Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over Q-koorts

09 oktober 2009 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister meldt dat zij afstand neemt van de uitspraak van een oud-hoogleraar dat de uitbraak van Q-koorts zou moeten worden doodgezwegen om landbouw en toerisme niet te schaden.

Geachte Voorzitter,

Mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stuur ik u hierbij de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Thieme (PvdD) over Q-koorts van 7 september 2009 (2009Z15777).

1
Kent u het bericht "Op welk bedrijf Q-koorts heerst blijft geheim"? ') Ja.

2
Hoe beoordeelt u de uitspraak van oud-hoogleraar Maassen dat het lijkt alsof het probleem wordt doodgezwegen om landbouw en toerisme niet te schaden? Ik vind deze uitspraak onbegrijpelijk. Q-koorts krijgt in verschillende kranten en actualiteitenprogramma's veel aandacht. Ik informeer de Tweede Kamer met grote regelmaat over de situatie, de vaccinatiecampagne en de maatregelen. Het RIVM bericht bovendien wekelijks over de aantallen ziektemeldingen bij mensen. Geregeld hebben wij aangegeven de epidemie zeer serieus te nemen en alles op alles te zetten om deze epidemie onder controle te krijgen. Steeds is het volksgezondheidsbelang leidend in de keuzes. Daarbij kijken wij ook altijd naar te verwachten effectiviteit en proportionaliteit van maatregelen. Op basis van de ontwikkelingen dit jaar, nieuwe onderzoeksresultaten en adviezen van deskundigen zal een aantal maatregelen worden aangepast. Dit is in de Kamerbrieven van 28 augustus jl. (Kamerstuknummer 28 286, nr. 314) en 26 september (Kamerstuknummer 28286, nr. 316) toegelicht en is via een nieuwsbrief ook gecommuniceerd aan gemeenten en GGD. ') NRC handelsblad, 2 september 2009


3
Hoe beoordeelt u de uitspraak van arts Van Steenbergen die stelt "natuurlijk is het risico groter naarmate je dichter bij zo'n bedrijf woont"? In mijn brief van 28 augustus jl. (Kamerstuknummer 28 286) noem ik uw Kamer reeds dat uit onderzoek van het RIVM blijkt dat in de buurt van besmette bedrijven meer mensen ziek worden dan op grotere afstand. Dit strookt met de hypothese dat verwaaiing van de Q-koortsbacterie een belangrijke transmissieroute is.

4
Hoe beoordeelt u de uitspraken van microbioloog Schneeberger dat het ministerie van LNV primair gericht zou zijn op het beschermen van de bedrijfstak, dat de uitbraak van Q-koorts niet los gezien kan worden van de enorme omvang van de Nederlandse veehouderij en dat het antibioticumgebruik in de veehouderij een enorme belasting vormt voor de volksgezondheid wegens de toename van MRSA en salmonella?
In 2007 is advies uitgebracht over de volksgezondheidsaspecten van megastallen. Dit najaar is een nieuw onderzoek gestart naar de volksgezondheidsaspecten van de intensieve veehouderij. In dit onderzoek wordt onder andere gekeken naar Qkoorts, maar ook naar andere aspecten, zoals fijnstofemissie en antibioticagebruik. Dit brede onderzoek wordt uitgevoerd door het Institute for Risk Assessment Studies (IRAS) van de Universiteit van Utrecht, het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM. Het onderzoek moet een wetenschappelijk onderbouwd beeld geven van de gezondheidsaspecten van de intensieve veehouderij. De eerste resultaten komen in de loop van 2010 beschikbaar.
De belasting voor de volksgezondheid van het antibioticagebruik in de veehouderij is een vraagstuk dat hier los van staat. De toename van resistente bacteriën, zoals de veegerelateerde MRSA en bepaalde salmonella's zijn uiteraard een serieus punt van zorg. Het is ook daarom dat diverse inspanningen worden verricht met het oog op de beteugeling van de antibioticaresistentieproblematiek en het antibioticagebruik in de dierhouderij. Naar de oorzaken van het voorkomen van veegerelateerde MRSA, de omvang daarvan en het belang voor de volksgezondheid wordt nader onderzoek verricht, waarvan de resultaten waarschijnlijk voor het einde van dit jaar zullen worden geleverd.
5
Deelt u de mening dat de schade voor omwonenden van veehouderijen op een vergelijkbare manier zou moeten worden afgewikkeld als het geval was bij legionellabesmettingen, waardoor bedrijven verantwoordelijk zijn gesteld²)? Zo ja, voelt u zich verantwoordelijk wanneer u de exacte locaties van besmette bedrijven geheimhoudt? Zo nee, waarom niet?

Nee. Ook veehouders weten, door het gebrek aan kennis over Q-koorts, nu niet wat zij meer kunnen doen om besmetting te voorkomen, dan datgene wat wettelijk wordt opgelegd. Zolang bedrijven zich houden aan de wettelijke voorschriften, is er geen aanleiding om bedrijven verantwoordelijk te stellen.
6
Is er een scenariostudie over wat de schade voor toerisme en niet-agrarisch bedrijfsleven zou kunnen bedragen wanneer toeristen Noord-Brabant en andere gebieden met besmettingshaarden gaan mijden omdat ze niet zeker weten waar de besmettingshaarden zich bevinden? Zo nee, bent u bereid een dergelijke scenariostudie te laten verrichten?
Nee. Zolang er vanuit het oogpunt van de volksgezondheid geen aanleiding is voor reisadviezen, acht ik een scenariostudie naar de effecten voor toerisme en nietagrarisch bedrijfsleven niet nodig.

7
Waarom wilt u mensen in risicogroepen blijven blootstellen aan vermijdbare risico's door het geheimhouden van de locatie van besmette bedrijven³)? Ik verwijs u naar mijn antwoorden aan mevrouw Thieme op de vragen 2, 3 en 4 d.d. 14 juli jl. met kenmerk 2009Z13910, de vragen 3, 4 en 5 d.d. 23 juli jl. met kenmerk 2009Z14235 en het Algemeen Overleg over Q-koorts d.d. 1 oktober 2009. Tijdens het Algemeen Overleg hebben minister Klink en ik bevestigd dat wij geen gegevens van bedrijven zullen vrijgeven. Wel hebben wij toegezegd u in de loop van dit jaar te informeren over de communicatiestrategie die wij voor ogen hebben om omwonenden van besmette bedrijven actief te informeren over hun mogelijk verhoogde risico op Q-koorts.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

²) Trouw, 15 mei 2009: "Vergoeding slachtoffers legionella in Bovenkarspel" ³) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr.3655