Rol schoolbesturen doorslaggevend in groei en kwaliteit BSO


Meer grip op BSO met www.BSOboom.nl

APELDOORN, 20091006 -- De vraag naar buitenschoolse opvang (BSO) blijft stijgen. Voorwaarde is dat meer ondernemerschap in BSO wordt getoond. Niet de aanbieders van BSO maar schoolbesturen hebben hierin een cruciale rol. De uitdagingen zijn; het boeien van de oudere kinderen van 8-12 jaar voor BSO door het bieden van meer kwaliteit, het vinden van creatieve huisvestingsoplossingen. De trend is dat schoolbesturen BSO in eigen beheer gaan oppakken. Alternatief is de grip op de samenwerking met BSO aanbieders verstevigen. Op 8 oktober jl is de website www.BSOboom.nl gelanceerd. De website ondersteunt schoolbesturen bij het verwerven van meer grip op hun BSO.

Inleiding
In twee jaar tijd is het aantal kindplaatsen voor buitenschoolse opvang (BSO) met 68% landelijk gestegen en het einde van de groei is nog niet in zicht. De groei van de afgelopen jaren bestond vooral uit 4 en 5 jarigen. Ouders kunnen hun kinderen tot en met de bovenbouwleeftijd gebruik laten maken van de BSO. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat de BSO ook oudere kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar weet te boeien. Alleen dan zal de groei van de afgelopen jaren doorzetten.

Daarom zijn een kwalitatief goede BSO én voldoende en goede huisvesting nodig. Hoe krijg je dat als schoolbestuur voor elkaar?

Het belang van BSO voor onderwijs
BSO is van toenemend belang voor het imago en de concurrentiepositie van een basisschool. De aanwezigheid van BSO en de kwaliteit daarvan zijn voor ouders belangrijke selectiecriteria bij de keuze van een basisschool.

Basis op orde
Sinds de invoering van de motie Aartsen/Bos hebben schoolbesturen geregeld dat op of nabij scholen BSO wordt aangeboden. De scholen hebben veelal de meest basale zaken op orde. Er zijn samenwerkingsovereenkomsten afgesloten tussen schoolbesturen en BSO aanbieders.

Wanneer BSO in de school plaatsvindt, is men huurovereenkomsten met elkaar aangegaan en hebben schoolbesturen over de verhuurtoestemming en -condities afspraken gemaakt met hun gemeente(s). De GGD bewaakt in opdracht van de gemeente de minimale kwaliteitseisen die aan de BSO worden gesteld. In veel gemeentes is er voldoende huisvesting binnen of buiten de basisscholen en in permanente en tijdelijke voorzieningen. Goede voorbeelden zijn de gemeentes Apeldoorn en Breda.

Nu de basis geregeld is, verschuift de aandacht van schoolbesturen naar de kwaliteit.
Is deze voldoende of liggen de ambities hoger?

Kwaliteit is dé uitdaging
Kwaliteitsaspecten die de komende jaren het verschil kunnen gaan maken zijn:
­ Maak de BSO aantrekkelijk voor zowel jongere als oudere kinderen.
Overweeg een onderscheid tussen een onderbouw BSO in of nabij de basisschool en een bovenbouw BSO in de wijk (voor kinderen van diverse basisscholen uit de wijk). Bovenbouwkinderen kunnen immers prima naar de BSO fietsen. Het voordeel is dat bovenbouwkinderen uit een wijk elkaar ontmoeten in een aantrekkelijke BSO. Een BSO die voldoende schaalgrootte heeft om hen een goed aanbod te doen. Denk aan allerlei faciliteiten en activiteiten, zo veel mogelijk in samenwerking met wijk(-sport)verenigingen.
­ Integreer vrijetijdsactiviteiten in de BSO in samenwerking met sportclubs en andere verenigingen. Dit is efficiënt voor zowel de ouders als voor kinderen. Het biedt kinderen een zinvolle tijdsbesteding en verlost ouders voor een belangrijk deel van het reis- en haastwerk rond etenstijd en in de avonduren.
­ Stel het kind en diens ontwikkeling centraal. Dat betekent dat de ouders, de school en de BSO samenwerken ten behoeve van het kind. Zorg voor een goede overdracht en informatievoorziening aan ouders. Uiteraard is BSO vrije tijd, maar er moet aandacht zijn voor de sociale ontwikkeling en afstemming van de pedagogische aanpak.

Kortom, maak van de BSO veel meer dan alleen opvang. Kinderen kunnen zelf prima kiezen of ze wel of niet meedoen. Hoe krijg je dat als schoolbestuur voor elkaar?

Rol schoolbestuur
Een schoolbestuur heeft twee mogelijkheden om regie te voeren over de kwaliteit van BSO voor hun kinderen. Ten eerste kan de samenwerking met de BSO organisatie geïntensiveerd worden. De andere mogelijkheid is zelf een BSO-organisatie op te richten en de BSO geheel in eigen beheer te organiseren. Deze optie moet passen binnen de visie, de ambitie en het beoogde rendement van het schoolbestuur. Voordat een schoolbestuur dit traject start is het van belang om inzicht te hebben in de financiële haalbaarheid op basis van investerings- en exploitatiekosten en het mogelijke rendement.

Ruimte voor BSO
Wat betreft huisvesting zijn er op dit moment op veel plekken in het land voldoende kindplaatsen voor BSO gecreëerd. Wanneer de oudere kinderen ook gebruik blijven maken van BSO, blijft de vraag naar kindplaatsen de komende 6 jaren met gemiddeld ca. 15% per jaar stijgen. Dit betekent dat er meer ruimte voor BSO moet worden gevonden. Het vraagt om creatieve oplossingen door op een andere manier met huisvesting voor onderwijs en BSO om te gaan dan nu op de meeste plaatsen het geval is.

Enkele tips om de komende jaren de huisvesting in omvang en kwaliteit mee te laten groeien met de BSO zijn:

Stenen:
­ Ga na welke BSO u in of nabij uw scholen wilt huisvesten. Alleen de onderbouw of ook de bovenbouw? Wellicht vindt u het een goede optie de bovenbouw BSO gebundeld voor kinderen van meerdere scholen in de wijk aan te bieden. Dat vraagt om samenwerking met andere besturen, aanbieders en gemeente. Met andere woorden: wat is uw visie op kinderopvang en welke ambitie heeft u gezien de innovaties en de ontwikkelingen op dit gebied?
­ Hoe ziet u de vraag naar opvang, kwalitatief en kwantitatief en welke groei verwacht u de komende periode? Welke ruimte is nodig voor deze opvang, waar, wat zijn de kosten, welke groei kan die ruimte aan en wat is de rol van de gemeente? Hierbij zijn vragen aan de orde als de benodigdheid van een integraal huisvestingsplan, waarin BSO is opgenomen.
­ Wat zijn haalbare ruimtelijke oplossingen? Bent u en is het schoolteam bereid medegebruik van klaslokalen voor BSO toe te staan? Dienen nieuw te bouwen klaslokalen hiertoe een ander ontwerp te krijgen? Medegebruik van een klaslokaal is bijvoorbeeld beter mogelijk als het klaslokaal circa 60-70 m2 groot is. Bij deze grootte kan eenvoudig een zithoek gerealiseerd worden en is de ruimte geschikt voor 20 kinderen van de BSO. Een dergelijke ruimte leent zich uitstekend voor het uitvoeren van BSO-activiteiten. Voor kinderen is het interieur van een ruimte minder belangrijk dat de activiteiten die in de ruimte georganiseerd kunnen worden. Tevens is bij ruimte een meer efficiënte bemensing mogelijk. Per 10 kinderen BSO is 1 persoon leiding nodig.
­ Een voorwaarde om medegebruik op de bovenstaande manier mogelijk te maken is het loslaten van de traditionele visie op een gebouw, maar meer integraal te kijken naar de ruimte. Feit is dat op dit moment zowel een klaslokaal als een BSO-ruimte een deel van de dag leegstaan, wat gezien de exploitatie een zeer ongunstige situatie is. Door met beide gebruikers kritisch de (on)mogelijkheden van het gebouw te aanschouwen en buiten de eigen functies te denken, kunnen ruimtelijke mogelijkheden worden gecreëerd. Een geschikte basis hierbij vormt een integraal huisvestingsplan voor kinderopvang per school.
­ Het is belangrijk is dat de scholen en de BSO-aanbieder (eventueel door het zelfde schoolbestuur) een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen om de ruimte geschikt te maken voor beide partijen en dat de samenwerking op een heldere manier is vastgelegd.

Organisatie:
­ Spreiding van de vraag naar BSO kan de ruimtelijke knelpunten oplossen. Op korte termijn kan dit door de ouders te stimuleren om voor andere dagen opvang te kiezen. Op de rustige dagen kan een aantrekkelijk aanbod aan activiteiten er bijvoorbeeld voor zorgen dat meer kinderen dan naar de BSO gaan.
­ Op de lange termijn vormen aanpassingen aan het schoolrooster van het kind een oplossing, meer aangepast op het bioritme van het kind. Mogelijk zou dit bereikt kunnen worden door het invoeren van continuroosters en schooldagen van dezelfde lengte. Een aansprekend voorbeeld vormt een school uit Gouda. Deze school heeft elke dag pauze tussen 12 en 3 waarin buitenschoolse activiteiten worden georganiseerd. Dit heeft direct gevolgen op de spreiding van kinderen die naar de BSO gaan over de week. Doordat er meer spreiding plaatsvindt, kan het aantal kindplaatsen per dag efficiënter benut worden. Hierdoor neemt de financiële haalbaarheid van BSO toe, aangezien in één ruimte meer kinderen kunnen worden opgevangen en de omzet kan worden verhoogd.
­ Personeelsbeleid: ondersteunende banen in het onderwijs zijn schaars. Een beperkte taakomvang van een onderwijsassistente is vaak wel mogelijk. Als deze taakomvang uitgebreid wordt met inzet bij de BSO ontstaat een nieuw perspectief. Leuke banen met verschillende invullingen en voldoende van omvang. Niet alleen goed voor het personeelsbeleid, maar ook voor een doorlopend pedagogisch klimaat. Ook zijn er mogelijkheden voor doorstroom van opvang naar onderwijs en vice versa.

Meer informatie:
- www.BSOboom.nl
- Karin Soldaat of Anita Keita, Penta Rho tel. 055-5386690, mail info@pentarho.nl





Ingezonden persbericht