4. Antwoorden op kamervragen van Wolbert en Timmer over de
aabesteding van de thuiszorg in Twente
Antwoorden op kamervragen van Wolbert en Timmer over de aabesteding van de
thuiszorg in Twente
Kamerstuk, 13 oktober 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO-K-U-2959440
Datum 12 oktober 2009
Betreft Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Wolbert en
Timmer (beiden PvdA) over de aanbesteding van de thuiszorg in Twente.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Antwoorden op kamervragen van de leden Wolbert en Timmer (beiden PvdA)
over de aanbesteding van de thuiszorg in Twente. (Ingezonden 24
september 2009)
(2009Z17173)
Vraag 1
Kent u het artikel over de aanbesteding van de thuiszorg in Twente? 1)
Antwoord 1
Ik heb hier kennis van genomen.
Vraag 2
Is de suggestie waar dat de meer traditioneel werkende organisaties
een hoger tarief vragen omdat zij een hogere overhead hebben?
Antwoord 2
Daar heb ik geen inzicht in. Iedere organisatie heeft namelijk een
andere kostenstructuur qua directe personeelskosten, kapitaallasten en
overhead.
Vraag 3
Als de gunning van de hulp in de huishouding naar andere
zorgaanbieders gaat dan de huidige, welke personele consequenties gaat
dat dan hebben?
Antwoord 3
Nieuwe partijen met wie de gemeenten een contract gaan afsluiten zijn
verplicht om in overleg te treden met hun voorgangers over de
eventuele overgang van personeel. De totale markt voor deze vorm van
zorg krimpt naar verwachting niet; dus ook al kunnen er verschuivingen
plaatsvinden, de werkgelegenheid in deze sector neemt naar verwachting
zeker niet af.
Vraag 4
Is het waar dat de recente wetswijziging Wet maatschappelijke
ondersteuning (Wmo) nog geen invloed heeft op deze
aanbestedingsgevolgen?
Vraag 5
Moeten de gemeenten die deze aanbesteding doen al in de geest van de
wet handelen en rekening houden met de inspanningen die zij behoren te
leveren ten aanzien van de medewerkers wier functie wordt bedreigd?
Antwoord 4 en 5
Gemeenten hebben bij de recente aanbesteding van huishoudelijke hulp
rekening gehouden met de wetswijziging Wmo die op 1 januari 2010 in
werking zal treden.
Het artikel waarin de overlegbepaling is opgenomen (het nieuwe artikel
10a Wmo) is al eerder in werking getreden, namelijk op 26 augustus
2009. Dit betekent dat gemeenten er zorg voor moeten dragen dat
gegunde en niet gegunde aanbieders met elkaar in overleg treden over
de eventuele overgang van personeel.
Vraag 6
In hoeverre kunnen gemeenten en zorgaanbieders nog gebruik maken van
de mobiliteitscentra en het budget voor bijscholing en loonsuppletie
(motie Van Geel)? 2)
Antwoord 6
Het Mobiliteitscentum Thuiszorg (MCT) heeft formeel eind september
zijn taken beëindigd. Het netwerk dat is gecreëerd met het MCT is
echter gecontinueerd in de zogenaamde brancheservicepunten zorg. De
geboden activiteiten en dienstverlening zijn dan ook onverminderd
beschikbaar.
In 2009 (en 2010) kunnen door thuiszorgaanbieders subsidiemiddelen
worden aangevraagd voor het in dienst nemen van alfahulpen en het om-
her- en bijscholen van medewerkers. Er kan géén subsidie meer worden
aangevraagd voor het compenseren van gecontracteerde tarieven
huishoudelijke hulp. Ik heb uw Kamer daar op 18 september 2009
(29538/31795, nr. 107) over geïnformeerd.
1) Zorgvisie, 22 september 2009: "`Wij zijn Buurtzorg in een volwassen
fase'"
www.zorgvisie.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/nieuwsartikel/Wij-zijn-Buurtzo
rg-in-een-volwassen-fase.htm
2) Kamerstuk 31 200, nr.16
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport