Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EH DEN HAAG
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
www.minocw.nl
Onze referentie
DE/153374
Datum 1 oktober 2009
Betreft Transgenderbeleid
In deze brief schets ik vanuit mijn functie van coördinerend minister voor (homo)
emancipatie de Kamer langs welke lijnen ik de komende jaren de verdere
ontwikkeling van een transgenderbeleid wil stimuleren. Daarbij sluit ik aan op zowel
de wensen van de Kamer die aandacht heeft gevraagd voor het thema in
Kamervragen en in debatten over homo-emancipatie als op de aanbevelingen en het
recente kader dat de Raad van Europa voor de ontwikkeling van transgenderbeleid
biedt. Het beleid raakt aan diverse beleidsterreinen en is (dus) zaak van
verschillende departementen. Deze zijn zelf verantwoordelijk voor en aanspreekbaar
op hun activiteiten, vergelijkbaar met hun positie op het terrein van vrouwen- en
homo-emancipatiebeleid.
Ik geef eerst wat achtergronden en de stand van zaken van het transgenderbeleid,
ga daarna in op de richtlijnen van de Raad van Europa en kom vervolgens tot mijn
schets voor de toekomst.
Achtergronden
"Over de specifieke knelpunten van de naar voorzichtige schatting 30.000 - 100.000
transgender personen mensen die buiten de traditionele indeling in twee geslachten
vallen- is in ons land maar weinig bekend. Het kabinet wil dat dit meer zichtbaar
wordt. Het Transgender Netwerk Nederland zal een bijdrage krijgen voor een project
om de grote onbekendheid over dit thema in het algemeen en onder hulpverleners in
het bijzonder te doorbreken" (nota Gewoon Homo zijn, lesbisch-homo-
emancipatiebeleid 2008-2010, p. 24).
Deze passage in de kabinetsnota `Gewoon homo zijn' en de daaruit voorvloeiende
steun voor een meerjarig project ( 2 ton voor 4 jaar) bood een opening aan het
Transgender Netwerk Nederland (TNN) om de specifieke positie van transgenders
meer onder de aandacht te brengen, ook bij politici en beleidsmakers. Daarbij kwam
een groeiende internationale aandacht voor het thema, mede door inzet van het
Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken.1 Op 31 maart 2009 verscheen een
EU-rapport over discriminatie in de lidstaten op basis van seksuele oriëntatie en
1 Zie o.a. de nota `Naar een menswaardig bestaan' (2008) p. 58/59 van het ministerie van
Buitenlandse Zaken (KST 31 263, nr. 6).
Pagina 1 van 5
Pagina 1 van 5
genderidentiteit2 en onlangs (29 juli 2009) publiceerde de commissaris
mensenrechten van de Raad van Europa, de heer Hammarberg, een paper over de
positie van transgenders, met 12 beleidsaanbevelingen voor de lidstaten.3
In deze rapporten werd een aantal zaken duidelijk:
- De moeilijke positie en discriminatie van transgenders op vele terreinen
(veiligheid, zorg, arbeid, onderwijs), zowel in regelgeving en voorzieningen
als in sociale acceptatie. Beleid om de positie van transgenders te
versterken, staat nog in de kinderschoenen;
- De raakvlakken, maar ook de verschillen tussen discriminatie van
homoseksuelen en discriminatie van transgenders. Het beleid dat wordt
ontwikkeld, vindt meestal plaats binnen de kaders van homo-
emancipatiebeleid en valt tussen regelgeving voor gelijke behandeling op
grond van geslacht en die op grond van seksuele geaardheid. Er is nog
nauwelijks sprake van eigenstandige aandacht voor transgenders;
- De diversiteit binnen de groep transgenders. Het gaat in totaal om een
relatief kleine groep mensen, maar de onderlinge verschillen zijn groot. Het
gaat zowel om transseksuelen die een totale behandeling tot
sekseverandering willen of hebben ondergaan (m->v of v->m), als om
mensen die dat slechts gedeeltelijk of helemaal niet willen ondergaan.4 Het
beleid dat is ontwikkeld, doet nog weinig recht aan die onderlinge
verschillen.
Stand van zaken
In Nederland is het vanaf 1985 mogelijk juridisch van geslacht te veranderen via een
wijziging van de geslachtsaanduiding in de geboorteakte.5 De voorwaarde is dat men
een geslachtsveranderende behandeling heeft ondergaan die een volledige wijziging
van het uiterlijke geslacht behelst, voor zover de medische en psychische conditie
van de patiënt dat toelaat. Om een verzoek te kunnen doen tot juridische
geslachtsverandering, dient een verklaring van deskundigen te worden overlegd. Ook
geldt officieel de eis van nimmer meer in staat zijn kinderen te verwekken cq te
baren6. De kosten voor behandeling worden deels vergoed.
Nederland was zowel wat betreft de juridische mogelijkheden als de hulpverlening
koploper in Europa, met twee gespecialiseerde centra (VU Medisch Centrum
Amsterdam en Universitair Medisch Centrum Groningen). Inmiddels profiteren
andere landen, zoals Spanje, Engeland, Oostenrijk en Duitsland van voortschrijdende
inzichten op dit terrein. Hun meer recente regelgeving geeft ruimte aan het niet
volledig ondergaan van behandelingen (zoals het vervallen van de eis tot absolute
2 `Homophobia and Discrimination on Grounds of Sexual Orientation and Gender Identity in the
EU Member States, Part II The Social Situation. European Union Agency for Fundamental
Rights, 2009.
3 `Human Rights and Gender Identity' Issue paper, Commissioner for Human Rights, Council of
Europe, 2009
4 Factsheet Movisie, 2007: 0,5% van de bevolking voelt zich psychologisch meer van de andere
sekse dan die in het oorspronkelijke geboortebewijs (16.300 - 49.000 mannen en 16.000-
48.000 vrouwen tussen 19-69 jaar), 5% voelt zich psychologisch evenzeer man als vrouw
(219.000-321.000 personen). Circa 150 personen melden zich jaarlijks bij het genderteam van
de VU, van wie ca 100 een behandelingstraject beginnen.
5 Artikel 1:28 Burgerlijk Wetboek.
6 Hiermee wilde de wetgever voorkomen dat een nog te geboren kind twee moeders of twee
vaders zal hebben, een aspect dat sinds de introductie van het huwelijk van personen van gelijk
geslacht en de adoptie van kinderen door zulke personen aan belang heeft verloren. Zie o.a.
Graven & van den Brink, Commissie Gelijke Behandeling, Trans m/v, Genderdiversiteit,
seksegelijkheid en recht, Tijdschrift voor Genderstudies, jg. 11, 2008, nr. 2.
Pagina 2 van 5
onvruchtbaarheid), de mogelijkheden voor vergoeding zijn ruimer en er is meer
beleidsmatige aandacht voor transgenders.7
In Nederland is de situatie ambivalent. Aan de ene kant lopen we voorop in de
hulpverlening aan jonge transgenders en aandacht voor transgenders in de media8,
aan de andere kant is de regelgeving aan herziening toe en zijn er knelpunten in de
zorg (wachtlijsten, psycho-sociale hulpverlening, vergoedingen). Met de toegenomen
aandacht voor homo-emancipatie staat transgenderbeleid meer in de belangstelling:
het COC is een belangrijke samenwerkingspartner van het Transgendernetwerk
Nederland, projecten zoals die van de werkvloeralliantie van FNV en Company Pride
besteden expliciet aandacht aan de positie van transgenders. Ook internationaal zijn
er goede contacten tussen de homobeweging (zoals ILGA-Europe) en
transgenderorganisaties (zoals Transgender-Europe) en loopt Nederland voorop in
het agenderen van de positie van transgenders.9 Ook is Nederland een van de
weinige landen die een zelforganisatie van transgenders ondersteunt.
Concreet is er de afgelopen jaren, sinds het verschijnen van de homo-
emancipatienota `Gewoon homo zijn' het volgende in gang gezet:
· Het ministerie van Justitie werkt aan een wetswijziging waarbij de eis van
absolute onvruchtbaarheid voor wijziging van de geslachtsaanduiding in de
akte van geboorte vervalt (artikel 1: 28). Het streven is erop gericht dit jaar
het wetsvoorstel ter consultatie voor te leggen aan instanties als TNN;10
· De staatssecretaris van VWS gaat, na stopzetting van de subsidie door
vereniging Humanitas, voor een jaar (oktober 2009 - oktober 2010) subsidie
verlenen aan het kinder- en jongerenwerk van Transvisie, het centrum voor
genderdiversiteit. Deze subsidie zal Transvisie met name gebruiken om te
zoeken naar een meer structurele verankering van de hulpverlening aan
genderdysfore kinderen en jongeren in de reguliere hulpverlening;
· Het ministerie van VWS heeft gesproken met het Transgender Netwerk
Nederland over de vergoedingen van geslachtsveranderende behandelingen,
zowel van de primaire als van de secundaire geslachtskenmerken. De
operaties die nodig zijn voor de aanpassing van de geslachtsorganen in het
kader van geslachtsverandering vallen, anders dan puur cosmetische
operaties, onder de zorgverzekeringen. Daarbij gaat het om aanpassing van
de primaire geslachtskenmerken. Voor aanpassing van de secundaire
geslachtskenmerken bepaalt de zorgverzekeraar per geval of er sprake is
van lichamelijke functiestoornis of verminking. Er is beroep mogelijk bij de
Stichting klachten en geschillen zorgverzekeringen (SKGZ). TNN is het
oneens met de wijze waarop de vergoeding van aanpassing van de
secundaire geslachtskenmerken geregeld is. Er zal nader overleg
plaatsvinden tussen het ministerie, TNN en het College van
Zorgverzekeringen.
· Mede door toedoen van TNN wordt in de aanpak van hatecrimes speciale
aandacht besteed aan geweld tegen transgenders. Op de website
www.hatecrimes.nl van de politie kunnen incidenten (landelijk) worden
gemeld.
Kader Raad van Europa
7 In Engeland is bijvoorbeeld pas in 2004 de Gender Recognition Act ingevoerd. Zie ILGA-
Europe, 2005.
