ChristenUnie
Elfduizend vaders vanaf het begin afwezig
Elfduizend vaders vanaf het begin afwezig
Joel Voordewind_klein maandag 12 oktober 2009 16:45 Vorige week stond
mijn werk voornamelijk in het teken van de jeugd. Het begon die
maandag met het overleg over de Gezinsnota van minister Rouvoet. Ik
heb tijdens dit overleg gepleit voor het inschakelen van het sociaal
netwerk van een gezin, vóórdat de professionele hulp wordt ingezet.
Uitzonderingen - zoals crisissituaties en kindermishandeling -
daargelaten.
Wist u dat in Nederland jaarlijks 11.000 geboortes worden aangegeven
waarbij de moeder het vakje `vader onbekend' invult? Dat zijn dus
elfduizend vaders die vanaf het eerste begin afwezig zijn. In de
meeste gevallen wíl de moeder de vader niet meer kennen. Dat kan goed
voorstelbaar zijn, maar het heeft wel als gevolg dat veel kinderen hun
vader ook nooit kunnen leren kennen. Dit leidt tot meer dan gemiddelde
emotionele en psychische schade bij deze kinderen.
Ik vind dat ieder kind het recht heeft zijn of haar vader te kennen.
Ik heb minister Rouvoet daarom gevraagd te onderzoeken hoe we ervoor
kunnen zorgen dat het achterhalen van de zogenaamd 'onbekende vader'
gemakkelijker wordt. In het belang van het kind, om de keuze te hebben
op zoek te gaan naar zijn of haar vader. Afgelopen vrijdag heb ik
hierover een discussie gehad in het Vara-programma Vrouw & Paard.
Het verbaasde me eigenlijk dat enkele panelleden aangaven dat vrouwen
er niets voor voelen, omdat ze niets meer willen weten van die mannen.
Als dat het geval was, waarom hebben ze dat dan niet negen maanden
eerder bedacht of in ieder geval toen gekozen voor anticonceptie? Nu
worden de verwekte kinderen veroordeeld tot een vaderloos bestaan.
Uruzgan-motie
Ook een motie van de ChristenUnie, mede ondertekend door de PvdA, om
na 2010 niet de lopende missie in Uruzgan te verlengen, deed nogal wat
stof opwaaien. Of eigenlijk waren de speculaties van
kabinetsleden oorzaak van de stofwolken. We hadden de motie secuur
geformuleerd: de regering wordt gevraagd, met behoud van haar eigen
verantwoordelijkheid, rekening te houden met eerder gedane
toezeggingen. De motie is aangenomen en het kabinet heeft vrijdag
besloten haar uit te voeren. We wachten nu een voorstel van de
regering af
Hulp aan corrupte regimes
Deze week staat in het teken van ontwikkelingssamenwerking, piraterij
in Somalië en de voorbereidingen van mijn reis naar India. Morgen
praat de Kamer met minister Koenders over de directe steun die
Nederland geeft aan regeringen in met name Afrika. Het is een lastig
dilemma. Voor sommige regeringen hoopt Koenders dat door directe steun
het beleid ten goede gekeerd kan worden. Voor andere landen heeft
Nederland de hoop laten varen en stopt de directe hulp, maar gaat de
hulp via Nederlandse hulp- en andere Internationale organisaties wel
gewoon door buiten de overheid aldaar om. Zo is Nederland gestopt met
directe hulp aan Tanzania, maar geeft Nederland nog wel altijd hulp
aan Burundi. Dat belooft een pittig debat over de betrouwbaarheid van
verschillende landen.
Mariniers op schepen
Donderdag hebben we een debat over de beveiliging van
koopvaardijschepen voor de kust van Somalië. De rederijen vinden dat
nog altijd hun schepen te weinig beveiligd worden door de NAVO en de
EU. Ik vind dat het varen in konvooien goed werkt, maar ik zie ook dat
nog steeds niet alle Nederlandse schepen beveiligd kunnen worden. Er
zullen meer preventieve acties uitgevoerd moeten worden om
moederschepen van de piraten aan te pakken. Naast de twee bestaande
methodes: konvooi varen en verscherpte individuele begeleiding en
beveiliging, kan het plaatsen van mariniers een sluitstuk zijn voor de
bescherming van koopvaardijschepen. Ik ben blij dat de minister het nu
ook als één van de opties noemt en dat hij internationaal aandringt om
de haalbaarheid hiervan te laten onderzoeken.
Kortom: het lijkt weer een boeiend internationaal weekje te worden,
met aan het einde van de week DV een reis naar India om daar een
aantal hulporganisaties te spreken.