Ministerie van Algemene Zaken

Radio 1, Met het Oog op Morgen

Radio / TV-interview | 09-10-2009

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de begrotingsbehandeling van Algemene Zaken, Afghanistan en het besluit over ontpoldering

Begrotingsbehandeling AZ / Koninklijk Huis


BALKENENDE:

Het was gisteren een goed debat. Het was nodig ook. Er was heel veel rumoer ontstaan de laatste weken over tal van onderwerpen. We hoorden: er moet korting worden toegepast, van 20 procent toelage worden bevroren. Gisteren zelfs hele verhalen over dat de functie van het Koningschap eens flink zouden moeten amputeren, alleen nog maar een ceremonieel Koningschap, de Koningin weg uit de Raad van State, niet meer betrekken bij de kabinetsformatie. Dan is er echt wel alle aanleiding voor een stevig debat. Ik heb ook dat debat stevig gevoerd.

VRAAG:

Daar kreeg u dan complimenten voor, maar u had al lange tijd geen complimenten gehad. Had u het gevoel dat u ze ook wel nodig had?


BALKENENDE:

Het ging mij gisteren niet om mijn positie. Het ging mij om een zakelijke beoordeling van zaken die met name samenhingen met het Koninklijk Huis, maar ook laat ik zeggen mijn eigen verantwoordelijkheid als minister-president. Ik heb ook aangegeven wat we nu eigenlijk allemaal doen. Wat de idealen zijn van het kabinetsbeleid. Wat we aan praktische resultaten hebben geboekt. Wat dat betreft is het goed dat dit debat plaatsvond.

VRAAG:

Bent u nu weer definitief in vorm?


BALKENENDE:

Ach, laten we daar over ophouden.

VRAAG:

U bent er zelf over begonnen, met die beeldspraak.


BALKENENDE:

Dat hing ook samen met de APB, dat was ook zo. De ochtend ging goed, de avond ging goed en het middaggedeelte was anders. Dat is wat mij betreft nu een afgesloten hoofdstuk. We hebben nu een debat gisteren gehad, en trouwens daarvoor hebben we anderen gehad. Vorige week hadden we ook een paar debatten en dat ging gewoon prima.

VRAAG:

Het is natuurlijk wel fijn voor het land om te horen als de premier zegt: ik ben weer in vorm, ik ben terug en dat zal zo blijven.


BALKENENDE:

Gisteren vond ik het fijn om dat debat zo te doen, want het ging ook ergens over. Het was ook een lastig debat. Het ging om hele complexe onderwerpen, maar het is gewoon goed dat we dit debat hebben gehad.

Ontpoldering Hedwigepolder

VRAAG:

Zo gaat het weer in de politiek. Vanochtend de complimenten vanuit het Nederlands Dagblad, maar vandaag heeft het kabinet weer een moeilijk besluit moeten nemen: de Hedwigepolder wordt toch onder water gezet. Een dossier waar u zich persoonlijk mee hebt bemoeit. Is dit nu een nederlaag voor u?


BALKENENDE:

Nee, ik zou het ook heel gek vinden als het zo wordt geduid. Wat deed zich voor? In de Tweede Kamer was duidelijk een meerderheid tegen ontpoldering van die Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen. Dat hing natuurlijk ook samen met de gevoelens in Zeeland en die begrijp ik als geen ander. Toen hebben we als kabinet gezegd: wij kunnen niet voorbij gaan aan die meerderheidsopvatting van de Tweede Kamer. Laten we kijken of er een alternatieve mogelijkheid is, namelijk een buitendijkse oplossing voor natuurherstel. Dat hebben we uitgezocht en toen hebben we gezegd in april: we kiezen eigenlijk voor een voorkeursvariant - dat is de buitendijkse oplossing - maar als dat niet kan op grond van internationale rechtelijke aspecten, dan kiezen we voor ontpolderen. We hebben nu alles laten nagaan en de vaststelling was dat de buitendijkse oplossing onvoldoende oplossingen biedt. Je moet nog extra dingen gaan doen en die mogelijkheden heb je niet binnen het Westerschelde gebied. De provincie Zeeland heeft zeer meegedacht. Heeft ook extra hectare grond aangeboden om te kijken of je kan komen tot die alternatieve oplossing en dan nog zegt ook Grontmij: dan kom je er niet mee. Als je die vaststelling moet doen dat het een oplossing is die onvoldoende soelaas biedt, dan ga je terugvallen naar die tweede variant van dubbelbesluit. En dus is er ook geen sprake van nederlaag of wat dan ook. Het is een kwestie van gewoon consistent vasthouden aan het besluit dat is genomen.

VRAAG:

Maar goed, dat heeft een hele hoop heisa opgeleverd. Je zou kunnen zeggen dat de Zeeuwen valse hoop hebben gekregen, de Belgen zijn enorm boos geworden, op Buitenlandse Zaken waren ze er heel boos over dat een verdrag werd geschonden met een ander land, reputatieschade voor uzelf. Is dat het allemaal waard geweest?


