Het OM mag kraakpanden niet strafrechtelijk laten ontruimen
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een inbreuk op een fundamenteel
recht als het huisrecht, ook dat van een kraker, moet berusten op een
in de wet voldoende precies omschreven bevoegdheid. Volgens de Hoge
Raad ontbreekt zo'n wettelijke bevoegdheid voor strafrechtelijke
ontruiming van kraakpanden door de politie op last van het openbaar
ministerie. Het hof heeft dus de strafrechtelijke ontruiming van het
kraakpand terecht verboden.
Ontruimingen op last van de burgemeester in verband met verstoring van
de openbare orde en ontruimingen krachtens een vonnis van de
burgerlijke rechter blijven zonder meer mogelijk.
Met deze uitspraak van de Hoge Raad is de uitspraak van het hof
Leeuwarden van 25 november 2008 definitief geworden.
Achtergrond
In 2008 hebben krakers een bedrijfspand in Groningen gekraakt. Het
openbaar ministerie kondigde aan het pand te willen ontruimen wegens
overtreding van het Wetboek van Strafrecht (het niet verlaten van een
kraakpand). De krakers hebben in kort geding gevorderd dat de staat
(en via deze de officier van justitie) wordt verboden om tot
strafrechtelijke ontruiming over te gaan.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen heeft de vordering
afgewezen en de ontruiming dus niet verboden (vonnis van 7 november
2008, LJN BG4440).
In hoger beroep heeft het hof Leeuwarden op 25 november 2008 (LJN
BG5205) de staat (en via deze de officier van justitie) verboden het
pand te ontruimen. Volgens het hof kunnen de krakers zich beroepen op
hun huisrecht. Dat wil zeggen dat het binnentreden in een woning
zonder toestemming van de bewoner alleen geoorloofd is in gevallen
waarin de wet dat bepaalt. Een gedwongen ontruiming van het pand maakt
een inbreuk op dit huisrecht en daarvoor moet dus een wettelijke
grondslag zijn. Volgens het hof is in de wet geen bevoegdheid te
vinden waarop de strafrechtelijke ontruiming kan worden gebaseerd.
Nadere informatie over het huisrecht en ontruiming van gekraakte
panden
Het huisrecht is beschermd in art. 12 van de Grondwet en in art. 8 van
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens de Grondwet
is binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner alleen
geoorloofd in de gevallen waarin dit in een wettelijke regeling is
bepaald. En alleen door hen die daartoe in de wet zijn aangewezen.
Dit huisrecht beschermt iedere feitelijke bewoner tegen
huisvredebreuk. Het maakt dus niet uit of bewoners een pand rechtmatig
bewonen of niet. Dat had de Hoge Raad al eerder uitgemaakt (HR 4
september 2007, LJN BA4934). In deze zaak kunnen, ook volgens de
staat, de krakers zich op dit huisrecht beroepen omdat zij het pand
feitelijk bewoonden.
Het kraken van een pand is naar burgerlijk recht een onrechtmatige
daad tegenover de eigenaar, ongeacht hoe lang het pand al leeg staat.
De eigenaar kan bij de burgerlijke rechter een vordering tot
ontruiming tegen de krakers instellen. Het ontruimingsvonnis wordt
door de deurwaarder ten uitvoer gelegd, zo nodig met assistentie van
de politie. Zo'n civiele ontruiming is in deze zaak niet aan de orde.
Als de openbare orde door krakers wordt verstoord, kan dit voor de
burgemeester aanleiding zijn om opdracht te geven aan de politie om
het kraakpand te ontruimen. In deze zaak staat vast dat van verstoring
van de openbare orde geen sprake is. Ook zo'n bestuurlijke ontruiming
is hier dus niet aan de orde.
De vraag in deze zaak is niet of ontruiming via de burgerlijke rechter
of op last van de burgemeester mogelijk is, maar alleen of ontruiming
langs strafrechtelijke weg mogelijk is.
De kwestie is dus of de politie op last van de officier van justitie
wettelijk bevoegd is een gekraakt pand te ontruimen omdat de krakers
art. 429sexies van het Wetboek van Strafrecht hebben overtreden. Bij
overtreding van dit artikel mag de politie de krakers aanhouden en
kunnen de krakers door het openbaar ministerie worden vervolgd omdat
zij het pand niet direct hebben ontruimd. Maar de vraag in deze zaak
is of de politie het pand definitief mag ontruimen en mag verhinderen
dat de krakers terugkeren in het pand dat zij feitelijk bewoonden.
De procedure bij de Hoge Raad
Tegen de uitspraak van het hof Leeuwarden heeft de staat beroep in
cassatie ingesteld.
Volgens de staat zijn het openbaar ministerie en de politie wel
wettelijk bevoegd tot strafrechtelijke ontruiming van het pand. De
advocaat van de staat in cassatie is mr. G. Snijders in Den Haag.
Namens een van de krakers heeft mr. M.A.R. Schuckink Kool, advocaat in
Den Haag, in cassatie verweer gevoerd.
De advocaat-generaal mr. F.F. Langemeijer heeft op 26 juni 2009 de
Hoge Raad geadviseerd het beroep van de staat te verwerpen. Volgens
hem ontbreken voldoende specifieke wettelijke bepalingen die de
officier van justitie en de politie bevoegd maken tot strafrechtelijke
ontruiming met de daaraan verbonden inbreuk op het huisrecht van de
kraker.
Uitspraak van de Hoge Raad
Inbreuk op een fundamenteel recht als het huisrecht, ook dat van een
kraker, moet berusten op een in de wet voldoende precies omschreven
bevoegdheid. Volgens de Hoge Raad ontbreekt zo'n wettelijke
bevoegdheid voor strafrechtelijke ontruiming van kraakpanden door de
politie op last van het openbaar ministerie. Het hof heeft dus de
strafrechtelijke ontruiming van het kraakpand terecht verboden.
Ontruimingen op last van de burgemeester in verband met verstoring van
de openbare orde en ontruimingen krachtens een vonnis van de civiele
rechter blijven zonder meer mogelijk.
Gevolgen van deze uitspraak
Met deze uitspraak van de Hoge Raad is de uitspraak van het hof
Leeuwarden van 25 november 2008 definitief.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 9
oktober 2009. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige
uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Persraadsheer mr. W.A.M. van Schendel zal op 9 oktober 2009 van 11.00
- 13.00 uur (via onderstaand telefoonnummer) bereikbaar zijn voor het
geven van een toelichting.
Den Haag, 9 oktober 2009
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummer
BJ1254
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 9 oktober 2009 Naar boven
Hoge Raad der Nederlanden