Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA DEN HAAG www.minocw.nl
Onze referentie
PO/BS/156249
Datum 6 oktober 2009
Betreft Klachtenregeling PO en VO
In deze brief geven wij, zoals eerder aangekondigd in ons schrijven van 9 juli
2009 (Kamerstuk 31 700 VIII, nr. 214), aan welke verbeteringen zijn
doorgevoerd in de uitvoering van de klachtenregeling PO/VO. Begin 2009 heeft de
stuurgroep verbetering klachtenregeling hierover gerapporteerd.
Deze brief gaat ook in op de toezegging van de minister van OCW tijdens het AO
van 17 januari 2008 om, in navolging van het BVE, de inspectie ook de
klachtafhandeling in het PO en VO te laten onderzoeken. Hierbij zal worden
betrokken dat het PO en VO reeds een wettelijke klachtenregeling kennen, en het
BVE nog niet.
1. De beleidsinitiatieven tot nog toe
In 2004 en 2005 zijn onderzoeken uitgevoerd naar het functioneren van de
klachtenregeling in het PO en VO. De conclusie van deze onderzoeken was, kort
gezegd, dat de uitvoering van de klachtenregeling beter kan. In overleg met de
landelijke organisaties van ouders, leerlingen, besturen, personeel en
schoolleiders heeft dit geleid tot de volgende twee initiatieven:
- Er is een stuurgroep onder leiding van de heer Kotte (hierna: stuurgroep
verbetering klachtenregeling) ingesteld die een aantal verbeteringen heeft
doorgevoerd binnen de bestaande bestuurlijke en juridische kaders (zie
Kamerstuk 30 300 VIII, nr. 216). Verderop in deze brief wordt verslag
gedaan van de resultaten van deze stuurgroep.
- Er is een Expertgroep ingesteld onder leiding van mevrouw Salomons
(hierna: Expertgroep) die heeft geadviseerd over de aanpassing van de
bestuurlijke en juridische kaders (zie Kamerstuk 30 800 VIII, nr. 73). In
het tweede deel van deze brief wordt ingegaan op dit advies.
2. De stuurgroep verbetering klachtenregeling.
De stuurgroep heeft de voornemens uit de notitie "Naar een verbeterde
klachtenregeling" uitgevoerd. Concreet gaat het hierbij om de volgende
verbeteringen:
- Er is een `proeve van kwaliteitskenmerken van een klachtencommissie'
opgesteld door de ambtelijke secretariaten van alle landelijke
klachtencommissies en een aantal regionale commissies. Deze proeve
bevat een aantal kwaliteitskenmerken en gedragsregels voor
a
agina 1 van 3
P
klachtencommissies in het PO en VO. De proeve is onderschreven door
voornoemde secretariaten en aan alle klachtencommissies toegestuurd.
- Er is een brochure `Klachten op school. Hoe los je ze op?' gemaakt. Deze
brochure is opgestuurd naar alle scholen, medezeggenschapsraden,
klachtencommissies en de inspectie. De ouders kunnen de brochure krijgen
via de school, de medezeggenschapsraad en de ouderorganisaties. De
brochure is tevens te vinden op Kennisnet.
- De stuurgroep heeft de aanbeveling gedaan om het bestaande aanbod op
het gebied van oudercommunicatie te structureren. De stuurgroep wil dat
er een referentiekader `communicatie en samenwerking tussen school en
ouders' voor lerarenopleidingen wordt ontwikkeld. Wij onderkennen het
belang van aandacht voor oudercommunicatie. De initiële opleidingen
leiden op tot het voldoen aan de sinds augustus 2006 wettelijk vastgelegde
bekwaamheidseisen. De communicatie met ouders is daarbij expliciet aan
de orde. Voor de nascholing is het aan de scholen om hun
scholingsbehoefte aan lerarenopleidingen voor te leggen. Desalniettemin
zullen wij het verzoek van de stuurgroep bij de lerarenopleidingen onder de
aandacht brengen.
- In de risicogerichte benadering van het toezicht door de inspectie zijn
klachten een belangrijke rol gaan spelen. Hierop wordt in het vervolg van
de brief teruggekomen.
Wij verwachten dat de bovenstaande verbeteringen zullen leiden tot een betere
uitvoering van de klachtenregeling.
