Ministerie van Defensie
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 22
2513 AA Den Haag
Datum 12 oktober 2009
Ons kenmerk 2009010642
Onderwerp Voortgangsrapportage Programma SPEER
Met deze brief informeer ik u, zoals afgesproken, over de voortgang van het
programma SPEER. Deze rapportage betreft de periode 15 maart 2009 tot 15
september 2009.
Opzet
Deze rapportage begint met een samenvattend oordeel over wat het afgelopen half
jaar is bereikt. Vervolgens ga ik, gebruikmakend van de elementen uit het
overeengekomen format (kamerstuk 31 460, nr. 1), dieper in op de voortgang en
ontwikkeling van het programma. In deze rapportage kom ik de toezeggingen na die
ik heb gedaan in de vorige rapportage van 1 april 2009, tijdens het algemeen
overleg van 10 juni jl. en tijdens het wetgevingsoverleg van 16 juni jl. De rapportage
is voorts in overeenstemming met de motie-Eijsink die in dat wetgevingsoverleg is
ingediend en die ik heb aangemerkt als ondersteuning van het beleid.
Achtereenvolgens komen aan de orde:
I Samenvattend oordeel;
II de begrenzing in resultaat: de doelen en de reikwijdte van het programma;
III de begrenzing in geld: de financiën, verdeeld in investeringen en exploitatie;
Pagina 1/20
Ministerie van Defensie
IV de begrenzing in tijd: de voortgang van het programma, de planning, de
mijlpalen en de programmaopbrengsten;
V de risico's;
VI de sturing en de beheersing van het programma SPEER, inclusief de
onderwerpen audits en (kwaliteits)onderzoeken;
VII overige bijzonderheden.
I Samenvattend oordeel
Het afgelopen half jaar zijn er belangrijke stappen gezet in het programma SPEER.
Op 8 juni is de eerste operationele eenheid, het fregat Hr.Ms. van Speijk,
overgegaan op het materieellogistieke ERP-systeem van SAP. Dit was mogelijk na
een grondige en intensieve voorbereiding en door de inzet van de betrokken
personeelsleden. Behalve de Van Speijk is ook de direct ondersteunende
walorganisatie op ERP overgegaan. Hiermee is een begin gemaakt met de
invoering van ERP in de materieellogistieke keten. Gelijktijdig is er een geslaagde
upgrade van Finad uitgevoerd. De positieve ervaringen tot nu toe doen onder
gebruikers het besef toenemen dat het systeem een verbetering betekent voor de
uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden. Voor de acceptatie van het
programma is dit van groot belang.
Dit resultaat kwam niet vanzelf. Als gevolg van de in de vorige rapportage
genoemde personele ondervulling en het achterblijven van het databeheer, hebben
het detailontwerp en de opzet van het materieellogistieke gegevensbeheer
achterstand opgelopen. Om de gevolgen hiervan voor de totale programmaplanning
goed in beeld te krijgen is in mei een "peilstoktoets" uitgevoerd; een korte,
intensieve review van het hele programma SPEER. De uitkomst van deze toets
luidde dat de eerste live overschakeling in de zeeketen volgens plan kon doorgaan,
maar dat het goed is het programma, binnen de gestelde kaders van tijd en geld, op
punten te herfaseren en enkele tussentijdse maatregelen te treffen. Daarbij gaat het
om maatregelen betreffende de inrichting van de (data)beheerorganisatie, het
verwerken van lessons learned in de toe te passen migratie en de verdere
migratieplanning, en om het verder op orde brengen van enkele
Pagina 2//20
Ministerie van Defensie
randvoorwaardelijke activiteiten, zoals opleidingen, testprocedures en
systeemdocumentatie, zodat gelijke tred wordt gehouden met de projectplannen.
Om dit te bewerkstelligen is een consolidatieperiode van een paar maanden
ingelast.
In de afgelopen rapportageperiode is ook het migratieplan materieellogistiek verder
uitgewerkt. Deze uitwerking is gericht op de tijdstippen waarop de diverse
eenheden migreren. Het migratieplan is van belang voor het moment waarop oude
informatiesystemen (legacy) kunnen uitfaseren en de programmaopbrengsten
kunnen worden geïncasseerd. Naar het zich nu laat aanzien hebben de herfasering
en tussentijdse maatregelen geen gevolgen voor de begrenzing van SPEER fase 1
in product, tijd en in geld; de voltooiing van fase 1 is nog steeds midden 2014
voorzien met een investeringsbudget van 268,1 miljoen. De personele bezetting in
het programma verbetert geleidelijk en het ziet er naar uit dat in oktober een
vooralsnog aanvaardbare vulling van 89 procent wordt bereikt. Kwantitatief is dit
een verbetering, maar er is extra aandacht nodig om de vulling van de
programmaorganisatie ook kwalitatief op niveau te houden. Het project Data is
onverminderd kritisch en de maatregelen voor de vulling van de tijdelijke organisatie
voor het gegevensbeheer behouden prioriteit.
Tot slot is de afgelopen periode de inventarisatie van de programmaopbrengsten
gemaakt. Wat het aantal te reduceren formatieplaatsen betreft, staat de
oorspronkelijke doelstelling overeind, hoewel de gedetailleerde invulling ervan niet
probleemloos verloopt. Zo zijn door eerdere reducties ook al plekken verdwenen.
Zowel de verdeling van de reducties over de defensieonderdelen als de tijdige
uitvoering ervan vergt nog nadere besluitvorming. In hoofdstuk IV wordt hierop
concreet ingegaan.
Pagina 3//20
Ministerie van Defensie
DE BEGRENZING IN RESULTAAT
II Doelen en reikwijdte van het programma
De doelstellingen van het programma SPEER zijn onveranderd gebleven. De
normen voor het bereiken van deze doelstellingen en de streefwaardes/indicatoren
daarvoor worden, zoals op 16 juni toegezegd, in onderstaand overzicht getoond.
Het is een actualisering van het overzicht van juni 2008 (Kamerstuk 31 460, nr, 2).
Tabel 1, doelstelling, norm, streefwaarde/indicator en stand van zaken
Doelstelling Norm Streefwaarde/ indicator Stand van zaken
1. de ondersteuning van Volledige ERP-technologie volledig ERP-technologie
een defensiebrede, bevoorradingsketen uitgerold in de volledig uitgerold in het
paarse bedrijfsvoering en voorzien van functiegebieden: financiële functiegebied;
joint operationeel uniforme IV- financiën, transport, overige functiegebieden
optreden ondersteuning (één bevoorrading en volgen stapsgewijs (zie
ERP-systeem voor verwerving ook het overzicht in
de gehele keten) hoofdstuk IV).
2. de ondersteuning van Alle betrokken ERP-technologie volledig ERP-technologie
het besturingsmodel processen bij de uitgerold in het financiële volledig uitgerold in het
defensieonderdelen functiegebied in 2008; in financiële functiegebied;
gestandaardiseerd het bevoorradings- en overige functiegebieden
en geïntegreerd verwervingsfunctiegebied volgen stapsgewijs (zie
midden 2014 en bij de ook het mijlpalen-
onderhoudseenheden van overzicht in hoofdstuk
CZSK, CLAS, en CLSK in IV).
2014
3. doelmatigheidswinst Alle besparingen Eerste deel besparingen Eerste 164 VTE'n
door procesefficiency en toegewezen aan de (60% van 1030 VTE'n = verbijzonderd (zie
de herbelegging van defensieonderdelen 668 VTE'n én 25 procent vorige rapportage).
processen en ingeboekt in de van 80 = 20 M) Voor het restant fase 1
begroting gedurende fase 1 SPEER. (504 VTE'n en 20M)
zie hoofdstuk IV.
4. doelmatigheidswinst en Alle grote legacy De legacy systemen op GVKKA uitgefaseerd.
betere beheersbaarheid systemen vervangen matlog en financieel Uitfasering van de
van het IV-beheer door de door één ERP- gebied (GVKKA, overige systemen volgt
uitfasering van de legacy systeem VASLOGDOC, VA/ALVA, uit de matlog
systemen. IMDS, CVBKL, BBSKL, migratieplanning.
CDOS 1/2/3, OBVT)
uitgefaseerd midden 2014
De reikwijdte van het programma luidt onverminderd:
- de defensiebrede migratie van de financiële processen naar SAP (Finad);
Pagina 4//20
Ministerie van Defensie
- de bouw en de migratie van logistieke basisfunctionaliteiten ten behoeve van de
uitrol bij de operationele commando's (SAP kernel 1);
- de bouw en migratie van basis- en geavanceerde logistieke functionaliteiten in
de eerste plaats ten behoeve van de Defensie Materieelorganisatie (DMO) en
het Commando Diensten Centra (CDC) (SAP kernel 2).
DE BEGRENZING IN GELD
III Financiën
Het programma SPEER heeft een investeringsbudget en een exploitatiebudget.
Deze budgetten vormen het budgettaire kader van het programma.
Investeringen
Het programma SPEER beschikt over een projectvolume van 268,1 miljoen ten
behoeve van investeringsuitgaven. Daarvan is tot en met 2008 133,3 miljoen
uitgegeven. Voor de periode 2009 tot en met midden 2014 resteert dus een bedrag
van 134,8 miljoen, waarvan 44,4 miljoen voor 2009. In 2009 wordt het
investeringsbudget vooral aangewend voor het detailontwerp van kernel 2, de
verbetering van kernel 1, de invoering van SAP in de maritieme keten van het
materieellogistieke functiegebied en de voorbereiding op de invoering in de andere
ketens. Het investeringsbudget is zichtbaar in de begroting van Defensie op
beleidsartikel 26 waar het programma als IV-investering is toegelicht onder de
noemer ERP/M&F (SPEER). In tabel 2 zijn de verrichte en voorziene
investeringsuitgaven in het programma SPEER weergegeven. De budgetten in de
tabel vormen de basis voor verantwoording in volgende voortgangsrapportages.
