Ministerraad
Rijk schrapt in toezicht op provincies en gemeenten
Persbericht | 02-10-2009
De ministerraad heeft er op voorstel van minister Ter Horst van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mee ingestemd om het
toezicht op provincies en gemeenten vanaf 2011 te verminderen en
tegelijk te verbeteren. Zeventig wettelijke bepalingen voor specifiek
bestuurlijk toezicht, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke
ordening, milieubeheer en werk en bijstand, worden gesaneerd. Het
toezicht wordt beperkt tot twee effectieve instrumenten en maximaal
één toezichthouder per beleidsdomein. Zo worden de provincies op het
gebied van omgevingsvraagstukken en huisvesting de enige
toezichthouder op gemeenten. De rijksinspecties treden terug.
In de bestuursakkoorden die het rijk met gemeenten (2007) en
provincies (2008) heeft gesloten, zijn afspraken gemaakt over het
terugdringen van het toezicht tussen overheden onderling. Het kabinet
gaat uit van vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheid van de
decentrale overheden en de democratische controle die daar
plaatsvindt. Toezicht door een hoger bestuursorgaan moet dus beperkt
worden tot het strikt noodzakelijke en door maximaal één
toezichthouder per beleidsdomein. Geen dubbel toezicht meer en geen
toezicht op zaken die de wet niet voorschrijft aan een decentraal
bestuursorgaan.
Het wetsvoorstel revitaliseren generiek toezicht dankt zijn naam aan
het streven om de generieke bepalingen in de Provinciewet en
Gemeentewet nieuw leven in te blazen en duidelijke afspraken te maken
wie toezichthouder is. Daarbij gaat het om de instrumenten 'spontane
vernietiging' en 'indeplaatsstelling'. Door spontane vernietiging
kunnen besluiten van decentrale bestuursorganen ongedaan worden
gemaakt. Met het instrument indeplaatsstelling kan bijvoorbeeld de
provincie bij taakverwaarlozing door de gemeente in de plaats van die
gemeente die taak uitvoeren.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar
bij indiening bij de Tweede Kamer.