1 1
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
de voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 6171
F 070 351 7895
Contactpersoon
-
T -
Ons kenmerk
VENW/DGW-2009/1179
Uw kenmerk
Datum 1 oktober 2009 -
Onderwerp Veertiende voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier en Besluit tot Bijlage(n)
Rijkscoördinatie voor vier Ruimte voor de Riviermaatregelen 2
Geachte voorzitter,
Het programma `Ruimte voor de Rivier' is op 15 mei 2001 door u aangewezen als
groot project. Conform de Regeling Grote Projecten stuur ik u hierbij, mede
namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de veertiende
voortgangsrapportage van het programma Ruimte voor de Rivier. Deze
rapportage gaat over de eerste helft van 2009.
Voortgang programma
De verslagperiode van deze rapportage heeft in het teken gestaan van de
overgang van de planstudie- naar de realisatiefase. Een belangrijke mijlpaal was
de ondertekening van een realisatieovereenkomst voor de dijkverlegging
Westenholte en voor de uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler
Buitenwaarden. Ook voor de ontpoldering van de Overdiepsche Polder is de
uitvoeringsfase gestart en is een samenwerkingsovereenkomst voor de
uitvoeringsfase getekend.
Zoals reeds eerder gemeld vergt het een grote inspanning om de grote complexe
projecten voor eind 2015 te realiseren. Er is inmiddels een start gemaakt met het
probabilistisch plannen, een methode om nog meer zicht te krijgen op de te
nemen beheersmaatregelen om de tijdsdoelstelling van het programma te halen.
In de volgende voortgangsrapportage zal ingegaan worden op de resultaten van
het probabilistisch plannen en de beheersmaatregelen die zijn of worden genomen
om ervoor te zorgen dat de tijdsdoelstelling wordt gehaald.
Voor de uiterwaardvergraving Honswijkerwaarden, stuweiland Hagestein,
Hagesteinse Uiterwaard en Heerenwaard is in de verslagperiode een besluit
genomen over de variantkeuze. Voor de uiterwaardvergraving bedrijventerrein
Avelingen neem ik één dezer dagen een projectbeslissing. In de komende
verslagperiode volgen naar verwachting nog meer projectbeslissingen, namelijk
die voor de uiterwaardvergravingen rondom Deventer, de uiterwaardvergraving
Brakelse Benedenwaarden en de dijkverlegging Buitenpolder het Munnikenland en
de ontpoldering van de Noordwaard.
a
Zutphen Datum
In de komende verslagperiode vindt ook de voorbereiding plaats van het besluit 1 oktober 2009
over de aanpak van de IJssel bij Zutphen, waar de in de PKB opgenomen Ons kenmerk
dijkverleggingen Cortenoever en Voorster Klei deel van uitmaken. De regio heeft VENW/DGW-2009/1179
het voorstel gedaan om de twee dijkverleggingen gecombineerd uit te voeren met
een buitendijkse geul, als `alles in één keer goed'-variant voor de lange
termijnopgave van 18.000 m3/sec en passend binnen de integrale
gebiedsontwikkeling IJsselsprong.
Op dit moment wordt bekeken of de dijkverleggingen én de buitendijkse geul
voorzien in de lange termijnopgave, zodat de in de PKB opgenomen ruimtelijke
reservering voor een eventueel in de toekomst aan te leggen binnendijkse
hoogwatergeul kan worden geschrapt. Het laten vervallen van de reservering
komt ten goede aan de gebiedsontwikkeling, waaraan ook het rijk belang hecht.
Ook wordt bezien of een gecombineerde aanleg kosteneffectief en budgettair
inpasbaar is.
Kampen
Zoals reeds geantwoord op de vragen van uw leden Van der Staaij, Jansen en
Vendrik wordt voor de hoogwatergeul Kampen geen omwisselbesluit genomen. In
het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier wordt de zomerbedverlaging van de
Beneden-IJssel uitgevoerd.
