VU medisch centrum Nieuw hoofd heelkunde Jaap Bonjer

'Winnen doe je in de laatste minuut'

7 oktober 2009

Jaap Bonjer is een man met ambities. "Ik ben niet tevreden met kleine overwinningen, ik ga voor de champions trophy", stelt hij vast. "Presteren op topniveau is mijn drijfveer." Sinds 1 september heeft hij de leiding over de afdeling heelkunde.

Jaap Bonjer: 'Op het gebied van laparoscopie is VUmc het kloppend hart van Nederland, maar dat dragen we nog té weinig uit' Foto: Mark van den Brink Jaap Bonjer is pas zes weken terug uit Canada, waar hij leiding gaf aan de afdeling chirurgie van de Dalhousie University in Halifax. "Ik hoefde niet lang na te denken toen ik gevraagd werd voor deze functie. Het wordt hier nog wel eens onderschat, maar VUmc heeft een enorme reputatie in het buitenland. We staan bekend als prestigieuze, innovatieve en vooruitstrevende organisatie met een indrukwekkende wetenschappelijke output. De verwevenheid van VUmc met de stad Amsterdam maakt onze positie wereldwijd natuurlijk nog sterker."

Warm onthaal
Bonjer kreeg bij VUmc een warm onthaal. "Het is duidelijk dat iedereen zin heeft in een frisse start", merkt hij op. Het eerste wat hij deed was het beleggen van een vergadering, waarin de uitgangspunten werden besproken en vastgelegd. "Op nummer een staat dat bij ons de patiënten en de studenten centraal staan. Dat lijkt een open deur maar het is wel het fundament van wat wij horen te doen. Verder staan op de lijst dat heelkunde een positieve, inspirerende werkomgeving wil bieden, dat de continuïteit van de organisatie geborgd moet zijn, dat we direct, transparant en respectvol met elkaar communiceren, dat we op topniveau willen presteren en dat we oplossingsgericht willen werken. Ons team bestaat uit twintig stafleden, vijf chirurgen die zich verder specialiseren, dertig assistenten, vijf promovendi, een statisticus en een universitair hoofddocent. Iedereen in ons team is even belangrijk, van de oudste hoogleraar tot de jongste coassistent."

Kloppend hart
Bonjer heeft zich toegelegd op laparoscopische en endoscopische operaties. "VUmc is op dat terrein het kloppend hart van Nederland, maar dat dragen we nog té weinig uit." Hij wil daarom dat VUmc een nog grotere rol gaat spelen op het gebied van scholing en onderzoek. Er wordt al een tweedaagse praktische laparoscopische vaardigheidstraining gegeven voor chirurgen, gynaecologen en urologen in opleiding. Speciaal daarvoor is de laparoscopische oefenbox ontwikkeld, zodat de cursisten zes weken lang thuis kunnen oefenen in het hechten en prikken.

"Ik leid momenteel een internationaal onderzoek naar de chirurgische behandeling van het rectumcarcinoom. Er is binnen VUmc veel expertise beschikbaar om klinische studies te verrichten, zowel nationaal als internationaal. Nederland staat wereldwijd bekend als het trial-land bij uitstek en Nederlandse studies worden veel geciteerd. Ook daarin kan VUmc een voortrekkersrol vervullen."

Maar wat hij het belangrijkste vindt is dat VUmc op nummer één komt te staan. "Ik ben een sportman. Ik heb in Jong Oranje gehockeyd en de drang om te winnen zit er nog steeds in. Dat geldt niet alleen voor de grote zaken, ook bij kleine dingen is dat voor mij belangrijk. Het komt aan op de details en je wint pas in de laatste minuut."

Grote verschillen
Terugkijkend zijn de verschillen tussen VUmc en de Canadese universiteit enorm. Universiteiten en ziekenhuizen zijn in Noord-Amerika nog steeds gescheiden en fusies tussen geneeskundefaculteiten en academische ziekenhuizen beginnen nu pas op gang te komen, legt hij uit. "In Halifax gaf ik leiding aan 90 chirurgen, die geen van allen in dienst waren van het ziekenhuis. Leerzaam, maar het kostte veel energie. Ik had nauwelijks tijd voor onderzoek en onderwijs. Overigens ben ik wel klinisch actief gebleven. Dat vind ik essentieel, anders loop je het risico het gevoel voor de organisatie te verliezen."

Ook de manier van werken blijkt anders. "In Noord-Amerika is het gebruikelijk dat een chirurg als individu verantwoordelijk is voor een bepaalde patiënt. Als je de stad uitgaat moet je die patiënt dan ook echt overdragen aan een ander. Hier werken de chirurgen als een team. Dat levert meer discussies op en dat is goed. We moeten alleen goed opletten dat we daar niet in blijven steken en er nog wel iemand naar de patiënt toegaat."

Een ander groot verschil zijn de werktijden van de assistenten. "In Canada is de werkweek net verlaagd naar 92 uur. Canadese chirurgen maken zich daar behoorlijk zorgen, of dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van de opleiding. Ze vrezen dat er nu te weinig regelmaat is en dat de AIOS onvoldoende expositie krijgen. Ze moeten tenslotte zoveel mogelijk patiënten met verschillende aandoeningen te zien krijgen. In Nederland werken AIOS 46 uur en dat is echt te weinig. Zestig uur zou beter zijn en nee, ik heb niets met een vierdaagse werkweek."

Monique Krinkels
bron: Tracer