ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer AO Informele Landbouwraad
Bijdrage Ernst Cramer AO Informele Landbouwraad
woensdag 07 oktober 2009 19:00
De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Op voorhand doe ik de
mededeling dat ik waarschijnlijk niet tot het einde bij dit debat
aanwezig ben. Ik wil vanavond nog terug naar huis. Ik wil daar niet te
laat zijn, nadat ik vandaag en gisteren de hele dag in touw ben
geweest. De situatie in de zuivelmarkt is nijpend. Stakende boeren en
een extra bijeenkomst van de ministers van Landbouw geven aan dat het
ernst is met de situatie. En als aanvulling op de woorden van de heer
Polderman zeg ik: de kranten staan er bol van en het land licht er vol
van. De fractie van de ChristenUnie kan het weg laten lopen of
wegsproeien van melk niet waarderen. Dat is volgens mij echt een
verkeerd signaal. Ik snap de onrust. Wij zijn ook ongerust. Dat de
boeren zich roeren is goed. Dat de ministers zich nog eens buigen over
de zuivelmarkt, is ook prima, maar de protesten moeten niet op deze
manier gebeuren. De ChristenUnie vindt het logisch dat de boeren
bezorgd zijn over de lage prijzen. Toch wil ik ook opgemerkt hebben
dat de lage prijzen naar onze overtuiging een logisch gevolg zijn van
een inzet in de richting van liberalisering. Liberalisering betekent
grote fluctuaties in de prijs, dus ook naar beneden. Toen de prijzen
hoog waren, waren de meeste boeren fan van de liberalisering. Ik snap
hun inkeer. Wij dachten er al eerder zo over. De lage prijzen doen de
Commissie beseffen dat noodmaatregelen nodig zijn: een vangnet, een
wettelijk kader voor het sluiten van contracten tussen melkveehouders
en zuivelverwerkers en een termijnmarkt. Met andere woorden: een vrije
markt is kennelijk toch niet zo handig voor een product als zuivel. De
afschaffing van de quotering is naar onze overtuiging ingezet zonder
voldoende tegenmaatregelen. Naar ons idee is er ook onvoldoende oog
voor de mogelijke gevolgen.
De ingestelde High Level Expert Group zal over een groot aantal zaken
nadenken. Wat ons betreft gaat zij ook nadenken over structurele
maatregelen die je kunt treffen om de negatieve effecten van de vrije
markt tegen te gaan, zonder uit te komen bij boterbergen, en alles wat
daarbij hoort. Zij moet ook gaan nadenken over een alternatief voor de
afschaffing van de quota. Ik kan mij voorstellen dat we gaan nadenken
over een flexibel Europees quotumsysteem, maar ben ook wel benieuwd of
naast het zuivelsysteem in de VS en Zwitserland ook naar het systeem
van Canada gekeken kan worden. Dan kunnen we bekijken waarom het daar
anders functioneert dan bij ons. In de zuivelmarkt wordt regelmatig
over de toch al negatieve rol van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit gesproken. Ik heb begrepen dat in de VS het
landbouwbeleid een uitzonderingspositie heeft wat betreft de
mededingingswetgeving. Het is het onderzoek waard om te bekijken of
dit in Europa en Nederland ook zou kunnen. Dat biedt volgens mij meer
mogelijkheden voor bedrijven om zich te organiseren ten opzichte van
de grote marktpartijen.
De VS hebben in 1996 de quota afgeschaft. Dat leidde tot grote
fluctuaties en problemen. Daarna zijn ze voor zover ik weet allemaal
weer teruggedraaid. Dit geeft kortom aan dat liberalisering niet het
antwoord is. Voor ons zou dit een les moeten zijn.
We ondersteunen het verzet van de minister tegen verhoging van de
exportrestituties. Ik zie in de stukken de uitkomst van het verzet
niet zo snel terug. Komt dat nog?
Weer ligt er een aanvraag voor markttoelating van ggo's. Ik verkeerde
in de veronderstelling dat het wel even rustig zou zijn op dit
dossier, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Op het onderwerp van de
vrijheid voor teelt is gelukkig wat beweging te zien, nu ook de
voorzitter van de Commissie, Barroso, heeft aangegeven hierin wel wat
te zien. Maar we hebben ook gezamenlijk uitgesproken dat het huidige
afwegingskader voor markttoelating niet meer voldoende is. Dit vergt
aanpassing. Daarom heb ik moeite met het onomwonden ja van de minister
bij stemming over de markttoelating van de drie maïsvariëteiten bij de
komende Landbouwraad. Ik sluit mij aan bij de oproep van de heer
Waalkens aan de minister, om zich van stemming te onthouden. Daarmee
zou zij niet echt een uitzondering zijn en zou zij goed aansluiten bij
de positie van Nederland als aanjager van een herzien afwegingskader.
Ook denk ik dat dit in lijn is met eerdere discussies.
