Ministerie van Economische Zaken
Binnenhof 4
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Datum 1 oktober 2009
Betreft Tenderregeling windenergie op zee
Pagina 1 van 4
Directoraat-generaal voor
Energie en Telecom
Directie Energie en
Duurzaamheid
Bezuidenhoutseweg 30
Postbus 20101
2500 EC Den Haag
T 070 379 8911 (algemeen)
www.ez.nl
Behandeld door
dhr. drs. E.R. Buddenbaum
T 070 379 8116
F 070 379 8266
e.r.buddenbaum@minez.nl
Ons kenmerk
ET/ED / 9152959
Zoals in de brief van 30 juni 2008 in het draaiboek windenergie op zee door de
staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat aan u voorgelegd, ben ik voornemens
in november dit jaar een SDE-tender te starten voor windenergie op zee. In deze
brief, die mede namens de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat is
opgesteld, informeer ik u over de hoofdlijnen van deze regeling.
Planning
U heeft mij op 3 september 2009 gevraagd naar de bescherming van de kleine
mantelmeeuw. Ik kan u melden, dat de minister van LNV voornemens is in het
definitieve aanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied Zwanenwater en
Pettemerduinen geen instandhoudingsdoelstelling voor de kleine mantelmeeuw
(als broedvogel) op te nemen. Het is gebleken dat deze soort zich niet kwalificeert
te worden opgenomen in het aanwijzingsbesluit, aangezien van de kleine
mantelmeeuw niet minimaal 1% van de landelijke broedpopulatie in het
desbetreffende gebied voorkomt. Daarnaast zijn er op de negatieve
ontwerpbesluiten voor de windparken uitgebreide zienswijzen ingediend met
onder andere nieuwe informatie over scheepvaart. Door deze nieuwe informatie
op beide terreinen kunnen wellicht meer vergunningen worden afgegeven dan
aanvankelijk gedacht bij de voorlopige beslissing. Het ministerie van Verkeer en
Waterstaat zal de voorlopig afgewezen vergunningaanvragen opnieuw bezien op
deze nieuwe informatie. Als dit leidt tot additionele vergunningverlening naast de
negen vergunningen die voorlopig zijn verleend, zal deze de procedures van
inzage moeten volgen. Dit zal er dan toe leiden, dat de laatste vergunningen pas
in de loop van december kunnen worden afgegeven. Ik ben bereid daarop de
planning van de tender aan te passen. Ik start de tender dan zes tot acht weken
later dan voorzien en ik hoop in de tweede helft van mei de beslissing te kunnen
nemen op subsidieaanvragen in de tender. Dit is maximaal twee maanden later
dan in het draaiboek van 30 juni 2008 is aangegeven.
Een subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van een Wbr-vergunning die door
Verkeer en Waterstaat wordt afgegeven. Het is de bedoeling dat aanvragen
kunnen worden ingediend zodra Verkeer en Waterstaat de laatste beslissing zal
hebben genomen op de aanvragen van partijen voor een Wbr-vergunning. Naar
verwachting zal dat uiterlijk 18 december aanstaande het geval zijn. Er zullen
voldoende Wbr-vergunningen worden afgegeven voor een subsidieverdeling op
basis van een tender.
Pagina 2 van 4
Directoraat-generaal voor
Energie en Telecom
Directie Energie en
Duurzaamheid
Ons kenmerk
ET/ED / 9152959
Zoals in het draaiboek van 30 juni 2008 aangegeven bestaat het risico, dat beroep
wordt aangetekend tegen een afgegeven Wbr-vergunning. In dat geval doet een
subsidieaanvraag op basis van die vergunning wél mee aan de tender, maar zal de
start van het project zeer waarschijnlijk ná de definitieve uitspraak van de rechter
liggen.