Pagina 5//20
Ministerie van Defensie
Tabel 2: investeringsbudget ERP/M&F tot en met 2014 (bedragen in miljoen)
Activiteiten/projecten Realisatie Raming Totaal
t/m 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
1. Programma-aanpak 56,5 11,8 7,8 5,1 3,7 3,7 0,1 88,7
2. High Level Design 3,2 0,1 3,3
- Financiële domein 0,2 0,2
- Materieellogistieke domein 3,0 0,1 3,1
3. Detailontwerp en bouw 46,8 17,3 14,3 7,6 86,0
4. Migratie 18,6 15,2 15,4 18,6 7,8 3,8 2,4 81,9
- Migratievoorbereiding 5,4 5,4
- Project FINAD 11,3 0,5 0,5 1,3 0,5 14,0
- Project Grondgebonden optreden 1,7 2,8 8,9 12,3 4,8 2,2 1,5 34,2
- Project Maritieme keten 4,1 2,7 2,7 1,4 1,0 0,2 12,1
- Project Luchtgebonden keten 3,9 1,8 2,4 1,2 0,6 0,7 10,6
- Project Data 0,3 3,9 1,4 5,6
5. Beheer 8,2 8,2
Totaal 133,3 44,4 37,5 31,4 11,5 7,5 2,5 268,1
Toelichting bij de tabel
Ten opzichte van de vorige Voortgangsrapportage zijn in de tabel de volgende
wijzigingen aangebracht:
1) Tot en met 2007 zijn ten laste van het investeringsbudget uitgaven gedaan die
naar de aard daarvan onder de noemer "beheer" vallen. Deze uitgaven worden
vanaf nu in tabel 2 apart zichtbaar gemaakt. Gedacht moet worden aan uitgaven
voor testomgevingen, applicatiebeheer en netwerken. Uitgaven voor beheer komen
met ingang van 2008 ten laste van het budget voor exploitatievoorbereiding.
2) Op basis van realisatieverwachtingen zijn verschuivingen in de meerjarige reeks
verwerkt. Daarbij is de raming voor 2009 verlaagd van 48,1 miljoen tot 44,4
miljoen. Van het investeringsbudget voor 2009 is tot nu toe 29,5 miljoen
uitgegeven (stand 1 september).
Exploitatie
Het programma SPEER beschikt over een exploitatiebudget voor de
voorbereidingen op de invoering van SAP. De omvang van dit exploitatiebudget is
117,3 miljoen. Het exploitatiebudget wordt grotendeels aangewend voor interne
Pagina 6//20
Ministerie van Defensie
leveringen door de Bedrijfsgroep IVENT. Het budget voor exploitatievoorbereiding
maakt deel uit van de ramingen voor "exploitatie informatievoorziening" op
beleidsartikel 26 van de defensiebegroting. Van het exploitatiebudget voor 2009 is
tot dusver 7,0 miljoen uitgegeven (stand 1 september).
Tabel 3: exploitatiebudget ERP/M&F tot en met 2014 (bedragen in miljoen)
Activiteiten/projecten Realisatie Raming Totaal
t/m 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
1. Kennisoverdracht 1,0 3,0 2,5 1,8 1,7 1,7 0,3 11,9
2. Programmaondersteuning 4,4 3,7 3,8 3,5 3,0 3,0 0,5 21,9
3. Datamigratie, synchronisatie en 4,4 8,5 6,2 3,7 0,7 0,1 23,5
onderhoud
4. Testomgevingen 1,0 5,5 2,8 1,9 1,1 1,0 0,2 13,5
5. Beheer programmalandschap 5,2 6,5 6,6 5,6 4,2 3,1 0,5 31,5
6. ICT-infrastructuur 3,6 3,9 2,2 2,0 2,0 1,5 15,3
Totaal 19,5 31,2 24,0 18,5 12,7 10,4 1,5 117,3
Gelijktijdig beheer van SAP en legacy
In de vorige rapportage (Kamerstuk 31 460, nr. 6) is uitgelegd dat er tijdelijk sprake
zal zijn van gelijktijdige beheerskosten van de legacy systemen en de ingevoerde
SAP-systemen. In de voorbereiding van de begroting 2010 is vastgesteld dat deze
uitgaven deel uitmaken van de ramingen voor "exploitatie informatievoorziening" op
beleidsartikel 26 van de defensiebegroting. Daarin is de volgende meerjarige reeks
verwerkt:
Tabel 4: tijdelijke uitgaven voor beheer tot en met 2014 (bedragen in miljoen)
2009 2010 2011 2012 2013 2014 Totaal
Tijdelijk hogere uitgaven voor beheer 10,4 11,3 12,6 16,5 18,1 18,1 87
Pagina 7//20
Ministerie van Defensie
Inzet intern en extern personeel
In het programma SPEER zijn op dit moment (omgerekend naar volledige functies)
470 medewerkers werkzaam, waarvan 319 defensiemedewerkers en 151 externe
medewerkers (dit aantal schommelt). Het externe personeel wordt niet ingezet op
formatieplaatsen van Defensie. Het gaat om uitbesteed werk dat samen met de
defensiemedewerkers wordt verricht. In tabel 5 is de verdeling hiervan per
deelproject weergegeven.
