Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
der Staten-Generaal 2500 BJ Den Haag
Postbus 20018 www.minocw.nl
2500EA DEN HAAG
onze referentie
HO&S/
157080
Datum 12 oktober 2009
Betreft Toezegging inzake wegwerken achterstand accreditatieaanvragen HO
Tijdens het wetgevingsoverleg over het wetsvoorstel versterking besturing
(Kamerstukken II 2008/09, 31 281) op 15 juni 2009 vroegen leden uit de Vaste
Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mijn aandacht voor de
achterstanden die bij de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO) zijn
ontstaan. Hierdoor overschrijdt de NVAO in bepaalde gevallen de wettelijke
termijn met betrekking tot de beoordeling van accreditatieaanvragen. Ik heb
toegezegd, en bevestigd in mijn brief van 18 juni 2009 aan u, dat ik met de NVAO
resultaatsafspraken zal maken, zodat achterstanden op korte termijn tot het
verleden behoren en dat ik de Tweede Kamer van de uitkomsten op de hoogte zal
stellen.
Over deze problematiek heb ik overleg gevoerd met het bestuur van de NVAO en
met de koepelorganisaties van universiteiten en hogescholen. Mede op grond van
dat overleg ben ik tot het inzicht gekomen dat bestuur en staf van de NVAO zich
maximaal inzetten om de grote hoeveelheid aanvragen te verwerken. De NVAO
ziet de problematiek onder ogen en heeft er ruime aandacht aan besteed. Zij doet
daarvan verslag in het jaarverslag 2008 "stuwmeren en stroomversnellingen". Er
is sprake van incidentele knelpunten, maar ook van structurele knelpunten.
Onderscheid moet worden gemaakt tussen de aanvragen van accreditatie van
bestaande opleidingen (deze zijn in principe voorzienbaar) en aanvragen van een
toets nieuwe opleiding (niet te plannen door NVAO).
Achtergrond
Een goede gang van zaken is afhankelijk van zorgvuldige planning en afstemming
tussen instelling, VBI (visiterende en beoordelende instantie) en NVAO; maar er
zijn ook structurele factoren in het spel die niet kunnen worden beïnvloed door
deze actoren. De belasting van de NVAO is in de afgelopen jaren fors gegroeid.
Totaal aantal afgehandelde aanvragen per jaar (jaarverslag NVAO 2008)
2008 2007 2006 2005 2004 2003
Accr- NL 573 523 336 371 232 --
TNO- NL 120 107 101 86 113 40
verlenging 4 8 11 1 -- --
Accr- VL 159 123 42 -- -- --
TNO-VL 3 9 13 3 -- --
Totaal 859 770 503 461 345 40
a
na 1 van 3
Pagi
Enerzijds is Vlaanderen vol op koers gekomen, anderzijds kreeg de NVAO voor Datum
wat betreft de Nederlandse opleidingen in 2008 te maken met een "stuwmeer"
van accreditatieaanvragen. Dit was aanleiding voor de NVAO om eind 2008 aan Onze referentie
de universiteiten en hogescholen te melden dat zij niet in staat zou zijn alle
aanvragen accreditatie en toets nieuwe opleiding binnen de gestelde termijn af te
handelen. Dit stuwmeer heeft verschillende oorzaken:
· De wettelijk bepaalde vervaldata die zorgen voor een piek in het aantal
aanvragen eenmaal in de zes jaar.
· Er zijn geen prikkels in het systeem om een accreditatieaanvraag eerder
in te dienen dan op het laatst mogelijke moment. Dit heeft tot gevolg dat
de NVAO elk kalenderjaar te maken krijgt met een piek van
accreditatieaanvragen in de laatste weken van het jaar.
· De nog steeds groeiende stroom van aanvragen toets nieuwe opleiding.
