Rapport onthult wijdverbreid gebruik van lijfstraffen in Bangladesh 12 oktober 2009, Dhaka, Bangladesh - Eind vorige week is het rapport Children's Opinion Poll 2008: Opinions of Children of Bangladesh on Corporal Punishment gelanceerd door UNICEF en het Ministerie van Vrouwen- en KinderZaken van Bangladesh. Uit het rapport blijkt dat lijfstraffen nog veel gebruikt worden op school, de werkvloer en thuis.

Het rapport onthult schokkende cijfers. 91 procent van de kinderen in Bangladesh zegt lijfstraffen te ontvangen op school, tegen 74 procent thuis. 65 procent rapporteert straf te krijgen op het werk. De straffen variëren van het slaan met een stok tot bedreigen. Ook schelden, het gooien met dingen en schoppen worden als straffen genoemd.

Een stem voor kinderen
Het Verdrag voor de Rechten van het Kind zegt dat alle vormen van zowel geestelijk als lichamelijk geweld tegen kinderen - thuis, op school en op de werkvloer - verboden moeten worden. Het rapport in Bangladesh vertelt UNICEF meer over de mening en ervaring van kinderen zelf met betrekking tot lijfstraffen.

Lijfstraffen worden over het algemeen wijdverbreid gebruikt en geaccepteerd. Uit het rapport komt naar voren dat zelfs veel kinderen geweld op school en thuis acceptabel vinden. Zij zijn wel van mening dat er betere oplossingen zijn, en dat pas tot geweld over gegaan moet worden wanneer bijvoorbeeld advies of een waarschuwing geen effect hebben.

Op het werk worden lijfstraffen echter minder snel geaccepteerd. 59 procent van de werkende kinderen vindt het onacceptabel dat lijfstraffen hier voorkomen.

Typische resultaten
Er komt een aantal opvallende onderzoeksresultaten in het rapport naar voren. Zo blijkt dat ouders minder snel lijfstraffen gebruiken wanneer zij hoger opgeleid zijn. Ook blijkt dat lijfstraffen het meest voorkomen in stedelijke gebieden en sloppenwijken, en onder jongens tussen de 14 en 17 jaar.

Geweld tegen kinderen gaat lijnrecht in tegen de rechten van kinderen. "Geweld gebruiken voor het afdwingen van discipline kan desastreuze gevolgen hebben voor kinderen en mag nooit worden gerechtvaardigd," aldus Carel de Rooy, UNICEF-directeur in Bangladesh.