RMU: Moderne AOW is eerlijk maatwerk
01/10/2009 11:37
Reformatorisch Maatschappelijke Unie
De economische crisis vereist een krachtige aanpak. De RMU vindt het mislukken van de AOW-besprekingen in de SER daarom een gemiste kans. Onrust in de polder kan op dit moment niemand gebruiken. Om die reden had een allerlaatste poging ondernomen moeten worden om er aan de onderhandelingstafel uit te komen. Het is onverantwoordelijk dat de werkgeversorganisaties niet op het laatste overleg zijn verschenen.
"Het is onthutsend te zien hoe werkgevers- én werknemersorganisaties 'rollebollend' over straat gaan. Juist nu, terwijl het vijf voor twaalf is als het gaat om het tot stand brengen van een gedegen advies over de AOW" aldus Chris Baggerman van de RMU.
RMU presenteert 5-puntenplan
De RMU loopt niet weg voor haar verantwoordelijkheid en presenteert een 5-puntenplan:
- Speerpunt: hogere arbeidsparticipatie waardoor het financiële draagvlak verbeterd;
- AOW-leeftijd vanaf 2015 geleidelijk verhogen naar 67 jaar (in een periode van 24 jaar);
- Flexibele eigen keuze is mogelijk:
- Kiezen voor AOW op 65 jaar mag, maar dat levert een aftopping op, waarbij het huidige AOW-niveau wordt gewaarborgd;
- Kiezen voor AOW op 67 jaar mag, wat een beloning oplevert, de AOW-Plus. Deze beloning bedraagt de uitgespaarde AOW-uitkering;
- Geleidelijke fiscalisering van de AOW, over een periode van 18 jaar;
- Aanpassing regelgeving die verplicht om op 65 jaar te stoppen.
Verhoging arbeidsparticipatie vereist een cultuuromslag bij werkgever
Om de vergrijzing goed op te vangen is het nodig dat de arbeidsparticipatie beter over de generaties wordt verdeeld. De inzet mag zich niet alleen richten op het verhogen van de AOW-leeftijd. Vooral de arbeidsparticipatie in de leeftijdgroep van 55-plus moet omhoog. Dit vereist een cultuuromslag bij werkgevers. Het beeld dat oudere werknemers per saldo minder productief en meer ziek zijn klopt beslist niet. Een deel van de 55 plussers heeft het moeilijk om de arbeidsmarkt te betreden. Dat moet veranderen.
Participatie kan ook omhoog met een proactief personeelsbeleid. Daarin moet aandacht zijn voor de werknemer en zijn mogelijkheden qua kennis en gezondheid. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werknemer én werkgever dat het kennisniveau van de werknemer blijft aansluiten bij de werkzaamheden.
Mensen die er voor kiezen om op 65 jaar te stoppen krijgen vanaf 2015 een iets lagere AOW-uitkering. Zij die een laag inkomen hebben worden gecompenseerd in de vorm van een toeslag tot het niveau van de huidige AOW-uitkering. Langer doorwerken moet meer gaan lonen. Het uiteindelijke streven is om de AOW-leeftijd op vrijwillige basis te verhogen tot 67 jaar. Een geleidelijke invoering is goed. Mensen die voor kiezen om door te werken tot 67 jaar - of wellicht langer - moeten daarvoor de mogelijkheid krijgen, en alle belemmeringen moeten worden weggenomen. Dit doorwerken moet extra worden beloond in de vorm van een hogere AOW-uitkering.
Verdergaande fiscalisering AOW
De AOW dient over een lange periode betaalbaar te blijven. Door de vergrijzing is er echter een forse verschuiving van het aantal werkenden naar het aantal AOW-ers. De RMU ondersteunt daarom de gedachte van een volledige fiscalisering van de AOW. Voor alle Nederlanders moet, ongeacht de leeftijd, eenzelfde loonheffing c.q. inkomstenbelasting gelden. Er zijn geen rationele argumenten om op 65 plussers minder belasting- en premiedruk toe te passen dan personen die jonger zijn dan 65 jaar. Het streven moet er op gericht zijn dat in 18 jaar de belastingtarieven voor de 65+ groep gelijk zijn aan de 65- groep. Dat kan door de inkomstenbelasting voor de 65 plussers ieder jaar met 1% punt te verhogen voor de 1e twee schijven.
Wat de RMU betreft moet de pijn eerlijker verdeeld worden. Een verlaging van de AOW-uitkering voor iedereen als alternatief voor verhoging van de AOW-leeftijd is daarom voor de RMU onbespreekbaar. Mensen met een laag inkomen, die op 65-jarige leeftijd wensen te stoppen, dienen in de vorm van een toeslag volledig gecompenseerd te worden voor de iets lagere AOW-uitkering. Vanuit de gedachte dat mensen met een laag inkomen vaak ook een zwaar beroep uitoefenen en een kortere levensverwachting hebben.
http://www.rmu.org