Hirsch Ballin zet harder in op vervolging oorlogsmisdadigers
Persbericht | 06-10-2009
Minister Hirsch Ballin van Justitie verruimt de mogelijkheden om
internationale misdrijven op te sporen en te vervolgen. Straks kan
Nederland met terugwerkende kracht genocide beter aanpakken,
verdachten van genocide en oorlogsmisdrijven in een niet-gewapend
conflict uitleveren en strafvervolging overnemen van een
internationaal gerecht.
Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat de bewindsman vandaag voor advies
naar verschillende instanties heeft gestuurd, zoals het openbaar
ministerie en de Raad voor de rechtspraak. Het wetsvoorstel is een
belangrijk onderdeel van het versterkingsprogramma opsporing en
vervolging internationale misdrijven dat de minister eerder dit jaar
in een brief aan de Tweede Kamer aankondigde.
Nu heeft Nederland met de Wet internationale misdrijven voldoende
rechtsmacht om hier verblijvende vreemdelingen te vervolgen die
verdacht worden van internationale misdrijven, waaronder genocide.
Maar die wet is alleen van toepassing op misdrijven die ná 1 oktober
2003 zijn gepleegd. Om oude strafzaken over genocide te kunnen
vervolgen is de Uitvoeringwet genocideverdrag van toepassing waarvan
de rechtsmacht beperkt is. Vervolging is alleen mogelijk als het
misdrijf genocide is begaan door of tegen een Nederlander. Dit
betekent in het geval van de genocide in Rwanda dat het openbaar
ministerie een in Nederland verblijvende vreemdeling niet zal kunnen
vervolgen voor genocide, maar noodgedwongen oorlogsmisdrijven of
foltering ten laste moet leggen.
Daarom wil de minister de Wet internationale misdrijven uitbreiden en
de daarin opgenomen ruime rechtsmacht voor genocide laten terugwerken
tot het moment van inwerkingtreding van de Uitvoeringswet
genocideverdrag: 18 september 1966.
In het algemeen is terughoudendheid gepast bij toekenning van
terugwerkende kracht, aldus de bewindsman in de toelichting op het
wetsvoorstel. Maar het is onaanvaardbaar dat een vreemdeling die zich
elders schuldig heeft gemaakt aan genocide hier gevrijwaard blijft van
vervolging, omdat Nederland daarvoor ten tijde van het misdrijf geen
rechtsmacht had. Dat is een onwenselijk signaal naar slachtoffers en
hun familie. Genocide wordt binnen de internationale rechtsorde tot de
meest ernstige misdrijven gerekend.
De maatregel is ook van belang omdat het openbaar ministerie en het
team internationale misdrijven de komende jaren nog vaak te maken
zullen krijgen met oude strafzaken waarbij het in veel gevallen gaat
om genocide. Veruit de meeste zaken gaan over naar Nederland
afgereisde vreemdelingen die zich schuldig hebben gemaakt aan
internationale misdrijven,
Meer informatie
* Voorstel van wet ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing
en vervolging van internationale misdrijven 06-10-2009 |
Word-document, 40 KB
* Voorstel van wet ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing
en vervolging van internationale misdrijven (memorie van
toelichting)06-10-2009 | dot-bestand, 98 KB
Ministerie van Justitie