De toekomst van de Nederlandse Antillen
Op 10 oktober 2010 worden de Nederlandse Antillen opgeheven.
Promovenda Cassandra Vrolijk onderzocht de gevolgen voor de relaties
tussen de eilanden en voor de relatie met Nederland. `De dynamiek in
de Koninkrijksrelaties zal de komende jaren eerder toe- dan afnemen.'
Staatkundige herziening
Door de opheffing van het Antilliaanse staatsverband ontstaan
twee nieuwe landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden:
Curaçao en Sint Maarten. De Antilliaanse eilanden Bonaire, Sint
Eustatius en Saba gaan als bijzondere gemeenten deel uitmaken
van Nederland - de eerste uitbreiding van het Nederlandse
grondgebied sinds zestig jaar.
Vrolijk werkte vijf toekomstscenario's uit voor de relaties
tussen Curaçao (foto) en de andere overzeese
Koninkrijkspartners.
Toekomst
Vrolijk onderzocht wat de ontbinding van de Nederlandse
Antillen betekent voor de relaties tussen Nederland en haar
overzeese partners. Ze werkte twintig jaar als marineofficier
voor Defensie en was vier jaar lang gestationeerd op Curaçao.
Haar persoonlijke ervaringen op het eiland maakten haar
nieuwsgierig naar de toekomst van de regio.
Onvoorspelbaar
`De ontbinding van de Antillen markeert niet een eindpunt,
zoals in Nederland soms wordt gedacht,' zegt Vrolijk. De
promovenda verwacht dat de Koninkrijksrelaties volop in
beweging blijven, vanwege uiteenlopende ontwikkelingen op
sociaal-economisch en geopolitiek gebied. Veel van deze
ontwikkelingen hebben een onvoorspelbaar karakter, waardoor
volgens Vrolijk verschillende toekomstscenario's denkbaar zijn.
Sociaal-economische ontwikkelingen
Vrolijk noemt de sociaal-economische ontwikkelingen op de
Antillen als voorbeeld: `Als de eilanden hun positieve
economische ontwikkelingen weten door te zetten, kunnen ze
beter op eigen benen staan en hun problemen met onderwijs en
armoede aanpakken. Nederland zou haar betrokkenheid dan
geleidelijk kunnen afbouwen. Maar het kan ook de andere kant
opgaan. Als het toerisme inzakt, hebben de eilanden maar
beperkte mogelijkheden om op andere economische activiteiten
terug te vallen. Dit kan leiden tot een sterke toename van de
armoede op de eilanden, en een uittocht naar Nederland.
Daardoor zou Nederland de betrokkenheid bij haar overzeese
partners juist moeten versterken.'
Cassandra Vrolijk: `De ontbinding van de Antillen markeert niet
een eindpunt, zoals in Nederland soms wordt gedacht.'
Scenario's
Vrolijk werkte vijf van dergelijke toekomstscenario's tot in
detail uit. Daarbij baseerde zij zich op een uitgebreide
literatuurstudie en op interviews met 41 experts. Ze sprak met
Antilliaanse, Arubaanse en Nederlandse politici, ambtenaren,
militairen, wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven.
Ieder van hen gaf zijn of haar eigen mening over de huidige
ontwikkelingen op de Nederlandse Antillen en Aruba, en de
betekenis daarvan voor de toekomst.
Prikkelen
Vrolijk erkent dat zij niet over een glazen bol beschikt en dat
de keuze voor haar geïnterviewden selectief was. De
toekomstscenario's in haar proefschrift zijn dan ook niet
zozeer bedoeld als wetenschappelijke voorspellingen van de
toekomst. `Het is mijn bedoeling om mensen aan het denken te
zetten op basis van prikkelende, maar niet ongeloofwaardige
toekomstscenario's. Dat maakt het mogelijk om betere
beslissingen te nemen over de toekomst van de Antillen en
Aruba.'
Crisis
Scenario-analyses bewezen in de jaren '70 voor het eerst hun
praktische waarde. Pioniers van Shell stelden toen
toekomstscenario's op waarin zij rekening hielden met een grote
oliecrisis. Toen de oliecrisis zich in 1973 daadwerkelijk
aandiende, was Shell het enige olieconcern ter wereld dat goed
op de crisis was voorbereid.
Defensie is al eeuwenlang het zichtbare symbool van de
Nederlandse betrokkenheid bij de Antillen en Aruba. Foto: Audio
Visuele Dienst Defensie.
Defensie
Vrolijk was vooral geïnteresseerd in de implicaties van haar
toekomstscenario's voor de rol van de Nederlandse Defensie ter
plekke. `Defensie is al eeuwenlang het zichtbare symbool van de
Nederlandse betrokkenheid bij de Antillen en Aruba.' In de
periode dat Vrolijk als stafofficier gestationeerd was op
Curaçao, dwong een reorganisatie bij Defensie haar al om na te
denken over de vraag: welke rol vervult Defensie eigenlijk nog
op de eilanden?
Ramp
`Defensie kan haar nut met name blijven bewijzen bij rampen en
ongeregeldheden,' concludeert Vrolijk op basis van haar
toekomstverkenningen. Ze wijst onder meer op het gevaar van de
verwaarloosde Isla olieraffinaderij op Curaçao. `Het is
opvallend dat we ons in Nederland vooral druk maken over onze
militaire missies in het buitenland, terwijl we weinig aandacht
hebben voor gevaren binnen ons Koninkrijk. Er kan op de
eilanden wel degelijk een ramp gebeuren. Nederlandse Defensie
ter plekke is dan de aangewezen partij om de lokale
autoriteiten te ondersteunen.'
Mijlpaal
Nederland moet dan ook niet denken dat het `klaar' is met
Curaçao en Sint Maarten, vindt Vrolijk. `De staatkundige
herziening op 10 oktober 2010 is een belangrijke, maar
ongetwijfeld niet de laatste mijlpaal in de geschiedenis van de
Koninkrijksrelaties.'
Verantwoordelijkheid
Vrolijk vraagt zich in haar proefschrift af hoeveel Nederland
overheeft voor haar Koninkrijkspartners als de eilanden steeds
meer een eigen koers willen varen en zij de bemoeienis van
Nederland in toenemende mate gaan afwijzen. `Er ontstaat vooral
een moeilijke situatie als één van de eilanden zou besluiten om
de relatie met Nederland te willen verbreken, terwijl het daar
politiek en economisch nog niet aan toe is. De wens van het
volk is waarschijnlijk moeilijk te negeren, maar heeft en houdt
Nederland dan niet een morele verantwoordelijkheid voor de
eilanden?'
Vrolijk, C. (2009). Scenario's voor de West en de betekenis
daarvan voor de Nederlandse Defensie.
Promotie: 13 oktober.
Faculteit: Sociale Wetenschappen
Promotoren: prof.dr. J.S. van der Meulen (Universiteit Leiden),
prof.dr. J.M.M.L. Soeters (Universiteit Tilburg)
Eerder in de Universitaire Nieuwsbrief
Het Indiaanse verleden van ons koninkrijk (13 maart 2008)
'Nederlander weinig bewust van koloniaal verleden' (16 oktober
2007)
Papiaments officieel erkend (31 maart 2007)
Dr. C.L. Hofman benoemd tot hoogleraar Archeologie van het
Caraïbisch gebied (23 januari 2007)
Benoeming prof.dr. G. (Gert) Oostindie (22 augustus 2006)
(6 oktober 2009/Tristan Lavender)
Universiteit Leiden