De Hoge Raad doet op 9 oktober uitspraak over strafrechtelijke
ontruiming van kraakpanden
Den Haag, 7 oktober 2009 - In 2008 hebben krakers een bedrijfspand in
Groningen gekraakt. Het openbaar ministerie kondigde aan het pand te
willen ontruimen wegens overtreding van art. 429sexies van het Wetboek
van Strafrecht. Die bepaling stelt strafbaar degene die een door hem
wederrechtelijk in gebruik genomen woning of gebouw, dat nog geen 12
maanden leeg staat, niet ontruimt. De krakers hebben in kort geding
gevorderd dat de staat (en via deze de officier van justitie) wordt
verboden om tot strafrechtelijke ontruiming over te gaan.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen heeft de vordering
afgewezen en de ontruiming dus niet verboden (vonnis van 7 november
2008, LJN BG4440).
In hoger beroep heeft het hof Leeuwarden op 25 november 2008 (LJN
BG5205) de staat (en via deze de officier van justitie) verboden het
pand te ontruimen. Volgens het hof kunnen de krakers zich beroepen op
hun huisrecht. Dat wil zeggen dat het binnentreden in een woning
zonder toestemming van de bewoner alleen geoorloofd is in gevallen
waarin de wet dat bepaalt. Een gedwongen ontruiming van het pand maakt
een inbreuk op dit huisrecht en daarvoor moet dus een wettelijke
grondslag zijn. Volgens het hof is in de wet geen bevoegdheid te
vinden waarop de strafrechtelijke ontruiming kan worden gebaseerd.
Nadere informatie over het huisrecht en ontruiming van gekraakte
panden
Het huisrecht is beschermd in art. 12 van de Grondwet en in art. 8 van
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens de Grondwet
is binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner alleen
geoorloofd in de gevallen waarin dit in een wettelijke regeling is
bepaald en alleen door hen die daartoe in de wet zijn aangewezen. Dit
huisrecht beschermt iedere feitelijke bewoner tegen huisvredebreuk.
Het maakt dus niet uit of bewoners een pand rechtmatig bewonen of
niet. Dat had de Hoge Raad al eerder uitgemaakt (HR 4 september 2007,
LJN BA4934). In deze zaak kunnen, ook volgens de staat, de krakers
zich op dit huisrecht beroepen omdat zij het pand feitelijk bewoonden.
Het kraken van een pand is naar burgerlijk recht een onrechtmatige
daad tegenover de eigenaar, ongeacht hoe lang het pand al leeg staat.
De eigenaar kan bij de burgerlijke rechter een vordering tot
ontruiming tegen de krakers instellen. Het ontruimingsvonnis wordt
door de deurwaarder ten uitvoer gelegd, zo nodig met assistentie van
de politie. Zoân civiele ontruiming is in deze zaak niet aan de orde.
Als de openbare orde door krakers wordt verstoord, kan dit voor de
burgemeester aanleiding zijn om opdracht te geven aan de politie om
het kraakpand te ontruimen. In deze zaak staat vast dat van verstoring
van de openbare orde geen sprake is. Ook zoân bestuurlijke ontruiming
is hier dus niet aan de orde.
De vraag in deze zaak is niet of ontruiming via de burgerlijke rechter
of op last van de burgemeester mogelijk is, maar alleen of ontruiming
langs strafrechtelijke weg mogelijk is.
De kwestie is dus of de politie op last van de officier van justitie
wettelijk bevoegd is een gekraakt pand te ontruimen omdat de krakers
art. 429sexies van het Wetboek van Strafrecht hebben overtreden. Bij
overtreding van dit artikel mag de politie de krakers aanhouden en
kunnen zij door het openbaar ministerie worden vervolgd omdat zij het
pand niet direct hebben ontruimd. Maar de vraag in deze zaak is of de
politie het pand definitief mag ontruimen en mag verhinderen dat de
krakers terugkeren in het pand dat zij feitelijk bewoonden.
De procedure bij de Hoge Raad
Tegen de uitspraak van het hof Leeuwarden heeft de staat beroep in
cassatie ingesteld.
Volgens de staat zijn het openbaar ministerie en de politie wel
wettelijk bevoegd tot strafrechtelijke ontruiming van het pand. De
advocaat van de staat in cassatie is mr. G. Snijders in Den Haag.
Namens een van de krakers heeft mr. M.A.R. Schuckink Kool, advocaat in
Den Haag, in cassatie verweer gevoerd.
De advocaat-generaal mr. F.F. Langemeijer heeft op 26 juni 2009 de
Hoge Raad geadviseerd het beroep van de staat te verwerpen. Volgens
hem ontbreken voldoende specifieke wettelijke bepalingen die de
officier van justitie en de politie bevoegd maken tot strafrechtelijke
ontruiming met de daaraan verbonden inbreuk op het huisrecht van de
kraker.
Uitspraak
De Hoge Raad doet op vrijdag 9 oktober 2009 om 10.00 uur uitspraak in
deze zaak.
Persraadsheer mr. W.A.M. van Schendel zal op 9 oktober 2009 van 11.00
â 13.00 uur (via onderstaand telefoonnummer) bereikbaar zijn voor het
geven van een toelichting.
Den Haag, 7 oktober 2009
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummers
BG4440
BG5205
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 7 oktober 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie