Rouvoet: `Jongeren te snel in jeugdzorg'
Jongeren met een probleem komen veel te snel in de jeugdzorg terecht,
terwijl ze ook vlakbij huis hulp kunnen vinden. Dat komt omdat de hulp
aan jongeren nu niet goed in elkaar steekt. Minister André Rouvoet
voor Jeugd en Gezin vraagt zich af of het beroep dat mensen doen op
zorg niet is doorgeslagen. Dat zei hij woensdagmiddag in een lezing
aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Rouvoet wierp de vraag op of ouders met vragen over de opvoeding, of
misschien wel met `opvoedonmacht', niet te gemakkelijk naar de
jeugdzorg stappen. Ook de steeds professionelere hulp en een
samenleving die alsmaar ingewikkelder wordt, trekken jongeren steeds
sneller de zorg in.
Onwenselijk
"De cijfers wijzen op een tendens van medicalisering die ik
onwenselijk vind", zei Rouvoet onder verwijzing naar de groeiende
jeugdzorg en het grotere beroep op het speciaal onderwijs. De neiging
om kinderen met kleine problemen meteen naar dure zorg door te sturen,
wordt in de hand gewerkt door de manier waarop de jeugdzorg in elkaar
steekt.
Lichte hulp
Gemeenten doen er nog te weinig aan om problemen met jongeren te
voorkomen en ze lichte hulp aan te bieden; ze sturen ze nog te snel
door naar de zwaardere en duurdere jeugdzorg van de provincie. Scholen
schuiven kinderen te gemakkelijk door naar het speciaal onderwijs.
Rouvoet en zijn voorgangers staken ook steeds maar weer geld in de
jeugdzorg om wachtlijsten weg te werken.
Omgeving
De minister liet al eerder weten dat hij daarom wil dat kinderen meer
in de eigen omgeving geholpen worden, in het gezin en de omgeving, en
op school. De Centra voor Jeugd en Gezin die in alle gemeenten moeten
komen, kunnen daar een handje bij helpen. Ouders kunnen daar terecht
met vragen over de opvoeding.
Wachtlijsten
Rouvoet en de provincies staken de afgelopen tijd tientallen miljoenen
in de jeugdzorg om de wachtlijsten voor het einde van dit jaar weg te
werken. Halverwege dit jaar waren de wachtlijsten echter weer aan het
groeien.
ABVAKABO FNV