Gepubliceerd op 30 september 2009
Succesvolle duikvluchten moeten inzicht geven in lawines op Mars
Gepubliceerd op 30 september 2009
Sebastiaan de Vet in de cabine
In de cabine tijdens de duikvlucht.
Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA), Universiteit
Utrecht (UU) en de TU Delft (TUD) hebben afgelopen maandag een
succesvolle vliegcampagne boven de Noordzee gemaakt om lawines op Mars
te bestuderen. Tijdens zonsondergang maakten ze 33 duikvluchten voor
de kust van Noord- en Zuid-Holland om de zwaartekracht van de planeet
Mars te simuleren en lawine-experimenten uit te voeren.
Initiatiefnemer van de vlucht is Sebastiaan de Vet, masterstudent
Aardwetenschappen aan de UvA. Hij is zeer te spreken over het
succesvolle verloop. `Voor Nederlandse begrippen zijn de 33
duikvluchten een absoluut recordaantal'. De Vet nam het initiatief
voor de vlucht in het kader van zijn afstudeeronderzoek. Over de
resultaten van de vluchten: `We zien bijzondere lawines plaatsvinden
waarvan we nog niet precies snappen waarom ze dit op
Mars-zwaartekracht doen.'
De wetenschappelijke opstellingen in het vliegtuig bestonden uit een
aantal zandlopers en een serie draaiende koektrommels die gevuld waren
met materiaal van verschillende samenstellingen. Met behulp van video
registreerden de onderzoekers precies hoe het materiaal zich ophoopte.
De inzichten die de onderzoekers met hun lawine-experimenten
verkrijgen zijn waardevol voor Marsonderzoek, maar ook voor
toepassingen op aarde. In aardse delta's en op aardse puinhellingen in
de bergen vinden vergelijkbare puinlawines plaats die met dit
onderzoek beter begrepen kunnen worden. Dergelijke lawines bedelven
wegen en soms hele dorpen, en kunnen dammen van stuwmeren laten
doorbreken. Door deze proeven hopen de onderzoekers het ontstaan, de
wrijving en snelheid van de lawines beter te begrijpen.
De vlucht was een samenwerking van drie Nederlandse universiteiten.
Onderzoekers van de UvA en UU leverden vooral de kennis voor de
lawine-experimenten, terwijl de TUD een belangrijke bijdrage verzorgde
met het nauwkeurig vliegen van de duikvluchten.
De komende maanden zullen de onderzoekers besteden aan het verwerken
van de resultaten zodat begin 2010 een vervolgvlucht gemaakt kan
worden. De vluchten worden gefinancierd vanuit het Programma
Gebruikersondersteuning Ruimteonderzoek, dat de Nederlandse
ruimtevaartorganisatie NSO uitvoert namens NWO.
Bron: UvA Persvoorlichting
Universiteit van Amsterdam