Bij een verdere stijging van rivierafvoeren blijft de aanleg van de hoogwatergeul
voor de waterveiligheid nuttig en op termijn noodzakelijk. De hoogwatergeul
maakt onderdeel uit van een vanuit de Nota Ruimte en de regio gewenste
gebiedsontwikkeling IJsseldelta Zuid. Ook is de aanleg van de geul nu voor het
Rijk financieel gunstig vanwege de mogelijkheid om werk met werk te maken bij
een gecombineerde uitvoering met de zomerbedverlaging en vanwege de
financiële bijdrage van de regio. De hoogwatergeul sluit dan ook aan op het
ontwerp Nationaal Waterplan, waarin het kabinet heeft aangegeven waar mogelijk
en kosteneffectief te willen anticiperen op de lange termijn. Uit onderzoek naar de
toekomstvastheid van de hoogwatergeul in de IJsseldelta is gebleken dat de geul
ook bij een hoger IJsselmeerpeil effectief blijft en geen belemmering vormt voor
toekomstige oplossingsrichtingen voor de IJsseldelta. Ook is gebleken dat de
veiligheid bij Kampen is geborgd. Ik wil daarom graag bijdragen aan de aanleg
van de hoogwatergeul bij Kampen.
De hoogwatergeul kost bijna 300 miljoen, waarvan ruim een derde deel is
gedekt vanuit de provincie Overijssel en de gemeente Kampen. Mijn collega van
VROM heeft vanuit het Nota Ruimte budget voor het project 22,4 miljoen
beschikbaar gesteld. Ik ben bereid maximaal 167 miljoen te investeren en zal
daarom in de begroting 2011 een bedrag van 50 miljoen reserveren in 2014 en
2015 voor de aanleg van de geul en de dijken en een bedrag van 117 miljoen
tussen 2021 en 2023 voor de aanleg van de benodigde kunstwerken.
De plannen voor de hoogwatergeul en de zomerbedverlaging zullen op elkaar
worden afgestemd om werk met werk te maken en de gecalculeerde financiële
voordelen te realiseren. Ik verwacht dat de uiteindelijke plannen eind 2010
gereed zijn en aan mij kunnen worden voorgelegd voor de definitieve
projectbeslissing (SNIP 3).
Het project IJsseldelta beschouw ik als een voorbeeld voor de werkwijze in het
Deltaprogramma, waarin anticiperen op klimaatverandering en een gezamenlijke
inzet om tot integrale plannen te komen belangrijke speerpunten zijn.
Pagina 2 van 3
Besluit tot Rijkscoördinatie voor vier Ruimte voor de Riviermaatregelen Datum
Met deze brief stuur ik u ook het Besluit tot Rijkscoördinatie voor vier Ruimte voor 1 oktober 2009
de Riviermaatregelen toe. Aanleiding voor dit besluit is de wens tot verduidelijking Ons kenmerk
van de tekst uit de PKB en de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke VENW/DGW-2009/1179
ordening (Wro) per 1 juli 2008.
In de PKB Ruimte voor de Rivier is opgenomen dat voor drie maatregelen, zijnde
de ontpoldering Noordwaard, de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld en de
berging Volkerak-Zoommeer, een rijksprojectbesluit wordt genomen. De figuur
van een rijksprojectbesluit komt onder de nieuwe Wro niet meer voor. De Wro
kent nu de figuur van het rijksinpassingsplan (= bestemmingsplan van het Rijk).
De achterliggende reden om destijds bij vaststelling van de PKB te kiezen voor
een rijksprojectbesluit voor deze drie maatregelen, was de mogelijkheid van het
toepassen van de `rijksprojectenprocedure', die het vaststellen van het
projectbesluit behelst èn het door het rijk coördineren van de vergunningen en
andere uitvoeringsbesluiten. Dit blijkt niet helder genoeg uit de tekst van de PKB.
Daarom is het gewenst op grond van de huidige Wro een besluit te nemen, in de
vorm van een rijkscoördinatiebesluit, waardoor de coördinatie van de
uitvoeringsbesluiten, naast de vaststelling van het inpassingsplan door het rijk,
mogelijk wordt gemaakt.
Voor de vierde maatregel, de dijkteruglegging Lent, hebben de regionale
overheden uit het oogpunt van efficiency en voortgang het Rijk verzocht tot
coördinatie van vergunningen en uitvoeringsbesluiten. Er is hier geen sprake van
een rijksinpassingsplan. De gemeente Nijmegen stelt zelf het bestemmingsplan
vast.
Conform art. 3.35 negende lid van de Wro wordt het rijkscoördinatiebesluit aan
beide Kamers van de Staten-Generaal toegezonden.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Pagina 3 van 3
Ministerie van Verkeer en Waterstaat