Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Brief aan de Tweede Kamer over de verkenning blaastesten
7 oktober 2009
Hiermee informeren de ministers van BZK en Justitie, mede namens de
ministers van VWS en voor Jeugd en Gezin, de Tweede Kamer over de
uitkomsten van een verkenning die is uitgevoerd naar de mogelijkheden
voor de inzet van blaastesten in de openbare ruimte.
Tijdens het Algemeen Overleg op 22 mei 2008 met uw Kamer over de
hoofdlijnenbrief alcoholbeleid van 20 november 2007 (Kamerstuk II
2007/08, 27565, nr. 35) heeft de minister van BZK u de toezegging
gedaan een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden voor de
inzet van blaastesten in de openbare ruimte en uw Kamer te informeren
over de uitkomsten. Bijgaand zenden wij u mede namens de ministers van
VWS en voor Jeugd en Gezin deze verkenning.
Uit de verkenning blijkt dat verplichte blaastesten in de openbare
ruimte alleen in het belang van de verkeersveiligheid kunnen worden
toegepast op basis van de Wegenverkeerswet, de Scheepvaartverkeerswet,
de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet. Daarnaast kunnen in het
particuliere domein vrijwillige blaastesten worden ingezet,
bijvoorbeeld bij schoolfeesten en in horecagelegenheden. Het inzetten
van verplichte blaastesten om redenen van handhaving van de openbare
orde, aanpak van overlast, opsporing van strafbare feiten en het
tegengaan van gezondheidsschade, is op dit moment niet mogelijk. Het
inzetten van verplichte blaastesten in de openbare ruimte voor het
tegengaan van alcoholmisbruik vereist een wettelijke grondslag.
Alcoholmisbruik leidt tot overlast, criminaliteit en gezondheidsschade
van met name jongeren. Dit kabinet heeft diverse maatregelen genomen
om alcoholmisbruik aan te pakken zoals de voorstellen in het
wetsvoorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet (Kamerstukken II
2008/09, 32 022, nrs. 2 en 3). Als aanvullende maatregel achten wij
het noodzakelijk en gewenst een wettelijke grondslag te treffen om
alcoholmisbruik in de openbare ruimte effectief aan te pakken met
behulp van blaastesten. Al eerder hebben wij het voornemen kenbaar
gemaakt om bij geweldsdelicten het gebruik van alcohol als
strafverzwarende omstandigheid aan te merken. Onderzocht wordt of de
inzet van blaastesten hierbij noodzakelijk is.
Het voornemen is de gemeenten in de Gemeentewet de bevoegdheid te
geven risicogebieden aan te wijzen waarbinnen, gedurende bepaalde
tijden, het gebruik van alcohol boven een bepaald alcoholpromillage
strafbaar is gesteld. Het zou dan moeten gaan om gebieden waar al
langer sprake is van ernstige overlast als gevolg van alcoholgebruik
of waar gevreesd wordt voor verstoring van de openbare orde. Een
dergelijke maatregel dient van toepassing te zijn op een ieder die
zich bevindt in het risicogebied. Met behulp van een blaastest wordt
bepaald of het nader te bepalen toegestane alcoholpromillage is
overtreden. Voor het toepassen van blaastesten in deze gebieden wordt
een wettelijke grondslag in het Wetboek van Strafvordering voorzien.
De minister van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties
en de minister van Justitie,
Mevrouw dr. G. ter Horst
dr. E.M.H. Hirsch Ballin