Tabel 5: inzet intern en extern personeel per 1 september 2009 (aantal vte'en)
Activiteiten/projecten Intern Intern Intern Extern Totaal
cat. A cat. B Totaal
1. Programma-aanpak 89 49 138 33 171
2. High Level Design 0 0 0 0 0
3. Detailontwerp en bouw 39 3 42 68 110
4. Migratie 118 21 139 50 189
- Project FINAD 9 0 9 6 15
- Project Grondgebonden optreden 38 5 43 11 54
- Project Maritieme keten 31 1 32 10 42
- Project Luchtgebonden keten 30 1 31 9 40
- Project Data 10 14 24 14 38
Totaal 246 73 319 151 470
Toelichting bij de tabel
Omwille van de financiering wordt bij intern personeel onderscheid gemaakt tussen
medewerkers van de defensieonderdelen (categorie A) en medewerkers van de
Bedrijfsgroep IVENT (categorie B). De inzet van categorie A wordt gefinancierd uit
de reguliere apparaatbegrotingen van de defensieonderdelen, terwijl de inzet van
categorie B ten laste komt van het exploitatiebudget van SPEER. Externe
medewerkers, ten slotte, worden gefinancierd uit het investeringsbudget van
SPEER.
Pagina 8//20
Ministerie van Defensie
DE BEGRENZING IN TIJD
IV Voortgang van het programma, planning en mijlpalen
In mei is de eerste "peilstoktoets" uitgevoerd. Deze toets had tot doel vast te stellen
of het programma in zijn volle omvang kon worden voorgezet binnen de huidige
grenzen (doel, geld en tijd). Onderzocht is welke gevolgen de bekende risico's - de
personele tekorten, het achterblijven van de organisatie voor het databeheer -
zouden hebben voor de voortgang van het programma en wat de mogelijkheden
zijn om deze risico's met maatregelen te ondervangen. Er zijn voorstellen gedaan
om het programma verder te stroomlijnen, zoals de vereenvoudiging van de
migratiemethodiek, verkleining van het aantal overgangsmomenten en de nadere
fasering van de nieuwe ERP-functionaliteiten. Ook is geconstateerd dat een
consolidatieperiode nodig is om een aantal onderwerpen, zoals opleidingen,
testprocedures en systeemdocumentatie, op orde te brengen.
Intussen is een aanvang gemaakt met de uitvoering van de aanbevelingen,
waaronder de invoering van de consolidatieperiode. Omdat deze periode betrekking
heeft op activiteiten die niet op het kritieke pad van de programmaplanning liggen,
leidt dit niet tot uitloop van het programma. Het gaat dus om een aanpassing van de
planning binnen de gestelde begrenzing in tijd en geld.
Op basis van de bevindingen van de "peilstoktoets" is nog eens goed gekeken naar
de migratieplanning in de vorige rapportage. Deze planning beschrijft de tijdstippen
waarop de uiteenlopende eenheden migreren en is zodoende bepalend voor de
tijdstippen waarop oude informatiesystemen kunnen uitfaseren. Besloten is de
voornoemde migratiestrategie en planning op een aantal punten aan te passen.
De prioriteit wordt verlegd van de uitbreiding met nieuwe functionaliteiten naar:
- de verbreding van de doelgroepen die van de nieuwe processen en het
ERP-systeem gaan gebruikmaken;
- de optimalisering van de ondersteuning en de volledige invoering (sluiten
van de keten) in de basisprocessen;
- het zo spoedig mogelijk uitfaseren van legacy systemen.
Pagina 9//20
Ministerie van Defensie
De onderliggende projecten
Het programma SPEER behelst projecten die het fundament van de ERP-migratie
vormen, te weten High Level Design MATLOG, Detailontwerp & Bouw en Data, en
een aantal projecten die gericht zijn op de invoering van het ERP-systeem als
zodanig. Dit zijn de projecten Zeeketen, Luchtketen, keten Grondgebonden
Optreden en FINAD. Alle zeven projecten komen hieronder aan de orde.
1. Het project High Level Design MATLOG is eind maart 2009 voltooid.
De uitgaven aan het ontwerp bedroegen 3,3 miljoen.
2. Het project Detailontwerp & Bouw (DO&B).
Het project DO&B is gericht op het onderhoud van het ERP-systeem dat
intussen in gebruik is genomen - in het bijzonder door middel van kernel 1-
aanvullingen ten behoeve van de MATLOG-migratie bij de operationele
commando's - en de ontwikkeling van nieuwe ERP-functionaliteiten voor
onder meer DMO en CDC (kernel 2). Het project DO&B heeft vertraging
opgelopen door personele onderbezetting, de inzet van DO&B-personeel
elders in het programma en de ingelaste consolidatieperiode. Toch heeft dit
geen gevolgen voor de looptijd van het programma als geheel. Dit komt
omdat de reeds ter beschikking gestelde ERP-functionaliteit (kernel 1) met
enkele tijdelijke bedrijfsvoeringsmaatregelen toereikend blijkt te zijn voor een
verdere uitrol in het materieellogistieke functiegebied. Door de planning van
kernel 2 aan te passen en in te spelen op de prioriteiten in het
migratieproces, kan worden voorkomen dat de activiteiten van DO&B het
kritieke pad van het programma beïnvloeden.
Van het totale projectbudget voor Detailontwerp en Bouw ( 86,0 miljoen) is
tot nu toe 56,9 miljoen uitgegeven, waarvan 10,1 miljoen in 2009 (stand
1 september).
Pagina 10//20
Ministerie van Defensie
3. Het project Data.
Ten behoeve van de overschakeling van het eerste fregat op de SAP-
omgeving is een "datamigratiestraat" met bijbehorende middelen ingericht
om de data vanuit de legacy systemen te kunnen overzetten naar het SAP-
systeem. Deze speciale werkomgeving functioneert in technisch en
kwalitatief opzicht goed en biedt een basis voor de verdere materieel-
logistieke datamigratie. Het streven is er op gericht midden 2011 het
gegevensbeheer te hebben belegd in de reguliere organisatie. Het grote
belang van gegevensbeheer voor de geïntegreerde, met ERP ondersteunde
informatievoorziening is intussen in beleid vastgelegd en de
organisatorische gevolgen hiervan worden samen met de
defensieonderdelen doorgenomen.
Het is tussen nu en 2011 van groot belang dat de capaciteit op het gebied
van het gegevensbeheer in het juiste tempo en defensiebreed wordt
gebundeld, zodat gelijke tred kan worden gehouden met de invoering van
SAP. Daarom wordt een tijdelijke organisatie voor gegevensbeheer
voorbereid die de basis moet vormen voor verdere opschaling tot midden
2011, waarna het gegevensbeheer zijn definitieve vorm zal bereiken. De
tijdelijke organisatie voor het gegevensbeheer moet nog dit najaar aan de
slag zijn, want dat is kritisch voor de datamigratie en daarmee voor het tijdig
afmaken van het programma. Het heeft daarom de hoogste prioriteit.
Van het totale projectbudget voor Data ( 5,6 miljoen) is tot nu toe 2,9
miljoen uitgegeven, waarvan 2,6 miljoen in 2009 (stand 1 september).
4. Het ketenproject Zee
Dit ketenproject is op 8 juni 2009 live gegaan op het fregat Hr.Ms. van
Speijk, inclusief de direct betrokken materieellogistieke walondersteuning.
De eerste gebruikerservaringen zijn positief en er zijn geen ernstige
tekortkomingen geconstateerd. In de aanloop naar de overgang op 8 juni is
gewerkt aan een zo "paars" mogelijke datamigratie. De ervaringen die
Pagina 11//20
Ministerie van Defensie
hiermee zijn opgedaan zullen bij de andere ketenprojecten worden gebruikt.
Ook op andere gebieden opleidingen, beheer, testen zullen de
ervaringen van de zeeketen worden meegenomen. In juni 2009 is na de
overgang direct een interne evaluatie uitgevoerd. De inzichten en resultaten
zullen worden gebruikt bij de invoering van het systeem op de volgende
schepen en in de overige ketenprojecten. Hr.Ms. Van Speijk vaart vanaf
augustus met het systeem. De operationele ervaringen die hierbij worden
opgedaan zullen eveneens worden benut bij de verdere uitrol van het
systeem in de overige ketens.
Voor het einde van het jaar is de overgang op SAP op het fregat Hr.Ms. van
Amstel (het zusterschip van Hr.Ms. van Speijk) voorzien als onderdeel van
tranche 1 van de zeeketen. Er wordt nog bepaald welk schip als derde op
SAP zal overgaan en wanneer dat zal gebeuren. Als gevolg van de
aanpassing van de planning die eerder in deze brief is toegelicht, wijkt dit
vooruitzicht af van de vorige rapportage waarin nog stond dat het tweede en
derde schip in de tweede helft van 2009 op SAP zouden overgaan.
Van het totale budget voor het maritieme ketenproject ( 12,1 miljoen) is tot
nu toe - en volledig in 2009 - 3,7 miljoen uitgegeven (stand 1 september).
5. Het ketenproject Grond Gebonden Optreden
Een rechtszaak die een van de marktpartijen had aangespannen tegen de
gunningsuitslag van een migratiecontract is door Defensie gewonnen. De
benodigde contracten zijn nu getekend, zodat het ketenproject GGO
voldoende tempo maakt met de uitvoering van de eerste tranche. De eerste
migraties van deze keten worden volgens planning uitgevoerd in het derde
kwartaal van 2010. Het projectplan GGO zal worden aangepast aan de
nieuwe migratiestrategie. De verwachting is dat het ketenproject
onveranderd in 2014 wordt voltooid.
Pagina 12//20
Ministerie van Defensie
Van het totale budget voor het project Grondgebonden Optreden ( 34,2
miljoen) is tot nu toe 2,7 miljoen uitgegeven, waarvan 1,1 miljoen in 2009
(stand 1 september).