BALKENENDE:

Ik vind dat het het waard is geweest om te kijken naar een alternatieve mogelijkheid. Ik vind dat je alles uit de kast moet halen om te kijken of je ontpolderen kan voorkomen. Het leidt tot grote emoties. Het leidt tot ongenoegen in de Tweede Kamer. Dan zou het heel gek zijn als een Tweede Kamer zegt: we hebben er lak en we gaan gewoon even door.

VRAAG:

Dus uw boodschap aan de Zeeuw is: ik heb het geprobeerd, maar het is helaas mislukt.


BALKENENDE:

Ja, ik heb er alles aan willen doen om juist dat te voorkomen. Alleen, wanneer je door zou gaan op dit spoor krijg je echt grote juridische problemen. Dan red je het absoluut niet bij de Raad van State. We hebben ook te maken met de contacten met Vlaanderen. Dan moet je op een gegeven moment zeggen: de knoop moet een keer worden doorgehakt, hoe moeilijk dat ook is, hoe moeilijk dat ook is.

Missie Afghanistan

VRAAG:

Het kabinet heeft vandaag ook gesproken over de Afghanistan-motie. Daarin staat: geen missie in Uruzgan na 2010. Wordt die motie uitgevoerd?


BALKENENDE:

De motie zegt dat het kabinet rekening dient te houden met deze uitspraak van de Kamer. Dat zullen wij ook doen, dat rekening houden met. Verder zijn wij nu aan zet. Het is zo dat het kabinet voor de vraag staat: als de missie is afgelopen - we zijn lead nation in Uruzgan - dan staan wij voor de vraag of wij andere dingen doen in Afghanistan. Die vraag moet worden beantwoord.

VRAAG:

Dat mag ook van die motie. We mogen van de Kamer wel naar Helmand, het gebied wat er naast ligt.


BALKENENDE:

Wij zijn nu als kabinet aan zet, maar ik het ook in het Kamerdebat vorige week al aangegeven dat de bewindslieden zich zullen onthouden van speculaties die te maken hebben met een eindbesluit dat het kabinet heeft te nemen.

VRAAG:

U zegt: we houden er rekening mee. Wat moet ik daarmee als Kamerlid en als burger?


BALKENENDE:

Precies datgene wat er in de motie staat.

VRAAG:

U zei net toen we het hadden over de Hedwigepolder dat de Tweede Kamer dat ontpolderen niet wilde. Dan kan je als kabinet maar één ding doen en dat is luisteren naar de Tweede Kamer. Nu hebben we het ook over een uitspraak van de Tweede Kamer en dan zegt u: ik wil er wel rekening mee houden.


BALKENENDE:

Het is een heel gevoelig onderwerp en dat is elke keer zo geweest. Ik weet nog heel goed toen we het besluit namen over Uruzgan. Het eerste besluit dat we daar heen zouden gaan was een heel gevoelig onderwerp. Toen we het hadden over de verlenging van de missie evenzeer. Dat ging gepaard met emoties. Het is ook lastig, dat is gewoon zo. Als je weet dat een onderwerp complex is, sowieso het participeren in Afghanistan, dan moet je zeer zorgvuldig te werk gaan. Dat is ook precies te reden waarom ik heb aangegeven dat wij nadrukkelijk kennis nemen van deze moties, we houden er rekening mee, wat de motie ook vraagt, maar ik ga geen voorschot nemen op wat een kabinet straks zal bespreken.

VRAAG:

Maar nu laat u dus de mogelijkheid open dat we toch in Uruzgan blijven.


BALKENENDE:

Het is steeds gezegd: die lead nation-functie komt tot een eind. De mensen zullen dan weg zijn. Maar wat ik niet wil is dat we ons nu begeven in allerlei speculaties en daarom precies het gene wat ik nu zeg: wij zijn aan zet. De regering regeert, de Kamer controleert. Wanneer wij klaar zijn met onze beraadslagingen zullen wij het de Kamer laten weten.

VRAAG:

Obama heeft vandaag de Nobelprijs voor de vrede gekregen. Nu zijn er gelijk mensen die zeggen: dat heeft ook gevolgen voor Nederland. Die duiden dat als volgt: dat de statuur van deze man nog meer gegroeid is. Dat op het moment dat hij uw opbelt om te vragen of Nederland alsjeblieft wil blijven in Uruzgan, dat u het niet kan maken om nee te zeggen.


BALKENENDE:

U bent niet helemaal origineel, want de heer Post, een bekende Amerika-deskundige, die is er mee begonnen.

VRAAG:

Die heeft mij geïnspireerd! Ik zei ook: er zijn duiders.


BALKENENDE:

Frits Wester ging daarna door en nu bent u de derde die het punt naar voren brengt. Ik begrijp de opmerking die de heer Post ook heeft gemaakt, aan de andere kant heb ik gewoon te maken met mijn verantwoordelijkheden als minister-president en daar ben ik net op in gegaan.

VRAAG:

Ik dank u wel.


BALKENENDE:

Graag gedaan.

(letterlijke tekst, ongecorrigeerd)