Flinke versnelling bouwprocedures met nieuwe natuurinstrumenten
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de bouw- en ontwikkelsector zetten vandaag een flinke stap voor een aanzienlijke versnelling van bouwprocedures. Bouwers en ontwikkelaars kunnen voortaan werken met een speciale gedragscode waardoor ze niet meer iedere keer een ontheffing van de Flora- en faunawet hoeven aan te vragen. Daarnaast kunnen ze met een abonnement op de Nationale Databank Flora en Fauna voorkomen dat projecten vertraging oplopen vanwege de onverwachte aanwezigheid van beschermde soorten op het bouwterrein.
Namens minister Gerda Verburg van LNV houdt secretaris-generaal André van der Zande vanmiddag in Wassenaar de goedgekeurde gedragscode Flora- en faunawet van Bouwend Nederland en de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) officieel ten doop. Tevens sluiten de eerste bouwbedrijven een abonnement af op de Nationale Databank Flora en Fauna van de Gegevensautoriteit Natuur. Dit stelt ze in staat al in een vroeg stadium in te spelen op de eventuele aanwezigheid van kwetsbare soorten op een bouwterrein.
Minister Verburg is enthousiast over de nieuwe instrumenten die zorgen voor een flinke vermindering van de administratieve lastendruk voor de bouwsector én voor een goede bescherming van de natuur. "We tonen hiermee aan dat economie en ecologie goed samen kunnen gaan. We hebben hier echt te maken met een win-win situatie", aldus de minister.
Gedragscode
Met de gedragscode van Bouwend Nederland en NEPROM kunnen de sectoren tijd en dus geld besparen. Bedrijven die aantoonbaar op basis van de codes werken genieten voortaan een vrijstelling van bepaalde verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Bij regelmatig terugkerende werkzaamheden zoals, het bouwrijp maken van een terrein of slopen of renoveren van panden hoeven ze geen ontheffing meer aan te vragen bij het ministerie van LNV. Door de bepalingen uit de gedragscode wordt verzekerd dat er zorgvuldig met de aanwezige natuur wordt omgesprongen.
Databank Flora en Fauna
Daarnaast kunnen bouwbedrijven vanaf vandaag de vruchten plukken van de schat aan natuurgegevens van de Nationale Databank Flora en Fauna. In de databank, die dagelijks wordt ververst, is per locatie te achterhalen of en in welke hoeveelheden er bijzondere planten en dieren zijn waargenomen. Bouwers en ontwikkelaars kunnen door middel van een abonnement op de databank al bij de planvorming en bestekvoorbereiding rekening houden met de mogelijke gevolgen van hun plannen voor kwetsbare natuur en tijdig maatregelen nemen. Dit voorkomt verrassingen en vertragingen als de bouw eenmaal is aangevangen. "Het voordeel van het gebruik is zo groot dat ik verwacht dat veel bedrijven zich op de databank zullen abonneren", aldus minister Verburg.
Belangrijke rol
Van Nieuwpoort Bouwgrondstoffen B.V., VolkerInfra (VolkerWessels), TenneT TSO B.V. en Ballast Nedam hebben als eerste een zakelijk abonnement op de nationale databank afgesloten. Voor Van Nieuwpoort Bouwgrondstoffen speelt de databank een belangrijke rol bij de ontwikkeling van projecten en de communicatie met omwonenden. TenneT gebruikt de gegevens uit de databank vooral bij het onderhoud en de uitbreiding van haar elektriciteitsnet. Voor Ballast Nedam en VolkerInfra (VolkerWessels) biedt het abonnement een extra mogelijkheid om invulling te geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarnaast wordt de databank ingezet om de haalbaarheid van plannen te toetsten.
Besparingen
De Gegevensautoriteit Natuur die de databank in het leven heeft geroepen heeft becijferd dat met de beschikbaarheid aan betrouwbare natuurgegevens bouwprojecten gemiddeld 1,5 à 2 maanden sneller opgeleverd kunnen worden. De besparingen die met de gedragscode en de databank kunnen worden bereikt laten zich moeilijk becijferen, maar een grove schatting van de Gegevensautoriteit Natuur gaat uit naar meer dan 20 miljoen euro per jaar vanwege lagere rentelasten, minder inkomstenderving en een efficiëntere aanpak van bouwprojecten.
De nieuwe set instrumenten die vanaf vandaag beschikbaar is vloeit voort uit de werkwijze die vanaf 2004 door het ministerie van LNV is ingezet. De werkwijze heeft als oogmerk de toepassing van de natuurregelgeving te vereenvoudigen en een betere koppeling te maken tussen ruimtelijke ontwikkeling en natuur. Onderdeel hiervan is ook de zogeheten leefgebiedenbenadering die gericht is op de bescherming van meerdere soorten bedreigde planten- en diersoorten in een gebied. Bij deze gebiedgerichte aanpak wordt het belang van bedreigde soorten vroegtijdig meegenomen in ruimtelijke ontwikkelingen. Als in een provincie via een project de instandhouding van bepaalde beschermde soorten is verzekerd kan voor individuele gevallen soepeler worden omgegaan met het verlenen van ontheffingen.
Noot voor redacties (