Sociaal-Economische Raad

1 oktober 2009
"Richt een investeringsfonds op voor duurzame ontwikkeling" en "laat het BBP los als graadmeter voor economische groei". Jongeren opperden uiteenlopende ideeën voor een duurzame economie tijdens een debat dat de SER en de Nationale Jeugdraad 30 september organiseerden.

Véronique Timmerhuis, algemeen secretaris van de SER opende de bijeenkomst met een inleiding. Ze benadrukte dat duurzame economie en duurzame ontwikkeling moeilijk te vangen begrippen zijn. "Om welke omschrijving het ook gaat, steeds is daar de lastige afweging tussen economische, sociale en ecologische belangen, ook wel people, planet en profit genoemd". Hoewel deze drie p's elkaar kunnen versterken (synergie), is er vaker sprake van afruilen: het een gaat ten koste van het ander. Duurzame ontwikkeling vraagt dus vaak om moeilijke keuzes. Die worden niet alleen door de politiek gemaakt, maar ook door alle burgers.

Verantwoordelijkheid
Louise O. Fresco, hoogleraar duurzame ontwikkeling en gastspreker tijdens het congres, haakte in haar toespraak in op die verantwoordelijkheid van iedereen. "De demografische groei en de groei van consumptie en mobiliteit voeren de druk op de aarde op. Dat maakt de keuze voor duurzaamheid essentieel". Fresco gaf suggesties om duurzaamheid juridisch-economisch in te kaderen en stelde zelfs voor een overkoepelend ministerie van duurzaamheid op te richten. Duurzaamheid is volgens Fresco ook een morele kwestie: "ego-economics moet plaats maken voor matiging en reflectie." Ze maande haar publiek tot bescheidenheid.

Winst
Dat hoeft niet bij voorbaat te betekenen dat winst nastreven ondeugdelijk is, meent Hans de Boer, ondernemer en één van de inleiders. Hij betoogde dat winst en duurzame ontwikkeling wel degelijk kunnen samengaan. "Winst is een randvoorwaarde voor duurzaamheid en wordt onterecht gezien als het `stief-p'tje'". De Boer gaf aan dat winst een prikkel kan zijn voor innovatie en efficiency. Ook maakt winst het investeren in duurzaamheid mogelijk. Hij wees erop dat vooral in de (semi)publieke sectoren zoals de zorg en het onderwijs kansen liggen om efficiency en welzijn te vergroten. Daarvoor zou marktwerking in die sectoren moeten worden toegelaten.

Dilemma's en ideeën
De inleiders maakten duidelijk dat duurzame ontwikkeling gepaard gaat met diverse dilemma's. Maikel Bouricius, winnaar van de essaywedstrijd die voor de conferentie werd uitgeschreven, liet evenals de andere aanwezige jongeren zien dat hij oog heeft voor deze dilemma's. Hij is ervan overtuigd dat een duurzamere economie haalbaar is. Zo zou een keurmerk of classificeringssysteem het consumenten makkelijker kunnen maken om te kiezen voor duurzaam. Een lager btw-tarief voor duurzame producten maakt het aantrekkelijker om die producten te kopen en het overblijvende deel btw zou vervolgens geïnvesteerd kunnen worden in duurzame start-ups.

Het debat, onder leiding van Rindert de Groot (Coolpolitics), leverde uiteenlopende ideeën op: van het transparant maken en verduurzamen van de productieketen tot het loslaten van het BBP als graadmeter voor economische groei. Ook werd een pleidooi gehouden voor een ander subsidie-instrumentarium voor duurzame technologie. Niet de overheid zou moeten beslissen welke technologie subsidie krijgt voor het ontwikkelen en vermarkten ervan, maar ondernemers zouden zelf moeten kunnen bepalen welke technologie rendabel is. De overheid zou zich alleen bezig moeten houden met het stellen van doelen zoals CO2-reductie.

Consumanderen
Minister Cramer van Ruimte en Milieu sloot de bijeenkomst af met een betoog over `consumanderen' en `producanderen'. Ze wil dat consumenten meer groene producten kopen, niet door consumeren af te straffen, maar door ervoor te zorgen dat producten anders, zo groen mogelijk, ontworpen worden. Dat betekent niet zozeer consuminderen, maar consumanderen: een ander consumptiepatroon laten ontstaan. Na afloop kregen de deelnemers ter inspiratie ieder alvast een spaarlamp uitgereikt.