6. Het ketenproject Lucht
Bij dit project zijn de voorbereidingen van de invoering van SAP ten behoeve
van de NH90-helikopter in volle gang. De werkzaamheden liggen op
schema. Er zijn nog enkele problemen met de personele vulling, vooral op
het vlak van data, maar deze worden opgelost met een tijdelijke verhoging
van de personeelscapaciteit van de migratiepartners. De verwachting is dat
de overgang per februari 2010 wordt gehaald. De voorbereidingen voor de
verdere uitrol met kernel 2 en de aanbestedingsactiviteiten voor de volgende
tranche zijn begonnen.
Van het totale budget voor het luchtgebonden ketenproject ( 10,6 miljoen)
is tot nu toe en volledig in 2009 - 2,8 miljoen uitgegeven (stand 1
september).
7. Het project Finad:
Finad is ruim een jaar in gebruik en functioneert naar behoren. Op een
aantal punten zijn nog verdere verbeteringen voorzien. Uit een recente
draagkrachtmeting onder alle eindgebruikers blijkt dat men steeds beter zijn
weg weet te vinden.
Intern is de evaluatie van de jaarovergang 2008-2009 klaar en er zijn in
overleg met de Audit Dienst Defensie diverse verbeteringsmaatregelen
opgesteld. Een aantal daarvan heeft geleid tot aanpassingen in het systeem
die in september zijn doorgevoerd. Omdat er prioriteit wordt gegeven aan
een probleemloze totstandkoming van de volgende jaarrekening, wordt
begin oktober een tussentijdse verantwoording van de jaarovergang 2009-
2010 uitgevoerd.
Pagina 13//20
Ministerie van Defensie
Door de overgang van Hr.Ms. Van Speijk op SAP is duidelijk geworden dat
de doorwerking van de financiële componenten in de materieellogistieke
processen extra aandacht behoeft.
Van het totale budget voor het project Finad ( 14,0 miljoen) is tot nu toe
11,4 miljoen uitgegeven (stand 1 september).
Het mijlpalenoverzicht
Het mijlpalenoverzicht kent ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage enkele
verschuivingen. Deze betreft onder meer het moment waarop kernel 2 volledig
wordt opgeleverd en de migratie van de ketenprojecten (sommige tranches eerder,
andere later). Zoals gemeld aan het begin van dit hoofdstuk IV is het
mijlpalenoverzicht aangepast aan de uitkomsten van de "peilstoktoets" en de
ontwikkelde migratiestrategie. De verschuivingen vallen binnen de totale
migratieperiode. De eerder genoemde verdere uitwerking van de migratieplanning
is gericht op het concreter plannen van de mijlpalen.
Tabel 6: mijlpalenoverzicht:
Mijlpaal Toelichting Datum gereed
Migratie maritieme keten, Datum waarop de eerste tranche Eerste kwartaal
Eerste tranche maritieme keten wordt voltooid. 2010
Migratie Luchtketen, Datum waarop kernel 1 functionaliteit in Eerste kwartaal
Eerste go live (NH90) de luchtketen in werking treedt. 2010
Migratie Luchtketen Datum waarop de eerste tranche Tweede kwartaal
Eerste tranche luchtketen wordt voltooid. 2010
Migratie Grond Gebonden keten, Datum waarop kernel 1 functionaliteit in Vierde kwartaal
Eerste go live (320 Matlog peloton) de keten Grond Gebonden Optreden in 2010
werking treedt.
Migratie Grond Gebonden keten, Datum waarop de eerste tranche in de Eerste helft 2011
Eerste tranche grondgebonden keten wordt voltooid.
Project Data, Datum waarop het tijdelijke centrale Midden 2011
Oplevering Centraal gegevensbeheer overgaat naar de
Gegevensbeheer. reguliere centrale
Pagina 14//20
Ministerie van Defensie
gegevensbeheerorganisatie.
Oplevering eerste release kernel 2. Datum waarop de eerste deellevering Midden 2011
(release 2.0) van kernel 2 functionaliteiten ter
beschikking gesteld kunnen worden aan
gebruikersorganisatie.
Migratie maritieme keten, Datum waarop het eerste deel van Tweede helft 2011
Tweede tranche (primeur Divisie kernel 2 functionaliteit is beproefd in de
Logistieke Diensten) maritieme keten.
Migratie Luchtketen, Datum waarop het eerste deel van Tweede helft 2011
Tweede tranche (primeur PC-7) kernel 2 functionaliteit is beproefd in de
luchtketen.
Migratie Maritieme keten, Datum waarop de volledige uitrol binnen Tweede helft 2012
Derde tranche de maritieme keten is voltooid.
Migratie Grond Gebonden keten, Datum waarop deellevering kernel 2 met Tweede helft 2013
Tweede tranche (primeur DVVO en transportfunctionaliteit is beproefd in de
TRANSPORTBT 100+200) grondgebonden keten.
Oplevering laatste release kernel 2 Datum waarop de laatste deellevering Tweede helft 2013
(release 2.3) van kernel 2-functionaliteiten ter
beschikking gesteld kunnen worden aan
gebruikersorganisatie.
Migratie Luchtketen, opschaling, Datum waarop de volledige uitrol binnen Midden 2014
tweede tranche (inclusief de luchtketen is voltooid.
opschaling)
Migratie keten Grond Gebonden Datum waarop de volledige uitrol binnen Midden 2014
Optreden, opschaling, derde tranche de keten grondgebonden optreden is
voltooid.
