| | | |
|RAAD VAN | |NL | |DE EUROPESE UNIE | | | |Brussel, 9 oktober 2009 | |14235/09 (Presse 286) | |P 113/09 | |(OR. en) | |PERSMEDEDELING | |Betreft: Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie | |over de zevende Werelddag en de derde Europese dag tegen de | |doodstraf | |Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de | |zevende Werelddag en de derde Europese dag | |tegen de doodstraf |Op 10 oktober gedenkt de Europese Unie de zevende Werelddag en de derde Europese dag tegen de doodstraf.
De EU herhaalt dat zij absoluut tegen de toepassing van de doodstraf is. De EU is ervan overtuigd dat afschaffing van de doodstraf een integrerend onderdeel is van de eerbiediging van de mensenrechten en de bescherming van de menselijke waardigheid. De doodstraf zet het universeel recht op leven op de helling. De staat, die een bijzondere verantwoordelijkheid heeft als laatste garant van de mensenrechten van allen, zou niemand zijn of haar recht op leven mogen ontzeggen. De EU moedigt alle op afschaffing van de doodstraf gerichte maatregelen aan.
De Europese Unie is verheugd over de in 2009 door Burundi en Togo genomen besluiten om de doodstraf geheel af te schaffen. Voorts is de Europese Unie ingenomen met het feit dat alle doodvonnissen in Kenia en Ghana zijn omgezet. Wat betreft de binnen staten genomen maatregelen om de toepassing van de doodstraf te beperken, juicht de Europese Unie de afschaffing van de doodstraf in de staat Nieuw-Mexico (Verenigde Staten van Amerika) toe.
De Europese Unie blijft een beroep doen op Belarus, dat als enig land in Europa nog altijd de doodstraf toepast, om deze af te schaffen.
De Europese Unie betreurt het grote aantal executies dat nog altijd wordt voltrokken in sommige landen, waaronder China, Iran, Saudi-Arabië, Pakistan, de VS en Irak.
Een groot aantal terechtstellingen is het resultaat van onherstelbare gerechtelijke dwalingen. Doodvonnissen worden helaas dikwijls uitgesproken in processen die niet aan de internationaal erkende normen van billijkheid voldoen. De Europese Unie betreurt het dat nog te vaak minderjarigen of geestelijk gehandicapten ter dood worden veroordeeld, hetgeen een flagrante schending van het internationaal recht vormt. Ook betreurt zij dat er openbare, of op onmenselijke wijze uitgevoerde terechtstellingen plaatsvinden. Helaas blijft de toepassing van de doodstraf in sommige staten in een sluier van geheimhouding gehuld.
Een groeiend aantal staten, vandaag bijna honderdveertig, heeft de doodstraf afgeschaft. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft in december 2007 voor de eerste maal een duidelijk signaal afgegeven tegen de doodstraf door een resolutie aan te nemen over een moratorium op het uitspreken van de doodstraf; voor de aanneming hiervan heeft de AVVN zich, samen met partners uit alle regio's van de wereld, vastberaden ingezet. De EU juicht de aanneming van deze resolutie toe als een teken van echte vooruitgang in de richting van de wereldwijde afschaffing van de doodstraf. De Europese Unie zal verdere steun helpen opbouwen voor hervatting van de besprekingen over de doodstraf tijdens de Algemene Vergadering van de VN in 2010.
De Europese Unie zal het punt van de doodstraf , waar passend, aan de orde blijven stellen in haar mensenrechtendialogen en -overleg met derde landen. Wat individuele gevallen betreft, de Europese Unie zal daarop blijven letten en reageren volgens de gevestigde praktijk.
Ook blijft de Europese Unie initiatieven steunen van maatschappelijke organisaties die achter de beweging voor afschaffing van de doodstraf in de wereld staan. De EU prijst de mensenrechtenactivisten die, moedig en vastberaden, in het veld een strijd voeren en initiatieven bundelen om een wereldwijd bewustwordingsproces op gang te brengen.
De kandidaat-lidstaten Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.