Budget
Voor de tender is een budget beschikbaar, waarmee volgens de ECN-ramingen
van begin dit jaar 450MW aan windenergie op zee kan worden gesubsidieerd. Met
het aanvullend beleidsakkoord is aan dit budget een bedrag van ¤ 160 mln per
jaar voor de duur van 15 jaar toegevoegd, waarmee volgens dezelfde ramingen
500MW extra kan worden gesubsidieerd. Inmiddels heeft ECN nieuwe ramingen
gemaakt, waarin de kosten voor windenergie per KWh op zee hoger uitvallen. Dit
leidt in eerste instantie rekentechnisch tot minder megawatten windvermogen op
zee. In een tender mag evenwel worden verwacht dat partijen een scherpe
subsidieaanvraag zullen doen om kans te maken op een deel van het beschikbare
budget. Pas na de tender kan worden vastgesteld, hoeveel MW aan windenergie
op zee daadwerkelijk kan worden gesubsidieerd.
Rangschikking
Het principe van de tender is, dat subsidieaanvragen worden gerangschikt naar
tenderbedrag (de benodigde totale vergoeding - d.w.z. de som van
elektriciteitsopbrengst en subsidie - per kWh), waarbij het laagste tenderbedrag
bovenaan in de rangschikking komt. Eerder heb ik u gemeld dat ik in de tender
een correctiefactor voor afstand zal opnemen. Deze correctiefactor wordt
toegepast op het door de aanvrager ingediende tenderbedrag. Het aldus
gecorrigeerde tenderbedrag is uitsluitend bepalend voor de plaats in de
rangschikking en wordt niet gehanteerd voor hoogte van de daadwerkelijk te
verstrekken subsidie. De subsidie wordt verstrekt op basis van het verschil tussen
het door de aanvrager opgegeven - en dus niet voor afstand gecorrigeerde -
tenderbedrag en de van toepassing zijnde prijs van elektriciteit. De correctiefactor
voor afstand is door ECN bepaald op grond van het kosteneffect van het verschil
in (minimale) kabellengte tussen het dichtstbijzijnde en het verst gelegen
windpark dat een Wbr-vergunning heeft aangevraagd. Deze correctiefactor start
vanaf 25km lengte met een factor ¤ 0,00125/kWh en loopt elke 5 km op met deze
factor tot een maximum van ¤ 0,01625/kWh bij een afstand van meer dan 85 km.
De afstand per windpark wordt bepaald door de coördinaten in de Wbr-vergunning
van het transformatorstation in het windpark tot aan het aanlandingspunt en is
daarmee objectief te bepalen.
Subsidieaanvragers kunnen hun tenderbedrag opgeven tot zes cijfers achter de
komma. Mochten desondanks twee of meer aanvragen resulteren in exact
hetzelfde tenderbedrag na afstandcorrectie, dan wordt de volgorde in de
rangschikking van deze aanvragen bepaald door loting.
Pagina 3 van 4
Directoraat-generaal voor
Energie en Telecom
Directie Energie en
Duurzaamheid
Ons kenmerk
ET/ED / 9152959
De hoogte van het gepubliceerde budget is bepalend voor de mogelijkheden tot
het afgeven van subsidiebeschikkingen. In volgorde van de rangschikking, te
beginnen bij de hoogst gerangschikte aanvraag, wordt subsidie toegekend zolang
de betreffende aanvragen in hun geheel kunnen worden gehonoreerd. Als het
budget dan nog niet is uitgeput, rest er onvoldoende budget om de dan
eerstvolgende aanvraag in zijn geheel te honoreren. In dat geval krijgt de indiener
van die aanvraag de gelegenheid om het park tegen het opgegeven tenderbedrag
te realiseren met het resterende budget, eventueel aangepast in vergelijking met
het oorspronkelijk ingediende plan.
Indien de betrokken indiener geen gebruik maakt van deze gelegenheid het park
te realiseren, dan ontvangt volgende aanvrager in de rangschikking een
beschikking (als deze aanvraag wel geheel binnen het rest budget past) of krijgt
ook hij de gelegenheid om met het restbudget zijn project - eventueel aangepast
- uit te voeren. Deze procedure herhaalt zich tot ofwel het budget volledig is
uitgeput, dan wel alle gerangschikte aanvragen aan de orde zijn geweest.