8 Transvisie, gesubsidieerd door het ministerie VWS en Vereniging Humanitas.
9 Ministerie BZ, Hivos.
10 Brief van de minister van Justitie aan de Tweede Kamer, 2008-2009, 27017, nr. 53.
Pagina 3 van 5
Het issue paper van de Raad van Europa geeft een scherp beeld van de moeilijke
positie van transgenders (hoge zelfmoordcijfers, veel (ernstige) slachtoffers van
hatecrimes, hoge werkloosheidcijfers) en pleit voor brede aanpak, zowel in Europees
verband als in iedere lidstaat afzonderlijk. Het paper verschuift de aandacht voor
sekseverandering als een medische en juridische aangelegenheid naar een zaak van
genderidentiteit en mensenrechten. Dit leidt tot 12 aanbevelingen voor
transgenderbeleid in Europa en de lidstaten:
1. Neem de Yogyakarta (mensenrechten) beginselen als uitgangspunt11;
2. Pak transfobische hatecrimes aan;
3. Zorg voor duidelijke en snelle procedures voor juridische
geslachtsverandering;
4. Schrap de eis van absolute onvruchtbaarheid;
5. Zorg voor goede hulpverlening (medische en sociaal-psychische) en
verzekeringen;
6. Schrap gedwongen echtscheiding (geldt in Nederland niet);
7. Pak discriminatie op werk, in onderwijs en zorg aan;
8. Betrek transgenderorganisaties bij beleid;
9. Promoot de mensenrechten van transgenders;
10. Zorg voor training van hulpverleners;
11. Zorg voor aandacht voor transgenders bij instanties als Commissie Gelijke
Behandeling en
12. Doe meer onderzoek naar de positie van transgenders.
Schets voor de toekomst
Het is mijn ambitie om in deze kabinetsperiode een verdere aanzet te geven tot
ontwikkeling van transgenderbeleid. Daarvoor is het niet alleen nodig dat
transgenders en hun problemen meer zichtbaar worden en dat die kennis wordt
verspreid, maar ook dat het beleid zelf meer over het voetlicht komt. De knelpunten,
dilemma's én mogelijkheden voor het beleid dat transgenders raakt, zullen meer
11 wwwyogyakarta.com. Principle 3: No one shall be forced to undergo medical procedures,
including sex reassignment surgery, sterilisation or hormonal therapy, as a requirement for
legal recognition of their gender identity. No status, such as marriage or parenthood, may be
invoked as such to prevent the legal recognition of a person's gender identity. No one shall be
subjected to pressure to conceal, suppress or deny their sexual orientation or gender identity.
Pagina 4 van 5
moeten worden benoemd, zodat naar mogelijkheden tot verbetering kan worden
gezocht. Daarbij gaat het zowel om regelgeving en gelijke behandeling als om
hulpverlening en sociale acceptatie. Het kader van de Raad van Europa beschouw ik
daarbij als leidraad.
Dat betekent concreet:
· Ik zal de lopende projecten en activiteiten in het kader van het homo-
emancipatiebeleid screenen op hun aandacht voor transgenders en op
mogelijkheden voor intensivering;
· Transgenderbeleid wordt een vast punt op de agenda van het
Interdepartementale Werkgroep Overheidsbeleid en Homoseksualiteit;
· Transgenderbeleid blijft extra aandacht krijgen in het internationale beleid.
Zo noem ik u graag de LGBT-expertgroep die op dit moment op verzoek van
het Comité van Ministers aanbevelingen voorbereidt inzake de aanpak van
discriminatie op grond van seksuele oriëntatie en genderidentiteit. Nederland
neemt actief aan deze groep deel;
· Er komt in 2010 een interdepartementale expertmeeting over knelpunten,
dilemma's en mogelijkheden transgenderbeleid;
· Ik zal zo nodig in overleg treden met collega-bewindspersonen over de
voortgang in het transgenderbeleid op hun terrein;
· Het Transgendernetwerk Nederland krijgt een structurele subsidie om de
agenderende en aanjagende rol in te vullen, in de vorm van een
instellingssubsidie van maximaal 1 ton per jaar. Voor een succesvolle aanpak
van discriminatie en geweld, het verbeteren van hulpverlening en het
aanpassen van wetgeving is inzet nodig van vele partijen, van overheid en
expertgroepen (zoals Movisie) tot maatschappelijke organisaties
(hulpverlening, verzekeraars, politie, scholen, sociale partners, etc). De
instellingssubsidie stelt TNN ook in staat kennis te bundelen en om gericht
allianties aan te gaan met relevante organisaties.
In 2011 zal worden bezien wat de resultaten zijn van deze inzet, mede in het
licht van de aanbevelingen van de Raad van Europa. Is er in Nederland op deze
punten daadwerkelijk voortgang geboekt, waar is nog extra inzet nodig? De
uitkomsten hiervan kunnen voor een nieuw kabinet een leidraad vormen voor de
wijze waarop het transgenderbeleid verder kan worden vormgegeven en
verankerd.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Pagina 5 van 5