Rechtbank Zutphen


OM niet-ontvankelijk in TomPoes-zaken

Zutphen, 7 oktober 2009 - De rechtbank Zutphen heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging in de TomPoes-zaken van alle zestien verdachten. Naar het oordeel van de rechtbank is er in het TomPoes-onderzoek sprake geweest van een opeenstapeling van (vorm)verzuimen, waardoor de waarheidsvinding in het geding is gekomen.

Dit betekent dat de rechtbank de zaken niet in behandeling neemt om te beoordelen. Deze zaken komen allemaal voort uit het zogenoemde TomPoes-onderzoek. Het onderzoek was gericht op grootschalige handel in softdrugs.

Preliminair verweer
Op de regiezitting van 23 september 2009 heeft de verdediging in alle zestien zaken een preliminair verweer gevoerd met betrekking tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De verdediging heeft ter terechtzitting de rechtbank verzocht om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. Hiertoe heeft zij een aantal gronden aangevoerd, waaronder het vervalsen van een telefoontap (in de uitwerking stond "XTC-handel" in plaats van "S400"), het gebruiken van geheimhoudersgesprekken in het onderzoek, het door het openbaar ministerie opzettelijk achterhouden van relevante stukken voor de verdediging en het starten van een onderzoek op onjuiste gronden.

De officier van justitie had de rechtbank verzocht het onderzoek naar de onjuist uitgewerkte telefoontap, door de rijksrecherche, af te wachten. Voor het overige was de officier van justitie van mening dat de aangevoerde punten niet konden leiden tot de niet-ontvankelijkheid, omdat er geen sprake was van een (vorm)verzuim en/of het verzuim niet de belangen van de verdachten had geschaad.

Extra kritisch
De rechtbank heeft geconstateerd dat het opsporingsonderzoek zich heeft geconcentreerd op een Apeldoornse familie. De politie heeft hierbij (zeer) doelgericht op de persoon gerechercheerd. Hoewel een dergelijke handelwijze niet onrechtmatig hoeft te zijn, dienen de uitkomsten van het onderzoek dan wel extra kritisch beoordeeld te worden.

Verzuim
Naar het oordeel van de rechtbank is er in het TomPoes-onderzoek sprake geweest van een opeenstapeling van (vorm)verzuimen, waardoor de waarheidsvinding in het geding is gekomen. De geconstateerde (vorm)verzuimen betreffen een onjuist uitgewerkte telefoontap, het niet of niet tijdig vernietigen van een groot aantal gesprekken met geheimhouders, onduidelijke en onderling tegenstrijdige informatie met betrekking tot de start van het onderzoek en het niet verstrekken van een het startproces-verbaal aan de verdediging. Door deze (vorm)verzuimen kunnen de verdediging en de rechtbank de rechtmatigheid van het onderzoek en de gebruikte opsporingsmethodes niet toetsen. Evenmin kan meer vastgesteld worden in hoeverre deze (vorm)verzuimen invloed hebben gehad op het verdere onderzoek.

Door de opeenstapeling van verzuimen, is de rechtbank van oordeel, dat er ernstige inbreuken zijn gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde. Door de grove veronachtzaming van de belangen van de verdachten, zijn aan hun rechten op een eerlijke behandeling van de zaken tekort gedaan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie de enige gepaste sanctie is. Aan een inhoudelijke behandeling van de zaken komt de rechtbank verder niet meer toe.

Bron: Rechtbank Zutphen
Datum actualiteit: 7 oktober 2009 Naar boven