Om de kans te vergroten op enerzijds een maximale uitputting van het budget en
anderzijds het door de kandidaten verkrijgen van subsidie voor een zo passend
mogelijke projectconfiguratie is het mogelijk om aanvragen in te dienen voor
meerdere configuraties per Wbr-vergunning.
Uitvoeringsovereenkomst
Een tender dwingt subsidieaanvragers om een scherpe calculatie te maken van de
kosten voor het realiseren van een windpark en van het tenderbedrag. Dit kan er
toe leiden dat - om kans op subsidietoekenning te vergroten - een dusdanig laag
tenderbedrag wordt ingediend dat tijdens de uitvoering blijkt, dat het project niet
kan worden uitgevoerd. Om dergelijke onrealistische subsidieaanvragen te
ontmoedigen, wil ik een uitvoeringsovereenkomst sluiten met de partijen, die op
grond van deze tender een SDE-subsidiebeschikking krijgen. In deze
uitvoeringsovereenkomst is een bankgarantie voor ¤ 20 mln opgenomen. Dit
bedrag vervalt aan de Staat indien het project de bouwfase niet bereikt.
Consultatie
Tijdens de consultatie van mijn voornemens ten aanzien van de tender heeft een
aantal belanghebbende partijen gereageerd.
Een deel van de reacties betrof de toelichting op de regeling, die ik op grond
hiervan heb verbeterd. Een deel van de reacties betrof de zorg inzake de omvang
van het beschikbare budget en de hoogte van het maximum tenderbedrag, die
beide ten tijde van de consultatie nog niet bekend waren. Ik kan geen ander
budget vaststellen, dan er beschikbaar is. Artikel 19 van het Besluit SDE schrijft
de wijze van vaststelling van het maximum tenderbedrag voor.
Uit een deel van de reacties zijn specifieke aandachtspunten voortgevloeid.
* Zo zijn de meningen over afstandcorrectie en het maximum aantal
vollasturen verdeeld (afhankelijk van de specifieke belangen van de
aanvrager). Ik heb eerder toegezegd en onderbouwd waarom ik de
afstandcorrectie zal hanteren. Voor de hoogte van de correctie baseer ik
me hierbij op de berekeningen van ECN. Over de vollasturen dient nog
Pagina 4 van 4
Directoraat-generaal voor
Energie en Telecom
Directie Energie en
Duurzaamheid
Ons kenmerk
ET/ED / 9152959
een besluit te worden genomen. Bij de besluitvorming zullen de
opmerkingen daarover tijdens de consultatie uiteraard worden
meegenomen;
* Ook zijn er verzoeken binnengekomen om indexering of een 'potje
onvoorziene kosten i.v.m. hogere kosten van financiering indien de risico's
van prijsstijgingen bij de markt liggen. Indexering en een apart potje
'onvoorzien' zouden het budget voor de tender beperken en bovendien
zou indexering leiden tot een 'open einde beschikking'. Deze verzoeken
kan ik dus niet honoreren;
* Verder is gevraagd, of de planning mag worden aangepast c.q. de
bankgarantie kan worden afgegeven indien het onherroepelijk worden van
de Wbr-vergunning vertraagt. Artikel 62 van het Besluit SDE biedt de
mogelijkheid daar afdoende rekening mee te houden
* Tot slot zijn er vragen gesteld omtrent de duur van de termijn waarbinnen
aanvragen om subsidie moeten zijn ingediend. Met de planning als in de
derde alinea van deze brief weergegeven, wordt hierop antwoord
gegeven.
Tot besluit deel ik u mede dat het mijn voornemen is om de regeling half oktober
in de Staatscourant te publiceren, zodat partijen voldoende tijd hebben om kennis
te nemen van de definitieve tenderregeling en op basis daarvan hun aanvraag
voor te bereiden.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken