Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Datum: 12 oktober 2009
Burgers belangrijk voor agrarische natuurverenigingen
Als agrarische natuurverenigingen zich verbinden met burgers, krijgen ze een sterkere positie in de regio. Dat blijkt uit onderzoek van CLM voor het Planbureau voor de Leefomgeving. Zo'n 70% van de ca 150 agrarische natuurverenigingen heeft burgerleden, die een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van groenblauwe diensten en planvorming op gebiedsniveau en bij de monitoring van de ecologische kwaliteit van het agrarische natuurbeheer.
Landelijk gezien heeft 70% van de agrarische natuurverenigingen burgerleden, dit percentage ligt lager in het noorden van het land (54%). Uit de analyse blijkt dat agrarische natuurverenigingen met burgerleden meer betrokken zijn bij de ontwikkeling van groenblauwe diensten en bij streekplannen, bestemmingsplannen of reconstructieplannen dan agrarische natuurverenigingen zonder burgerleden. Monitoring van resultaten van natuurbeheer wordt het meest uitgevoerd door burgers, zowel op percelen met contracten voor het Programma Beheer (62%) en op percelen zonder contracten Programma Beheer (32%). Burgers brengen zo kennis en kunde in en bieden via hun relaties agrarische natuurverenigingen toegang tot niet-agrarische netwerken. Agrarische natuurverenigingen worden meer 'streekverenigingen' waarin boeren en burgers gezamenlijk optrekken ter verbetering van het agrarisch cultuurlandschap en de leefomgeving. Agrarische natuurverenigingen spelen, sinds hun oprichting in de jaren 90, een belangrijke rol bij het agrarisch natuurbeheer op gebiedsniveau door het afsluiten van collectieve weidevogelcontracten voor agrarisch natuurbeheer en het adviseren van hun agrarische leden voor het afsluiten van individuele beheercontracten en voor particulier natuurbeheer. Het aantal agrarische natuurverenigingen is toegenomen van ca 125 in 2006 tot ca 150 in 2009.