Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer Bezoekadres: Parnassusplein 5 der Staten-Generaal 2511 VX Den Haag Postbus 20018 T 070 340 79 11 2500 EA DEN HAAG F 070 340 78 34 www.minvws.nl

Ons kenmerk IZ 2960173

Bijlagen

Uw brief Datum 1 oktober 2009
Betreft geannoteerde agenda WSBVC Raad 12 oktober Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. Geachte voorzitter,

De Raad Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid Consumentenzaken van 12 oktober staat volledig in het teken van de Nieuwe Influenza A (H1N1).

Op 11 juni 2009 heeft de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) fase 6 afgekondigd voor de Nieuwe Influenza A (H1N1). Dit betekent dat er officieel wereldwijd sprake is van een grieppandemie, met verspreiding op meerdere continenten. Als reactie hierop hebben de lidstaten met de WGO en de Commissie strategieën ontwikkeld met als doel het indammen van de verspreiding van de ziekte. Momenteel verwacht Europa aan de vooravond te staan van een uitgebreide verspreiding van het H1N1 virus. De inspanningen zijn er nu vooral op gericht de risico's van grootschalige uitbraken en met name de consequenties voor de doelgroepen met een verhoogd risico te beperken. De Raad zal van gedachten wisselen over de huidige situatie rond de Nieuwe Influenza/H1N1 in Europa en aansluitend Raadsconclusies aannemen.

De gedachtewisseling vindt plaats op basis van een door het Voorzitterschap voorbereide set vragen. Deze vragen zijn nog niet bekend. De verwachting is dat de discussie onder andere zal gaan over het tekort aan vaccins in Europa en het eventueel delen van de vaccins.
Niet alle lidstaten beschikken over een contract. Nederland heeft tot op heden aan de Europese Commissie en de Raad gecommuniceerd dat Nederland de vaccins besteld heeft vanuit de verantwoordelijkheid voor de volksgezondheid van Nederland. De vaccins zullen ook met dat oogmerk worden ingezet. Dat betekent dat deze vaccins zijn bedoeld voor inzet voor de Nederlandse bevolking inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba. Er zijn scenario's denkbaar waarin het niet nodig is om alle vaccins in Nederland te gebruiken. Voor dat geval is in de contracten opgenomen dat de vaccins die Nederland niet gebruikt, verkocht kunnen worden aan andere landen. U bent over dit standpunt geïnformeerd per brief van 1 juli 2009.

Het kabinet heeft besloten om de door de Gezondheidsraad aangewezen risicogroepen te vaccineren. Er is nog geen besluit genomen over de inzet van de rest van het vaccin. De komende periode komen de vaccins geleidelijk beschikbaar. Afhankelijk van de levering en de geleverde hoeveelheden voor de Pagina 1 van 2





Nederlandse bevolking is het dus wellicht mogelijk om vaccins beschikbaar te Ons kenmerk stellen voor andere landen. De Commissie is door Nederland gevraagd de lidstaten IZ 2960173 hierbij te faciliteren en een voorstel te doen voor een mechanisme om dit te realiseren. Daarnaast ligt er een verzoek van de WHO om een deel van de vaccins beschikbaar te stellen aan ontwikkelingslanden. Ook dit verzoek zal, afhankelijk van de levering de komende periode, betrokken worden bij de besluitvorming over de vraag of Nederland vaccins beschikbaar kan stellen aan andere landen.

De concept-Raadsconclusies die nog in onderhandeling zijn gaan grotendeels in op de beschikbaarheid van de vaccins in Europa, de goedkeuringsprocedures met het oog op de veiligheid van het nieuwe vaccin en het bepalen van de risicogroepen voor vaccinatie. Daarnaast worden de lidstaten en de Commissie opgeroepen tot consistentie in de informatie aan het publiek, de aanpak van de strategie ter bestrijding van de Nieuwe Influenza A (H1N1) multisectoraal te benaderen en steun aan landen buiten de EU te geven.

Nederland kan zich goed vinden in de concept-Raadsconclusies, omdat deze aan sluiten bij het standpunt over de inzet van vaccins zoals hierboven geformuleerd. De conclusies doen enerzijds een beroep op de nationale verantwoordelijkheid van de lidstaten in de bestrijding van de Nieuwe Influenza A (H1N1) en anderzijds een realistisch beroep op de noodzaak tot samenwerking tussen de lidstaten en de EU instituties als het Europees Centrum voor ziekte preventie en -controle (ECDC), het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMEA), het Europes Comité voor de bescherming van de gezondheid (HSC) en de Wereld Gezondheidsorganisatie. Voorafgaand aan de gedachtewisseling zal de Commissie bovendien de Mededeling Pandemie (H1N1) 2009 presenteren die op 16 september 2009 is vrijgeven. Momenteel wordt hierover een BNC fiche opgesteld. U zult hierover via de gebruikelijk kanalen geïnformeerd worden. In de Raad zal geen gedachtewisseling plaatsvinden over deze Mededeling. De Mededeling zal derhalve pas inhoudelijk behandeld worden tijdens de Raad van 30 november ­ 1 december 2009.

Ik wijs u erop dat, zoals gebruikelijk, over de definitieve standpuntbepaling van Nederland in de WSBVC-raad nog afstemming in de ministerraad zal plaatsvinden.

Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Pagina 2 van 2






---- --