2. Nadere reactie op de aanbevelingen van de Expertgroep.
Zoals gezegd heeft de Expertgroep geadviseerd over eventuele aanpassing van de
bestuurlijke en juridische kaders. In de brief waarmee het eindrapport van de
Expertgroep aan de Kamer is aangeboden (Kamerstukken 30 800 VIII, nr. 73)
heeft de toenmalige minister haar waardering uitgesproken over het advies. De
besluitvorming over het advies is overgelaten aan het nieuwe kabinet.
De Expertgroep adviseert de opzet van de klachtenregeling op hoofdlijnen te
handhaven. De Expertgroep pleit hierbij voor een versterking van de horizontale
verantwoording en voor de versterking van het inspectietoezicht. Deze
aanbevelingen van de Expertgroep zijn overgenomen en hebben geleid tot de
volgende aanpassingen.
Ter verbetering van de horizontale verantwoording dient het jaarverslag
informatie te bevatten over de afhandeling van klachten. Dit is opgenomen in de
Richtlijn Jaarverslag Onderwijs. Het jaarverslag is openbaar en het schoolbestuur
heeft de plicht het jaarverslag aan de medezeggenschapsraad te sturen. In de
Wet medezeggenschap op scholen is daarnaast opgenomen dat de
medezeggenschapsraad geïnformeerd moet worden over een klacht die door de
klachtencommissie gegrond is verklaard, en over de maatregelen die het bevoegd
gezag naar aanleiding van dat oordeel neemt.
Met de inspectie hebben we afgesproken dat het inspectietoezicht zich meer richt
op klachten en de uitvoering van de klachtenregeling. Klachten van ouders zoals
die blijken uit het jaarverslag, berichten in de media maar ook uit brieven van
ouders en andere klagers zijn een basis voor het risicogericht toezicht. Bij
ernstige of veelvuldige klachten zal de inspectie zich op korte termijn informeren.
Daarnaast zal de inspectie de komende periode in het kader van het
Pagina 2 van 3
programmatisch handhaven nagaan of de schoolgids de wettelijk vereiste
informatie over de klachtenregeling bevat. Overigens stelt de inspectie zich niet
op als behandelaar van individuele klachten. Dit is niet haar taak.
De Expertgroep adviseert ook de wettelijke opzet van de klachtenregeling te
wijzigen. De Expertgroep wil een onderscheid maken tussen een interne
klachtencommissie per school en een onafhankelijke externe klachtencommissie.
Dit komt er op neer dat iedere school een interne klachtencommissie op moet
zetten, naast de bestaande externe klachtencommissie. De Expertgroep adviseert
dit omdat een afhandeling van klachten zo dicht mogelijk bij de school zowel de
betrokkenheid bij de klachtafhandeling bevordert als de leereffecten voor de
schoolorganisatie.
De aanbeveling voor iedere school een aparte klachtencommissie in te stellen
nemen we niet over op grond van de volgende overwegingen:
- de procedure voor afhandeling (eerst intern en dan nog eens extern) wordt
langer. De klager is daar niet bij gebaat.
- een interne klachtencommissie ontvangt, zeker vergeleken met een
landelijke of regionale klachtencommissie, zo weinig klachten dat het
opbouwen van deskundigheid lang zal duren.
- bij een schoolinterne commissie zullen de leden eerder in de kringen van
betrokkenen gezocht worden. Dit kan er toe leiden dat een klager de
commissie niet als onafhankelijk zal zien.
- het optuigen van een interne klachtencommissie voor iedere school zorgt
voor extra administratieve lasten en bureaucratie.
De landelijke organisaties voor ouders in het PO en VO hebben zich ook
uitgesproken tegen dit onderdeel van het advies. De mening van een belangrijk
deel van de direct belanghebbenden het draagvlak onder de klachtenregeling -
telt voor ons uiteraard zwaar.
Terugkomend op de in de inleiding genoemde toezegging van de minister, willen
we de inspectie vooral inzetten voor actief toezicht naar aanleiding van klachten
en op de uitvoering van de klachtenregeling. Ook zullen de in deze brief
genoemde verbeteringen hun effect moeten kunnen bewijzen. Indien uit het
inspectietoezicht blijkt dat het nodig is de klachtafhandeling in den brede te
onderzoeken zal weer een breed onderzoek worden ingesteld, zoals ook is
uitgevoerd in 2004 en 2005.
de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
Pagina 3 van 3