Technische Universiteit Delft

Europese financiering voor wolkenonderzoek

De Europese Unie trekt 3,5 miljoen euro uit voor het nieuwe wolkenonderzoeksprogramma EUCLIPSE. Dit onderzoek moet de onzekerheid in de huidige klimaatmodellen verkleinen, door meer licht te werpen op de rol die wolken in de klimaatverandering spelen. De TU Delft en het KNMI zijn deelnemers in dit Europese programma. Dat heeft EUCLIPSE-coördinator Pier Siebesma vandaag bekend gemaakt in zijn intreerede als deeltijdhoogleraar in de werkgroep Clouds, Climate and Air_Quality aan de TU Delft.

Onzeker
Klimaatmodellen vormen het gereedschap dat ons in staat stelt om uit rekenen hoe het klimaat zal veranderen. Klimaatmodellen geven momenteel echter een behoorlijke spreiding in de voorspelde opwarming. Dit komt voornamelijk doordat de lage bewolking in de verschillende klimaatmodellen verschillend reageert op de verwachte opwarming door toename van CO2 in de atmosfeer. Wolken zijn dus de grote onzekere factor in de klimaatvoorspellingen voor de 21e eeuw.

KNMI
Het KNMI zal deelnemen aan het EUCLIPSE-programma, dat in december van start gaat, met een nieuw mondiaal klimaatmodel: EC-Earth. Hoogleraar Pier Siebesma coördineert het EUCLIPSE-programma en is zowel aan het KNMI als aan de TU Delft verbonden. De TU Delft doet mee door het gedrag van wolken in een opwarmend klimaat door te rekenen met behulp van hoge-resolutie modellen, die wolken op een realistische manier kunnen representeren. De onderzoekspartners, naast de TU Delft en het KNMI onder meer ETH Zürich en het Max Planck Instituut, dragen zelf in totaal 1,5 miljoen euro bij; de Europese Unie neemt 3,5 miljoen euro voor haar rekening.

A-train
Een centrale rol in het onderzoek zal worden vervuld door een nieuwe generatie satellieten, de zogenaamde A-train. Deze trein van satellieten is uitgerust met actieve radar- en lidarsystemen die ons voor het eerst in staat stellen om een driedimensionaal beeld van wolken te geven.

IPCC
De satellietwaarnemingen en de resultaten van de hoge-resolutie modellen zullen worden gebruikt om de klimaatmodellen kritisch te testen. Hierdoor wordt het mogelijk om de modellen te verbeteren op het gebied van wolken en een rangorde aan te geven welke modellen het beste in staat zijn om wolken in onze atmosfeer te representeren. In het volgende rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) zal zo de onzekerheid ten gevolge van wolken verkleind worden. Dit zal leiden tot nauwkeuriger prognoses over hoe ons klimaat gaat reageren op de toenemende broeikasgassen door menselijk handelen.