Toespraak bij Slachtofferhulp Nederland
Toespraak | 30-09-2009
Minister-president Balkenende heeft in Utrecht een toespraak gehouden
bij het 25-jarig bestaan van Slachtofferhulp Nederland.
Mijnheer Smit, professor Van Vollenhoven, dames en heren,
In de ruim zeven jaar dat ik nu premier ben, heb ik veel gesproken met
slachtoffers en nabestaanden van geweldsmisdrijven en rampen. Soms op
speciale bijeenkomsten in het Catshuis. Soms op lotgenotendagen waar
ik te gast mocht zijn. Maar vaak ook direct nadat zich ergens een
fatale gebeurtenis had voltrokken, zoals eerder dit jaar na het
neerstorten van het toestel van Turkish Airlines.
Deze gesprekken behoren zonder meer tot de meest indringende
ervaringen die ik als premier heb opgedaan. Want wat zeg je tegen de
ouders van een vermoord kind? Wat zeg je tegen een politieagent of
ambulancemedewerker die tijdens het werk te maken kreeg met bedreiging
en geweld? En wat zeg je tegen iemand voor wie het leven na
Koninginnedag 2009 nooit meer hetzelfde zal zijn?
Wat zeggen we als samenleving tegen deze mensen? En wat doen we voor
hen? Om die vragen draait het in het werk van Slachtofferhulp
Nederland, al 25 jaar lang.
Om te beginnen wil ik mijn grote waardering en bewondering uitspreken
voor al die vrijwilligers en professionals die zich in die 25 jaar
hebben ingezet voor de rechten van het slachtoffer. Ik heb de
drukproeven van dit mooie boek eerder mogen doorbladeren en ik ben
alleen maar meer onder de indruk geraakt van uw inzet en
professionaliteit. Uit alle interviews spreken twee dingen: een enorme
betrokkenheid en tegelijkertijd een hele praktische en doelgerichte
instelling.
Een van de vrijwilligers van het eerste uur, mevrouw Ineke van de
Ruit, heeft het over 'Werken met je hart en je verstand.' Dat lijkt me
een uitstekende typering die meteen ook veel zegt over de kracht en
het succes van Slachtofferhulp. Het begint met het hart, met
emotionele hulp. Maar meteen daarna volgt de rationele kant van de
zaak, de formulieren en juridische procedures. Op beide terreinen is
ondersteuning nodig, zodat slachtoffers hun negatieve ervaringen een
plaats kunnen geven en op eigen kracht verder kunnen.
Natuurlijk is elk verhaal van elk slachtoffer uniek. Geen enkele
beproeving is hetzelfde en geen enkel mens reageert hetzelfde. Toch is
er ook een constante in alle verhalen. Niemand kiest er immers voor
slachtoffer te zijn. Het overkomt je en ineens ziet de wereld er
totaal anders uit. In zo'n situatie is het voor iedereen belangrijk om
gehoord te worden. Letterlijk, doordat er iemand is die naar je
luistert. Maar ook figuurlijk, doordat er recht wordt gedaan aan alle
emotionele en materiële schade. U, mijnheer Smit, zegt het in dit boek
terecht. Slachtoffers hebben behoefte aan vier belangrijke zaken:
'erkenning, adequate hulp, recht en compensatie.'
De vraag is uiteraard: is er in die 25 jaar genoeg ten goede
veranderd? Krijgen slachtoffers inderdaad in alle gevallen waar ze
recht op hebben? Het eerlijke antwoord is: ja en nee. Ja, er is veel
vooruitgang geboekt, vooral ook door de inzet en vasthoudendheid van
Slachtofferhulp Nederland. Maar nee, het werk is nog niet af. Laat ik
vandaag, zoals dat past bij een jubileum, heel kort met u terug- en
vooruitblikken.
Onwillekeurig zullen velen van u vandaag terugdenken aan het begin.
Aan de tijd dat er in de samenleving en de rechtsgang nog nauwelijks
bewust aandacht was voor het slachtoffer. Wat toen startte als een
vorm van 'burenhulp' - ik leen de term van u mijnheer Smit - is nu
uitgegroeid tot een volwassen en moderne organisatie van 300
professionals en 1500 goed getrainde vrijwilligers. Een geoliede
machine die op Koninginnedag 2009 eens te meer zijn bestaansrecht
heeft bewezen. In no time waren de telefoons bemand en de
hulpverleners ter plaatse. Daarvoor spreek ik vandaag opnieuw mijn
grote waardering en respect uit. Wat u op die dag hebt gedaan, is niet
alleen fantastisch, maar ook exemplarisch voor uw professionaliteit.
Die groei en professionalisering van Slachtofferhulp staat natuurlijk
niet op zichzelf. Het weerspiegelt het feit dat er de laatste 25 jaar
veel meer aandacht is gekomen voor de rechten van het slachtoffer. In
politiek en beleid. In de hoek van de politie en het Openbaar
Ministerie. En niet in de laatste plaats: ook in de rechtszaal. Ik
noem alleen maar het spreekrecht voor slachtoffers - een enorme
vooruitgang.