De heer Atsma (CDA): Wij verschillen van mening over dit laatste punt.
Ik heb de heer Cramer niet gehoord over de importstop voor soja. In
zijn eerste alinea's heeft de heer Cramer betrokkenheid met de
melkveehouders uitgesproken. Dat is terecht, maar dezelfde
betrokkenheid zou de heer Cramer ook kunnen uitspreken tegenover
bijvoorbeeld de varkenshouders, die voor een groot deel voor hun
veevoer afhankelijk zijn van de soja-import. Zij dreigen nu de
volledige rekening voor hun kiezen te krijgen doordat wij extreem
vasthouden aan de nultolerantie, die overigens nauwelijks te
controleren is. Bij mij thuis staat het potje met sojasaus gewoon in
de kast.
De heer Cramer (ChristenUnie): We gaan op een later tijdstip de
discussie nog eens voeren over de nultolerantie. Dat heb ik althans
begrepen. Ik wil alvast aangeven dat de keuzevrijheid voor de
ChristenUnie van belang blijft. Dan is het ook van belang dat er
ggo-vrije ketens zijn. Ik snap het bezwaar van collega Atsma, maar ik
denk dat we met zijn allen ook de andere bezwaren onder ogen moeten
zien. De ChristenUnie wil de ogen daar niet voor sluiten. Ik snap de
problemen dus en wil graag naar een zorgvuldige oplossing. Maar
nultolerantie zomaar opzij zetten, gaat mij op dit moment een stap te
ver.
De heer Atsma (CDA): Maar zou u er wel voor zijn dat we, juist omdat
het LEI gisteren met een uitvoerige rapportage is gekomen over de
consequenties, even opletten op wat we aan het doen zijn en in
afwachting van de naderende discussie niet verder werken aan de
importstop? Wij gaan hierin tien stappen verder dan veel andere
landen. Het is niet te controleren. Uiteindelijk is een groot aantal
sectoren daarvan de dupe.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik snap de zorg van collega Waalkens,
maar ik hoop dat hij begrijpt dat ik gisterenavond even wat anders aan
mijn hoofd heb gehad dan de stukken van het LEI nog te lessen.
De voorzitter: Het was niet de heer Waalkens, maar de heer Atsma die
de vraag stelde. Het is goed dat de vergadering bijna voorbij is.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik bied mijn nederige excuses aan beide
collega's aan. Ik ben ook niet helemaal ggo-vrij meer.
De heer Polderman (SP): Het wordt laat, maar het is goed om te blijven
opletten. Ik stel vast dat twee coalitiepartijen de minister oproepen
om zich te onthouden van stemming over de ggo-toelating. Dat vind ik
opmerkelijk. Ik ben benieuwd hoe de minister daarop gaat reageren.
Misschien moet dit leiden tot een VAO. Dat zullen we straks zien. De
heer Cramer meent lessen te moeten trekken uit de Amerikaanse
situatie. Dat vind ik interessant. Hij zegt dat de quotering in
Amerika is afgeschaft en dat men daarop is teruggekomen. Zegt de heer
Cramer, nu wij de quotering hebben afgeschaft, dat de les moet zijn om
haar weer in te voeren?
De heer Cramer (ChristenUnie): Een VAO hebben we niet nodig als de
minister een stevige toezegging doet. Dit kunnen we vanavond dus
gewoon afkaarten. Dan ben ik klaar en ben ik ook op tijd thuis. In
eerste instantie is de ChristenUnie meegegaan met de zachte landing.
Maar de zachte landing lijkt zo zacht te worden dat we verdrinken in
de melkput. Dat heeft ons tot een heroverweging gebracht. Als het in
de VS, het land dat bij uitstek door liberalisering wordt gekenmerkt,
is teruggedraaid, waarom zou het in Nederland dan onbespreekbaar
blijven? Ik vind dat je altijd oog moet houden voor de situatie. De
problemen bij de boeren zijn buitengewoon groot. Ik geloof er niet in
dat we het met tijdelijke steunmaatregelen gaan redden. Een tijdelijke
opleving van de markt zal er ongetwijfeld komen, maar voor je het weet
zit je voor het blok en duikt de mark weer naar beneden. Ik hoorde
iemand zeggen dat we er maar aan moeten wennen dat we gaan produceren
voor de lage wereldmarktprijs. Maar als de ondernemers melden dat zij
in Nederland niet voor EUR0,40 per kilo kunnen produceren, wat moeten
we dan? Ik vind dus dat we de ogen open moeten houden voor de noodzaak
om de boeren een goede melkprijs te geven. Overigens ben ik niet voor
een parlementair onderzoek, mijnheer Atsma. Ik zou mij wel kunnen
voorstellen dat we een hoorzitting nieuwe stijl organiseren, waarin we
mensen goed kunnen doorzagen en waarin we ook helder krijgen wat er
aan de hand is. Een voorstel daartoe ondersteun ik.
Ernst Cramer