Programmaopbrengsten
De afgelopen maanden zijn de te behalen opbrengsten (668 vte'n in SPEER fase 1
en jaarlijks 20 miljoen in de materieelexploitatie) opnieuw tegen het licht
gehouden. Hierbij is onder meer gebruikgemaakt van de ervaringsgegevens van de
firma SAP op grond van de ERP-toepassingen overal ter wereld. Met deze
benchmark is getoetst of de aannames van eind 2003 met betrekking tot de
opbrengsten van SPEER realistisch waren en of de beoogde vermindering van
functies werkelijk mogelijk is. Zoals bekend moeten de opbrengsten worden
gevonden in het materieellogistieke functiegebied en in het functiegebied planning
en control. Zij vloeien voort uit de mogelijkheden die het ERP-systeem biedt om de
processen doelmatiger te laten functioneren en de verwachting dat het werken met
Pagina 15//20
Ministerie van Defensie
één systeem en met dezelfde processen de mogelijkheid biedt de organisatie
doelmatiger in te richten. Uit het onderzoek is gebleken dat het niet eenvoudig zal
zijn de beoogde opbrengsten te verwezenlijken. De organisatie van 2003 is immers
niet meer dezelfde als die van nu.
Voorts is er sprake van een faseverschil tussen de opbrengsten zoals die in de
begroting zijn ingeboekt (vanaf 2010) en het moment waarop ze in werkelijkheid
worden behaald. Dit hangt samen met de migratiesystematiek die er omwille van de
zorgvuldigheid op is gericht kleinschalig met de invoering te beginnen en
vervolgens op te schalen binnen de ketens. Dit Madurodam-principe was nog geen
onderdeel van de planning in 2003. Dit impliceert dat opbrengsten in hun volle
omvang niet voor het einde van SPEER fase 1 kunnen worden behaald. Dit neemt
niet weg dat Defensie vasthoudt aan de oorspronkelijke doelstelling zoals
vastgelegd in de begroting 2010 en de meerjarenraming, ook uit budgettaire
noodzaak.
De opbrengsten van 20 miljoen in de materieelexploitatie zullen, zoals ik in het
overleg van 10 juni jl. heb gemeld, vanaf 2014 worden behaald.
V Risico's
In de vorige rapportage heb ik gemeld wat de drie grootste risico's voor het
programma zijn. De ontwikkelingen in de afgelopen periode leiden tot het volgende
beeld.
1. Capaciteit SPEER. De huidige programmaplanning is alleen haalbaar als
de personele vulling van het programma ten minste 85 procent bedraagt.
Het programma SPEER is hiervoor volledig afhankelijk van de capaciteit
(kwantitatief en kwalitatief) die vanuit de defensieonderdelen beschikbaar
wordt gesteld. De wervingsinspanningen zijn geïntensiveerd om op uiterlijk 1
oktober 2009 deze streefwaarde van 85 procent te behalen. Dit is gelukt; op
1 oktober is een vullingpercentage van 89 procent gehaald. Naast een
Pagina 16//20
Ministerie van Defensie
toereikende kwantitatieve vulling zijn uiteraard ook (het vasthouden van) de
benodigde kennis en deskundigheid van belang. Daarom wordt er extra
aandacht gegeven aan de scholing van instromend personeel en wordt het
zittende personeel zo lang mogelijk aan SPEER gebonden door vast te
houden aan de maximale plaatsingsduur.
2. Datamigratie. Bij de overgang van het fregat Hr. Ms. Van Speijk op SAP is
gebleken dat de faciliteiten voor de datamigratie waarover het programma
SPEER beschikt, vooralsnog toereikend zijn, maar ook dat de inrichting van
de organisatie voor het gegevensbeheer bij de planning achterbleef. Om de
overgang zeker te stellen is gekozen voor een kortetermijnoplossing. Voor
de verdere uitrol van SAP in het materieellogistieke functiegebied wordt
stapsgewijs vanaf eind 2009 een tijdelijke organisatie voor het
gegevensbeheer tot stand gebracht. Het SAP-gegevensbeheer zal tot eind
2010 grotendeels bovenop de bestaande beheerlast van gegevens in de
legacy systemen komen. Een toereikende bezetting van de tijdelijke
beheerorganisatie is cruciaal. Aangezien hierbij wordt geleund op capaciteit
uit de staande organisatie, zullen zich verdringingseffecten in de reguliere
bedrijfsvoering voordoen. In de eerste helft van 2011 zal de legacy
beheerlast gaan afnemen. Uiteindelijk zal het SAP-gegevensbeheer midden
2011 worden ondergebracht in de staande organisatie. Hiervoor wordt een
reorganisatietraject voorbereid.
Het in de vorige voortgangsrapportage genoemde risico "beveiligingsmaatregelen"
blijft weliswaar een belangrijk punt van aandacht, maar valt niet langer onder de
categorie van risico's die de voortgang in het programma in gevaar zouden
brengen.
