ChristenUnie
ChristenUnie dient motie in over 'Uruzgan'
ChristenUnie dient motie in over 'Uruzgan'
donderdag 01 oktober 2009 11:20 De regering is verantwoordelijk een
besluit te nemen wanneer de Navo om militaire inzet van Nederland
vraagt in Afghanistan na 2010. Maar het kabinet zal in dat geval wel
rekening moeten houden met alle uitspraken en beloften die gedaan zijn
toen besloten werd tot verlenging van de Taskforce Uruzgan tot
augustus 2010. De rode draad van die beloften was: Het Nederlandse
leger vertrekt uiterlijk einde 2010 uit Uruzgan.
Dat is de strekking van een motie die Joël Voordewind gisteravond
heeft ingediend tijdens een spoeddebat in de Tweede Kamer. Dat debat
was aangevraagd naar aanleiding van uitspraken van minister Verhagen
van Buitenlandse Zaken. Die speculeerde onlangs opnieuw (net als in
januari dit jaar) in de media over een voortzetting van de Nederlandse
aanwezigheid in Uruzgan na 2010. Verhagen kreeg daarover gisteren een
niet mis te verstane schrobbering van de Tweede Kamer én van
minister-president Balkenende. Door nu al te suggereren dat Nederland
wel verder wil in Uruzgan, schaadt de minister van Buitenlandse Zaken
de onderhandelingspositie binnen de Navo. In januari bracht hij
daarmee zijn collega Van Middelkoop van Defensie in een lastig parket.
En ditmaal lokten zijn uitspraken een spoeddebat uit. Voordewind:
,,Wij hebben deze situatie niet gezocht; Verhagen heeft hem gecreëerd.
En tijdens het debat ging deze minister onverstoorbaar door met
speculaties over de situatie na 2010. Nota bene direct nadat de
minister-president had opgeroepen dat niet te doen.''
In de motie die Joël Voordewind samen met zijn PvdA-collega Van Dam
indiende, wordt het kabinet herinnerd aan de beloften die zijn gedaan
toen eind 2007 besloten werd tot verlenging van de missie in Uruzgan.
Het kabinet schreef toen dat Nederland per 1 augustus 2010 hoe dan ook
zijn leidende militaire verantwoordelijkheid in Uruzgan zal
beëindigen. Ook kreeg de Tweede Kamer de verzekering dat vanaf 1
augustus 2010 de terugtrekking van de Taskforce Uruzgan zo snel als
mogelijk zal geschieden, en dat eind 2010 alle Nederlandse militairen
weg zijn uit Uruzgan. Op basis van deze beloften creëerde het kabinet
destijds het vereiste maatschappelijk en politiek draagvlak voor een
verlenging van de missie tot eind 2010. Ook de ChristenUnie ging
destijds akkoord met verlenging, alleen op basis van de garantie dat
de krijgsmacht na 2010 niet langer zou worden ingezet voor de slopende
ISAF-missie in Uruzgan.
Voordewind benadrukte gisteren de eigen verantwoordelijkheid van het
kabinet. Niet de Tweede Kamer, maar de regering is aan zet wanneer de
Navo te zijner tijd met een verzoek komt om Nederlandse militairen op
een of andere wijze te blijven inzetten in Afghanistan. ,,Wij gaan
zeer prudent om met de staatsrechtelijke verhoudingen: de regering
regeert. Maar we mogen van haar wel vragen rekening te houden met wat
de Kamer, de krijgsmacht en de samenleving een en andermaal is
beloofd.''
---
De motie van Voordewind en Van Dam luidt alsvolgt:
De Kamer,
Gehoord de beraadslaging,
Overwegende, dat het kabinet in de brief van 30 november 2007 het
besluit aan de Kamer kenbaar heeft gemaakt dat Nederland per 1
augustus 2010 hoe dan ook zijn leidende militaire verantwoordelijkheid
in Uruzgan zal beëindigen, dat vanaf 1 augustus 2010 de terugtrekking
van de Taskforce Uruzgan zo snel als mogelijk zal geschieden en deze
terugtrekking per 1 december 2010 zal zijn afgerond;
Overwegende, dat aan dit besluit de zware last die Nederland als
NAVO-lid dan heeft gedragen en een verantwoordelijke belasting van de
krijgsmacht ten grondslag lagen;
Spreekt uit, dat het kabinet dient vast te houden aan het eerder
genomen besluit om alle Nederlandse militairen terug te trekken uit
Uruzgan voor 1 december 2010;
Spreekt tevens uit, dat dit besluit, als mede de overwegingen die aan
het besluit tot verlenging vooraf gingen, als achtergrond hadden dat
Nederland na 2010 geen nieuwe missie in Uruzgan op zich zal nemen;
Verzoekt de regering - met inachtneming van de eigen
verantwoordelijkheid die het kabinet conform artikel 100 in deze
situaties draagt - nadrukkelijk met deze overwegingen en uitspraken
rekening te houden;
En gaat over tot de orde van de dag.
Joël Voordewind