De vervaldata van accreditatie zijn vastgelegd in de overgangsbepalingen
waarmee het accreditatiestelsel in 2003 werd ingevoerd. Daarin werd geregeld
dat de vervaldatum van de eerste, wettelijke accreditatie van een opleiding 6 jaar
na de laatste kwaliteitsbeoordeling in het voordien geldende visitatiestelsel ligt
(artikelen 18.28 en 18.29 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek (WHW)). De toen bestaande spreiding van de visitaties over de jaren
werd dus voortgezet in het accreditatiestelsel. Bovendien is bepaald dat de wo
bachelor- en masteropleidingen voor 31 december 2007 moeten zijn
geaccrediteerd (artikel 18.27 van de WHW). Dit geldt niet voor de hbo
opleidingen. In 2005 signaleerden QANU en de universiteiten dat als gevolg van
deze laatste regel in de loop van 2007 een onhanteerbare piekbelasting zou
optreden, eerst bij de QANU en vervolgens bij de NVAO. Mijn ambtsvoorganger
heeft daarop besloten om voor bepaalde groepen van opleidingen uitstel te
verlenen tot 31 december 2008. Daardoor is weliswaar een betere spreiding tot
stand gekomen, maar kon niet worden voorkomen dat er eind 2008 toch een
forse piekbelasting voor de NVAO optrad.
Stand van zaken
Eind 2008 besloot de NVAO absolute prioriteit te geven aan het beoordelen van
de accreditatieaanvragen met een termijn die op 31 december 2008 zou verlopen.
Aanvragen waarvan de accreditatietermijn vervalt op 31 december 2009 werden
pas begin 2009 in behandeling genomen. Tevens moest de behandeling van
sommige aanvragen toets nieuwe opleiding doorgeschoven worden naar het
voorjaar van 2009. Nadat ik heb kennisgenomen van deze noodmaatregelen heb
ik vragen van het lid Van der Vlies (SGP) uit uw Kamer van 8 oktober 2008 over
deze kwestie beantwoord met mijn brief van 22 oktober (Kamerstukken II
2008/09, nr 394).
De NVAO meldt de volgende stand van zaken per september 2009. Het overgrote
deel van het stuwmeer 2008 is inmiddels weggewerkt. Van de in behandeling
zijnde aanvragen toets nieuwe opleiding dateren er nog 10 uit 2008; deze
verkeren in de fase van afhandeling. Van de lopende accreditatieaanvragen zal
het grootste deel eind oktober 2009 zijn afgehandeld. In enkele gevallen zal enige
uitloop onvermijdelijk zijn als gevolg van de noodzaak van aanvullende
beoordeling. De NVAO draagt er zorg voor dat elke accreditatieaanvraag is
afgehandeld voordat de accreditatietermijn voor de desbetreffende opleiding is
verstreken.
Pagina 2 van 3
Afspraken en maatregelen Datum
De factoren die ten grondslag liggen aan de pieken in haar werkbelasting kunnen
niet worden beïnvloed door de NVAO. Het is daarom goed te horen dat de Onze referentie
achterstand van 2008 grotendeels is weggewerkt. Maar nog niet alle problemen
zijn opgelost. Te verwachten is dat de NVAO het komend jaar nog niet in staat zal
zijn om alle aanvragen binnen de wettelijke termijn van 3 maanden af te werken.
Daarvoor zijn aanvullende maatregelen nodig die de onderliggende problematiek
aanpakken. De NVAO en ik zijn het erover eens dat de capaciteit van de NVAO in
normale omstandigheden toereikend is om de accreditatieaanvragen en
aanvragen toets nieuwe opleidingen binnen de gestelde termijnen af te handelen.
Afstemmen van de capaciteit van de NVAO op de piekbelasting is niet doelmatig.
Ook is tijdelijke uitbreiding van de staf niet goed mogelijk zonder risico voor de
kwaliteit van het werk.
Op basis van bovenstaande analyse van de problematiek zal ik in het
aangekondigde wetsvoorstel accreditatie voorstellen opnemen die een
gelijkmatiger verdeling van de werkbelasting voor de NVAO bevorderen.
Voorts wijs ik erop dat in het wetsvoorstel versterking besturing de bepaling is
opgenomen dat de geldigheidsduur van een accreditatie wordt verlengd als de
NVAO niet op tijd beslist. Om de behandeling van de accreditatieaanvragen beter
over het jaar te spreiden zal ik verder overleg voeren met de koepelorganisaties
en de NVAO. Zonodig kan de NVAO gebruik maken van de mogelijkheid om de
accreditatietermijn te verlengen, zoals hierboven bedoeld. Naar ik verwacht zal
het na invoering van deze maatregelen, in combinatie met de voortdurende
inspanningen van de NVAO, mogelijk zijn om de accreditatiebesluiten binnen de
wettelijke termijnen af te wikkelen.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Pagina 3 van 3