4. Antwoorden op kamervragen van Langkamp over het bericht dat de
verloskundige spoedzorg in Nederland een ramp is
Antwoorden op kamervragen van Langkamp over het bericht dat de verloskundige
spoedzorg in Nederland een ramp is
Kamerstuk, 7 oktober 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
7 oktober 2009
CZ-K-U-2958875
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Langkamp
(SP) over het bericht dat de verloskundige spoedzorg in Nederland een
ramp is (2009Z16948).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Langkamp over het bericht dat de
verloskundige spoedzorg in Nederland een ramp is. (2009Z16948)
vraag 1
Wat is uw reactie op de uitspraak van de heer Bruijnse, hoogleraar
gynaecologie en verloskunde te Utrecht, dat de verloskundige spoedzorg
in Nederland een ramp is? 1)
antwoord 1
In het artikel staat dat de heer Bruijnse "woorden van deze strekking"
gebruikt heeft. Ik vind de opmerking ongenuanceerd en neem er afstand
van.
vraag 2
Deelt u de mening dat de verloskundige spoedzorg in Nederland
verbeterd moet worden? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen?
antwoord 2
Een van de maatregelen die ik heb genomen is het faciliteren van de
zogenaamde perinatale audit. Met dit instrument beoordelen
gynaecologen, kinderartsen en verloskundigen de verleende zorg op een
kritische en gestructureerde manier en gaan na welke verbeteringen
kunnen worden uitgevoerd. Dit jaar is vanuit het RIVM de Stichting
Perinatale Audit Nederland opgericht. Deze stichting gaat de
perinatale audits op landelijk niveau faciliteren en wordt door mij
bekostigd.
vraag 3
Is het waar dat er in Nederland gemiddeld per jaar twee baby's onnodig
sterven? Zo ja, wat gaat u doen om dit te voorkomen?
antwoord 3
Zoals ik bij verschillende gelegenheden schriftelijk en mondeling aan
uw Kamer heb laten weten, maak ik mij zorgen over de bovengemiddelde
babysterfte in Nederland. Om die reden heb ik een onafhankelijke
stuurgroep ingesteld om mij over mogelijke aanpakken te adviseren. Ik
verwacht voor 1 januari 2010 het eindrapport van deze stuurgroep en
zal u daarop dan spoedig mijn reactie geven.
Zie ook mijn antwoord op vraag 2.
vraag 4
Wat is het oordeel van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over deze
ontwikkeling?
antwoord 4
Dit jaar en volgend jaar voert de Inspectie voor de Gezondheidszorg
een onderzoek uit naar de kwaliteit van zorg in ziekenhuizen tijdens
de avond, de nacht en het weekenduren. De oorzaak van de
bovengemiddelde babysterfte in avond-, nacht- en weekenduren zal daar
deel van uitmaken. Ik verwacht begin 2011 het definitieve rapport te
ontvangen. Dit onderzoek komt bovenop het onderzoek dat de inspectie
eerder heeft uitgevoerd naar de kwaliteit van verloskundige zorg op
grond van meldingen die zijn gedaan in de periode van 2006 tot 2008.
De bevindingen uit dit onderzoek worden door de inspectie in haar
reguliere contacten met het veld besproken.
vraag 5
Vindt u het een wenselijke ontwikkeling dat er, door het tekort aan
gynaecologen en anesthesisten, steeds meer ziekenhuizen zijn waar de
afdeling verloskunde verdwijnt? Zo nee, wat gaat u eraan doen om te
voorkomen dat er in de toekomst nog meer afdelingen verloskunde uit
ziekenhuizen verdwijnen?
antwoord 5
Het is te simpel om dit terug te brengen tot een tekort aan medisch
professionals. Waar het ook om gaat is dat de professionals een
zodanig patiëntenaanbod hebben dat zij hun vaardigheden voldoende op
peil kunnen houden zodat er ook in dat opzicht sprake is van
verantwoorde zorg. Dat kan niet overal.
vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat toekomstige moeders in Nederland dicht
bij huis kunnen bevallen en dat er ook voldoende specialistische zorg
in het ziekenhuis aanwezig is?
antwoord 6
Vrouwen in Nederland kunnen - als zij dat willen en als het medisch
kan - gewoon thuis bevallen. Dat is dicht bij huis. Het prikkelende
betoog van de heer Bruijnse weerlegt de opvatting als zou het altijd
mogelijk zijn de randvoorwaarden van verantwoorde verloskundige zorg
in ziekenhuizen én beschikbaarheid op (bijna) iedere plaats in
Nederland te combineren. Zijn getallen op de Nederlandse situatie
toepassend resteren er circa 25 ziekenhuizen met verloskundige zorg
(180000 bevallingen gedeeld door 7000).
Het is de beroepsgroep die de voorwaarden voor verantwoorde zorg
vaststelt en vastlegt in behandelrichtlijnen. Daarmee wordt richting
gegeven aan de manier waarop verloskundige zorg in ziekenhuizen
georganiseerd moet zijn. Dat resulteert in mijn ogen nu niet in het
beeld dat heer Bruijnse schetst. Ik acht het echter niet uitgesloten
dat we in de nabije toekomst daar wel naar toe gaan ontwikkelen. Bij
mij komt kwaliteit van zorg altijd op de eerste plaats, ook als dat -
met inachtneming van minimale bereikbaarheidsnormen - ten koste van de
bereikbaarheid gaat.
vraag 7
Geeft deze ontwikkeling voldoende aanleiding om te concluderen dat er
meer opleidingsplaatsen nodig zijn voor gynaecologen? Zo nee, waarom
niet?
antwoord 7
Nee, het Capaciteitsorgaan betrekt veel meer gegevens bij het
beantwoorden van de vraag welk aantal specialisten (in dit geval:
gynaecologen) opgeleid moet worden. Het Capaciteitsorgaan heeft in
2008 een advies uitgebracht vanuit een lange termijn perspectief
(2019) voor de jaarlijkse instroom van medisch specialisten, waaronder
gynaecologen. Op basis van dat advies heb ik een jaarlijkse instroom
van 50 assistenten in opleiding tot gynaecoloog vastgesteld, waarmee
ik aan de bovenkant van het advies ben gaan zitten. Daarbij merk ik
op, dat in het advies een totaal van bijna 1000 geregistreerde
gynaecologen wordt genoemd. Het Capaciteitsorgaan wordt geacht een
zorgvuldig advies op te stellen. Wetenschappelijke verenigingen worden
daarbij betrokken en om hun inbreng gevraagd. Het Capaciteitsorgaan,
in het bijzonder het plenair orgaan waarin de medisch specialisten
worden vertegenwoordigd, maakt een afweging van de relevante feiten en
belangen die spelen. Daarmee mag worden verwacht, dat een afgewogen
advies tot stand komt. Mocht er vervolgens voortschrijdend inzicht
ontstaan, dan kan dat door het Capaciteitsorgaan ook tussentijds aan
VWS worden gemeld. Het Capaciteitsorgaan heeft mij desgevraagd in het
voorjaar meegedeeld, dat er geen enkele aanleiding is voor het
tussentijds bijstellen van het opgestelde advies.
vraag 8
Bent u bereid deze vragen vóór het algemeen overleg over ketenzorg
verloskunde op 15 oktober a.s. te beantwoorden?
antwoord 8
Ja
1) Website Medicalfacts, 21 september 2009: "Verloskundige spoedzorg
in Nederland is een ramp"
http://www.medicalfacts.nl/2009/09/21/verloskundige-spoedzorg-in-neder
land-is-een-ramp/
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport