de bovenbouw HAVO-VWO worden gegeven (zie bere-
kening van OCW). Logistiek wellicht niet eenvoudig, maar in uw geval sluitend.
Tevens wijs ik er op dat uw school relatief weinig LC- en relatief veel LB-functies
kent ten opzichte van vergelijkbare scholen (zie bijlage), hetgeen impliceert dat
uw bestuur in totale loonkosten die u aan leraren besteedt nog kan groeien.
Verder wordt in de notitie van mijn departement aangegeven dat het entreerecht
pas in 2014 een onvervreemdbaar recht wordt. Met andere woorden: u heeft vijf
jaar de tijd om middels taak-, wervings- en formatiebeleid uw populatie leraren
dat lesgeeft in de bovenbouw (ook in termen van uren) op de behoefte af te
stemmen.
Pagina 2 van 5
Datum
Wat betreft de restuur-problematiek en uw relatief hoge aandeel HAVO-VWO leer-
lingen in de bovenbouw. Uw school heeft inderdaad een voor een brede school re- Onze referentie
latief hoog aandeel leerlingen in de bovenbouw HAVO-VWO. Het aandeel is de af- DL/A/158031
gelopen jaren van 31 naar 37 procent gegroeid (zie bijlage). We zien echter ook
dat dat aandeel de komende jaren weer zal afnemen. Fluctuaties in leerling-sa-
menstelling zijn van alle tijden. Het betekent dat de formatie ook in termen van
contractduur en type aanstelling op de vraag moet worden afgestemd. Om fluctu-
aties in leerlingaantallen op te vangen en de financiële lasten van de "restuur-pro-
blematiek" te verminderen is het verstandig om ook met deeltijdcontracten te
werken en daar waar nodig met tijdelijke contracten. Net als bedrijven hebben
scholen ook een, op dergelijke fluctuaties afgestemde, flexibele schil nodig.
Kortom, of in uw specifieke geval het entreerecht tot onoverkomelijke financiële
lasten zou leiden, is een vraag die beter in lokaal CAO-overleg aan de orde kan
komen. Dit geldt ook voor een beperkt aantal andere scholen die met deze pro-
blematiek worden geconfronteerd. Hoe dan ook, de uitkomst van dergelijk lokaal
overleg zal altijd in lijn moeten zijn met de tripartiete afspraak uit het convenant.
Ik verwacht met deze brief meer helderheid te hebben verschaft en wens u veel
succes met het invoeren van de functiemixafspraken, want er komt natuurlijk wel
een behoorlijk bedrag beschikbaar om docenten meer loopbaanperspectief te ge-
ven.
Met vriendelijke groet,
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Pagina 3 van 5
Bijlage Datum
Onze referentie
DL/A/158031
Tabel 1
Aantal leerlingen per schoolsoort
04/05 05/06 06/07 07/08 08/09
J.A. Alberdingk Thijm VO 3.133 3.141 3.120 3.086 3.054
Brugjaar (leerjaar 1-2) 38% 39% 37% 35% 35%
VMBO (leerjaar 3-4) 19% 18% 18% 18% 17%
HAVO / VWO (leerjaar 3) 12% 11% 12% 12% 12%
HAVO (leerjaar 4-5) 14% 13% 13% 13% 13%
VWO (leerjaar 4-5-6) 17% 18% 20% 22% 24%
LWOO (leerjaar 1-4) 0% 0% 0% 0% 0%
VBO/MAVO/HAVO/VWO
(226 instellingen) 2.177 2.184 2.196 2.196 2.182
Brugjaar (leerjaar 1-2) 39% 37% 37% 36% 36%
VMBO (leerjaar 3-4) 22% 22% 21% 20% 19%
HAVO / VWO (leerjaar 3) 9% 9% 9% 9% 10%
HAVO (leerjaar 4-5) 10% 11% 11% 12% 12%
VWO (leerjaar 4-5-6) 10% 10% 11% 12% 12%
LWOO (leerjaar 1-4) 10% 11% 11% 11% 11%
Bron: www.cfi.nl
Tabel 2
Doelstellingen ten aanzien van de functiemix, VS J.A. Alberdingk Thijm
(Kath. Lyceum in het Gooi)
LB LC LD LE Overig
Startmeting (2008) 73,5% 8,1% 18,3% 0,0% 0,0%
Groeipercentage 2011 -30,0% +29,0% +1,0%
Doelstelling 2011 43,5% 37,1% 19,3% 0,0% 0,0%
Groeipercentage 2014 -50,0% +39,0% +11,0%
Doelstelling 2014 23,5% 47,1% 29,3% 0,0% 0,0%
Bron: brochure `Functiemix voortgezet onderwijs'.
Pagina 4 van 5
Tabel 3 Datum
Functiemix, startmeting (2008)
LB LC LD LE Overig Onze referentie
DL/A/158031
J.A. Alberdingk Thijm VO 73,5% 8,1% 18,3% 0,0% 0,0%
VO 63,4% 18,7% 17,0% 0,4% 0,5%
VO - VMBO/HAVO/VWO inst. 64,1% 19,3% 15,6% 0,4% 0,6%
Bron: www.functiemix.minocw.nl
Pagina 5 van 5