VI Sturing en beheersing
In de afgelopen rapportageperiode is een strikte koppeling van het programma
SPEER met de plannings- en begrotingscyclus van het ministerie tot stand
Pagina 17//20
Ministerie van Defensie
gebracht. Vanaf de totstandkoming van de begroting 2010 zijn de projectplanning,
de verantwoording over het programma met de voortgangsrapportages aan uw
Kamer en het verantwoordings- en begrotingsproces van het ministerie aan elkaar
gekoppeld.
Verder worden of zijn de volgende beheersingsmaatregelen getroffen:
- Zoals in de vorige rapportage gemeld zal midden 2010 een tussentijdse
evaluatie, de tussenbalans, worden uitgevoerd om over de volle breedte van het
programma de mate van doelbereiking, de effectiviteit van de programmaopzet
en de doelmatigheid van de gekozen werkwijze te beoordelen;
- Naast de hieronder opgenomen audits en interne kwaliteitsonderzoeken om de
uitvoering te toetsen aan de overeengekomen kaders, hanteert de Supervisor
een nieuw instrument, de "peilstoktoets". Hiermee wordt, onder meer met
medewerking van de Audit Dienst Defensie, door middel van een beknopte
review getoetst of de mijlpaalmomenten met hun onderliggende activiteiten in
voldoende mate aan de criteria voldoen om verantwoord de volgende stap te
kunnen zetten. De uitvoering van de eerste "peilstoktoets", voorafgaand aan de
overgang op SAP van Hr. Ms. van Speijk, heeft uitgewezen dat het een
bruikbaar instrument is dat de zorgvuldige beheersing van het programma ten
goede komt. Tijdens de toets is een aantal maatregelen voorgesteld om fase 1
van het programma SPEER onverkort binnen de voorziene kaders van product,
tijd en geld te voltooien. De maatregelen zijn de vermindering van het aantal
overgangsmomenten in de migratieplanning, de sanering van de
migratiemethodiek en het gedurende de consolidatieperiode op peil brengen
van de opleidingen, de testprocedures en de systeemdocumentatie. Deze
maatregelen zullen in korte tijd worden uitgevoerd om vertraging in de planning
van de aanbesteding van de volgende tranches zoveel mogelijk te voorkomen.
In december zal de Supervisor toetsen of de aanbevelingen metterdaad zijn
uitgevoerd;
- In aanvulling hierop en in voorbereiding op de tussenbalans in 2010 is het
ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gevraagd de
mogelijkheid te verkennen om dat jaar een Gateway Review te houden. Over dit
Pagina 18//20
Ministerie van Defensie
instrument is de Kamer geïnformeerd door de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties in het kader van de beheersing van grote ICT-projecten bij
de overheid;
- De kwaliteitscontrole en de bewaking van de samenhang van alle activiteiten
onderling en in relatie tot de (beleids)doelstellingen van Defensie worden
onverminderd voortgezet aan de hand van een actueel kwaliteitshandboek en
de Defensie informatievoorzieningsarchitectuur (Diva).
Audits en kwaliteitsonderzoeken
In de achterliggende periode zijn diverse audits uitgevoerd door de Audit Dienst
Defensie. De nadruk lag op de beoordeling van de kwaliteit van de datamigratie-
activiteiten en de kwaliteit van de ICT-infrastructuur voor SAP. Ook is de
projectbeheersing onderzocht bij het ketenproject Lucht. Op basis van deze
onderzoeken zijn risicolijsten opgesteld en aangeboden aan de desbetreffende
lijnfunctionarissen. Ook de afhandeling van deze risicolijsten wordt door de ADD
gevolgd. De geplande audit naar de beheersing van het programma SPEER in zijn
geheel wordt later in 2009 uitgevoerd. Deze audit is mede bedoeld als input voor de
voornoemde tussenbalans in 2010.
Uitgevoerde interne (kwaliteits)onderzoeken:
- Toetsen bij de oplevering van (deel)producten op grond van het
projectmanagementsysteem PRINCE2;
- Een zelfevaluatie bij en door het ketenproject Lucht, gevolgd door een
beoordeling door de ADD. Dit onderzoek heeft geleid tot het inzicht dat een
dergelijke evaluatie ook bij de andere ketenprojecten moet worden
uitgevoerd;
- De eerder genoemde zelfevaluatie na de overgang op SAP op Hr.Ms. Van
Speijk;
- Het controleren of aanpassingen op grond van eerdere audits en
kwaliteitsonderzoeken werkelijk in de SPEER-organisatie worden toegepast;
- Op programmaniveau de eerder genoemde "peilstoktoets", die op cruciale
momenten in de programmaplanning kan worden herhaald.
Pagina 19//20
Ministerie van Defensie
De aanbevelingen uit de onderzoeken zijn aan de verantwoordelijke
lijnfunctionarissen overgedragen om te worden uitgevoerd. Vanuit het programma
SPEER worden de resultaten op de voet gevolgd en waar nodig bijgestuurd.
VII Overige bijzonderheden
In de volgende rapportage over het programma SPEER die u 31 maart 2010
tegemoet kunt zien, zal ik u informeren over de voortgang van het programma in de
periode 15 september 2009 tot 15 maart 2010.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
drs. J.G. de Vries
Pagina 20//20
---- --