Een verandering die ik heel in het bijzonder toejuich, is de sterk
verbeterde ondersteuning van nabestaanden. De casemanagers van
Slachtofferhulp werken daarvoor tegenwoordig nauw samen met politie en
justitie. En terecht, want mensen die van het ene op het andere moment
een geliefde verliezen door een misdrijf verdienen het allerbeste.
En dan de toekomst. U weet het, als de Eerste Kamer ermee instemt,
treedt volgend jaar de 'Wet versterking positie slachtoffer in het
strafproces' in werking. Dat is ook voor Slachtofferhulp een nieuwe
kroon op het werk. Voor het eerst krijgen slachtoffers een duidelijke
plaats in de wet en worden hun rechten helder vastgelegd. Bijvoorbeeld
het recht op relevante informatie. Ooit vertelden de ouders van een
vermoord kind mij dat zij niet eens waren geïnformeerd toen de dader
weer op vrije voeten kwam. Dat was voor deze mensen onverteerbaar en
de oorzaak van opnieuw heel veel verdriet en pijn. Dit soort missers -
want dat zijn het - moet de nieuwe wet voorkomen. Een prima
ontwikkeling
Nieuw is ook dat de overheid straks via een voorschotregeling moeilijk
inbare vorderingen van slachtoffers op daders overneemt. Ik hoef u
niet uit te leggen hoeveel slapeloze nachten dat kan schelen. Niet
vanwege het geld, maar vanwege het eindeloze gesoebat en alle
onprettige confrontaties met een onwillige dader. De voorschotregeling
maakt daar een einde aan en helpt zo mensen het leven weer op te
pakken. En daar is deze wet ook precies voor bedoeld.
Ik zeg daar wel dit bij. Versterking van de positie van slachtoffers
en nabestaanden is niet alleen een kwestie van wetten en regels, maar
ook van houding en gedrag van alle betrokken functionarissen. In
gesprekken met slachtoffers en nabestaanden hoor ik helaas te vaak dat
er op dit punt nog veel verbeterd kan worden. Tijd, aandacht en het
voortdurend besef van de bijzondere positie van het slachtoffer, daar
komt het op aan. Niet omdat het moet van de wetgever, maar vanuit
menselijk oogpunt.
Een laatste belangrijke ontwikkeling voor de toekomst die ik in dit
verband wil noemen, zijn de slachtofferloketten. Daardoor krijgen
mensen één aanspreekpunt. Niet meer van het kastje naar de muur, niet
meer tien keer hetzelfde verhaal vertellen, maar één iemand die naar
je luistert en die vervolgens voor je aan het werk gaat.
Het slachtofferloket staat nog min of meer in de kinderschoenen, maar
het idee erachter en de manier van werken, spreken mij enorm aan.
Feitelijk gaat het om een bundeling van krachten en expertise van
politie, justitie en Slachtofferhulp. Achter het slachtofferloket
staat het slachtoffer en zijn hulpvraag centraal, dwars door de
traditionele rollen en competenties van de betrokken organisaties
heen.
En precies daarin ligt naar mijn overtuiging de toekomst van een nog
betere slachtofferzorg. In organisaties die bereid zijn informatie te
delen en die gebruik maken van elkaars kennis en kunde. Die
samenwerking kan en mag nog veel intensiever worden en dat lijkt me
meteen een mooie opdracht op weg naar het zesde lustrum. Niet alleen
voor Slachtofferhulp Nederland, maar voor alle partners in de
veiligheidsketen. Samen weet u meer. Samen kunt u meer. Dus samen
bereikt u meer.
Dames en heren,
Eleanor Roosevelt zei ooit: 'Justice cannot be for one side alone, but
must be for both.'
Is dat niet een hele mooie samenvatting van 25 jaar Slachtofferhulp?
U hebt ervoor gezorgd dat er recht wordt gedaan aan de positie van
slachtoffers. U hebt ze niet alleen een luisterend oor geboden, maar
ook een gezicht gegeven en een stem. Of zoals u het een paar maanden
geleden in De Telegraaf zei, mijnheer Smit, 'Het slachtoffer (...)
hoeft het gelukkig niet meer te doen met de kruimels die van tafel
vallen.' Dat is de winst van 25 jaar Slachtofferhulp.
Na vandaag gaat het werk gewoon door en we blijven op u rekenen. Want
wat kunnen we als samenleving anders tegen slachtoffers zeggen dan
dit: 'Wij luisteren naar u, wij ondersteunen u en wij helpen u de
draad weer op te pakken.' Dat is, om het met de titel van dit boek te
zeggen, hun Goed Recht.
Dank u wel.
Ministerie van Algemene Zaken