Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties





Brief over Afronding inventarisatie rechtmatigheid




13 oktober 2009





> Retouradres Postbus 20011 2500 EA  Den Haag 

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal                                    Programma Krachtig 
Postbus 20018                                                                            Bestuur  
2500 EA  Den Haag                                                                         
                                                                                         Schedeldoekshaven 200 
                                                                                         2511 EZ  Den Haag 
                                                                                         Postbus 20011 
                                                                                         2500 EA  Den Haag 
                                                                                         www.minbzk.nl 
                                                                                         Contactpersoon 
                                                                                         Drs. R.A. Bik  
                                                                                         T 070 4266871 
                                                                                         ronald.bik@minbzk.nl 

                                                                                         Kenmerk 
                                                                                         2009-0000493548 
Datum  9 oktober 2009                                                                     
Betreft Afronding inventarisatie rechtmatigheid                                           
                                                                                         Bijlagen 
                                                                                         3 

In mijn brief van 12 november 2008, kenmerk 2008-0000536927, over de                      
inventarisatie van het rechtmatig handelen bij het uitzetten van gelden bij de twee 
IJslandse banken en Lehman Brothers, heb ik aangegeven dat er bij drie 
medeoverheden (Noord-Holland, Alphen aan den Rijn en Goes) nog externe 
onderzoeken liepen. Deze externe onderzoeken zijn afgerond. Rapportages over de           
rechtmatigheid en het daarop aansluitende verantwoordingsproces zijn primair een 
eigen verantwoordelijkheid van de medeoverheden. Alleen indien hierin ernstige 
tekortkomingen zouden blijken te zijn, kon dit aanleiding zijn tot het instellen van 
een breder onderzoek bij de desbetreffende medeoverheid. De externe rapporten 
van de gemeenten met de conclusie dat rechtmatig is gehandeld gaven mij geen 
aanleiding tot een breder onderzoek.  

In de reactie van 2 juli 2009 geeft Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-
Holland mij met betrekking tot de inventarisatie van het rechtmatig handelen aan 
dat Gedeputeerde Staten bij brief van 5 november 2008 hebben laten weten dat 
Gedeputeerde Staten bij de besluitvorming over de deposito's rechtmatig en 
conform de afgesproken procedures hebben gehandeld. Daarbij hebben 
Gedeputeerde Staten tevens aangegeven dat Provinciale Staten op 30 oktober 
2008 hadden besloten een onderzoekscommissie uit de staten in te stellen, die een 
onafhankelijk onderzoek zou verrichten naar het door Gedeputeerde Staten vanaf 1 
april 2007 gevoerde bestuur aangaande het uitzetten van tijdelijk beschikbare 
financiële middelen. Begin juni 2009 heeft de Onderzoekscommissie haar rapport 
gepubliceerd met als titel: Triple R: regels, rendement, risico. Het rapport 
concludeert op de voornaamste punten van rechtmatigheid dat het college zich 
heeft gehouden aan de regels van de Wet fido en de interne adviseur niet conform 
de Verordening financieel beheer liquiditeitsprognoses opgesteld heeft. Tevens 
wordt in het rapport van de onderzoekscommissie opgemerkt dat in juni 2008 `De 
accountant constateert dat de Treasurer niet beschikt over een actuele 
liquiditeitspositie voor de komende 12 maanden, dat kasramingen niet in het 
treasuryproces worden betrokken en dat er op concernniveau beperkt inzicht 
bestaat in de liquiditeitspositie voor de komende 12 maanden'.  

Het college geeft naar aanleiding van dat rapport aan dat op woensdagochtend 10 
juni in een extra zitting van het college alle gedeputeerden hebben aangegeven hun 
portefeuilles ter beschikking te stellen. Het college stelde vast dat er op zichzelf 
geen sprake was van handelingen die het aftreden van één of meer gedeputeerden 
noodzakelijk zou maken. Toch wilden zij uitdrukking geven aan het feit dat bij 
                                                                                          Pagina 1 van 2 







ingrijpende gebeurtenissen die samenhangen met politiek functioneren, het nodig         Datum 
was dat daar consequenties aan werden verbonden. Om die reden hebben alle               9 oktober 2009 
gedeputeerden besloten hun politieke verantwoordelijkheid te nemen en hun               Kenmerk 
portefeuilles ter beschikking te stellen. Op 15 juni hebben Provinciale Staten          2009-0000493548 
ingestemd met de bevindingen en de aanbevelingen in het rapport aldus het              
college.                                                                                 
Ik heb op basis van het onderzoek naar de rechtmatigheid en de daarop                    
aansluitende beslissingen van beide colleges geconcludeerd dat het horizontale 
verantwoordingsproces naar behoren heeft gefunctioneerd. Het door Noord-Holland 
ingezette onderzoek heeft geleid tot bevindingen en aanbevelingen over 
rechtmatigheid waarmee Provinciale Staten hebben ingestemd en waaraan                  
Gedeputeerde Staten consequenties hebben verbonden. Ik concludeer op basis 
hiervan dat er ook in dit geval geen aanleiding is tot een breder onderzoek.   

In relatie tot het bovenstaande vermeld ik u dat in lijn met mijn brief van 17 
november 2008 (kenmerk 2008-550927) enkele vaktechnische verbeteringen in de 
Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden in werking zijn getreden 
(Staatscourant nr.65, 3 april 2009). In deze regeling zijn regels gesteld tot het 
verder beperken van risico's met betrekking tot uitzetten, derivaten en lenen. Het 
verkapt bankieren (lenen met het enkele doel de middelen tegen een hoger 
rendement uit te zetten) wordt in deze regeling thans ook expliciet verboden.  

Voorts heb ik in mijn brief van 12 november 2008 gemeld dat ik de gegevens over 
de uitzettingen van de gemeenschappelijke regelingen en waterschappen, na 
afstemming met hen, ook aan de Tweede Kamer zou zenden. U treft deze 
overzichten als bijlagen bij deze brief wellicht ten overvloede alsnog aan. Ik merk 
hierbij nog wel op dat dit momentopnamen uit 2008 zijn. 

Een afschrift van deze brief heb ik gezonden aan het college van Gedeputeerde 
Staten van Noord-Holland. 


Mede namens de minister van Financiën, 
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, 




drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten  


Bijlage 1 bij brief overzicht uitzettingen GR'n prov|Pdf-bestandBijlage 2 bi j brief overzicht uitzettingen GR'n gemeenten|Pdf-bestandBijlage 3 bi jbrief overzicht uitzettingen waterschappen|Pdf-bestand 


---- --