Ministerie van Defensie

Datum 9 oktober 2009

Onderwerp Antwoorden op de vragen van het lid Peters over Burgerslachtoffers bij het NAVO-bombardement in de provincie Kunduz in Afghanistan.

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de vragen van het lid Peters (GroenLinks) over burgerslachtoffers bij het NAVO-bombardement in de provincie Kunduz in Afghanistan. Deze vragen zijn ingezonden op 8 september 2009 met kenmerk 2009Z15962.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

2009Z15962

Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over burgerslachtoffers bij het NAVO-bombardement in de provincie Kunduz in Afghanistan. (Ingezonden 8 september 2009)

1
Is inmiddels bekend hoeveel burgerslachtoffers en -gewonden zijn gevallen bij het NAVO-bombardement op het gestolen NAVO-brandstoftransport in Kunduz op 4 september, waarbij ca. 90 doden zouden zijn gevallen, waaronder veel burgers? 1)

2
Hoe verklaart u dat ISAF 2), alvorens tot het luchtbombardement over te zijn gegaan, meende dat er alleen Taliban-strijders bij het doelwit aanwezig waren, terwijl er op dat moment ook veel burgers waren om brandstof te halen?

5
In hoeverre is dat beleid bij dit bombardement in Kunduz toegepast?

De regering betreurt het ten zeerste dat er slachtoffers vallen onder de burgerbevolking. Bondskanselier Merkel heeft zich op 8 september jl. in de Bondsdag in soortgelijke bewoordingen uitgelaten. Daarnaast is het voor de steun onder de bevolking voor de ISAF- missie van groot belang om het uiterste te doen om te voorkomen dat er burgerslachtoffers vallen. De SG NAVO heeft opdracht gegeven de voorvallen in Kunduz zorgvuldig te onderzoeken. Daarbij worden de omstandigheden van het bombardement, het aantal (burger)slachtoffers en de gehanteerde ISAF procedures onderzocht. Het onderzoek is nog niet afgerond. Daags na het incident in Kunduz bezocht de ISAF-commandant Mc Chrystal reeds de plek waar het incident plaatsvond om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de omstandigheden.

3
Op welke wijze wordt in de praktijk uitvoering gegeven aan het nieuwe ISAF-beleid van commandant McChrystal dat niet de jacht op Taliban-strijders maar het vermijden van burgerslachtoffers tot hoogste prioriteit bestempelt?

4
Op welke wijze wordt dat beleid in Uruzgan toegepast? Tot welke veranderingen heeft dat in de praktijk geleid?

Het beschermen van de Afghaanse burgerbevolking is voor de NAVO de hoogste prioriteit. Er wordt voortdurend gestreefd naar het verbeteren van procedures en richtlijnen om burgerslachtoffers te voorkomen. Generaal Mc Chrystal heeft kort na zijn aantreden richtlijnen uitgegeven om uiterste terughoudendheid te betrachten bij het inzetten van luchtsteun. Deze richtlijnen worden door Task Force Uruzgan en de Nederlandse Air Task Force in Kandahar streng nageleefd. Om operationele redenen kan niet ingegaan worden op specifieke veranderingen in de praktijk als gevolg van deze nieuwe richtlijnen.

6
Kunt u bevestigen dat aan alle familieleden van omgekomen burgerslachtoffers en gewonde burgers schadevergoeding en aan alle gewonden benodigde medische zorg wordt gegeven?

Zoals hierboven gesteld wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de gebeurtenissen in Kunduz. De uitkomsten van het onderzoek zullen naar verwachting ook duidelijkheid scheppen ten aanzien van deze vraag. Zoals aangegeven in antwoord op Kamervragen van het lid Poppe (Handelingen II 2007-2008, Aanhangsel 460) is ISAF niet juridisch aansprakelijk voor schade aan goederen als gevolg van het uitvoeren van de missie. Indien is komen vast te staan dat er slachtoffers onder de burgerbevolking zijn gevallen als gevolg van ISAF operaties kan communicatie tussen ISAF en de nabestaanden plaatsvinden via vertegenwoordigers van de Afghaanse autoriteiten en/of stamouderen. Het vergoeden van toegebrachte schade is een nationale aangelegenheid van het land wiens troepen de schade hebben veroorzaakt. Ook als er geen formele aansprakelijkheid is kan een zogeheten ex gratia betaling worden uitgekeerd.

7
Is een gestolen brandstoftank een legitiem doelwit volgens het van toepassing zijnde humanitaire en oorlogsrecht, indien er een groot risico is op grote aantallen burgerslachtoffers?

Of in een specifiek geval sprake is van een legitiem militair doelwit is afhankelijk van de omstandigheden. Zoals gezegd wordt naar deze omstandigheden nog onderzoek gedaan.

8
Hoe groot is momenteel de aanwezigheid en dreiging van de Taliban in de voorheen relatief rustige provincie Kunduz in het noorden van Afghanistan? Om wat voor soort militanten gaat het hier?

In het noorden van Afghanistan vormt Kunduz het zwaartepunt voor militante activiteiten. Het aantal incidenten is echter vele malen lager dan de aantallen in het zuiden, zoals in Helmand en Kandahar. In Kunduz concentreren de incidenten zich vooral in de districten Chahar Dara en Kunduz.

De aanwezige dreiging van de Taliban in Kunduz is moeilijk in aantallen uit te drukken. De Taliban is niet een militair gestructureerde organisatie maar een beweging. Soms is er ook sprake van gewapende groepen die ISAF operaties hinderen maar strikt genomen niet tot de Taliban behoren. Dit is ook het geval in Kunduz. Het is daardoor moeilijk vast te stellen of het om militanten, powerbrokers, of georganiseerde misdaad gaat. Hierdoor is het niet mogelijk de aanwezige dreiging in precieze aantallen uit te drukken.

1) New York Times, 4 september 2009: "Scores Feared Killed in Blast After Afghan Airstrike" 2) ISAF: International Security Assistance Force