Partij van de Arbeid
Den Haag, 30 september 2009
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over het prenataal ontstaan van sociaaleconomische gezondheidsverschillen bij jonge kinderen
1. Bent u bekend met de inhoud van het proefschrift van Lindsay Marisia Silva, in het kader van de generation R studie, over prenataal ontstaan van sociaaleconomische gezondheidsverschillen bij jonge kinderen?*
2. Wat is uw mening ten aanzien van het feit dat prenatale financiële problemen en prenatale psychiatrische symptomen van de moeder 27% van de verhoogde gevoeligheid voor bovenste luchtweginfecties verklaarden in kinderen met een lage sociaal-economische status?
3. Wat is uw mening over de conclusie van dit proefschrift, dat vrouwen met een lage sociaal-economische status een lagere kans hebben op het voldragen van een gezonde zwangerschap, dat zij vaker risicofactoren hebben en een hogere kans hebben op het ontwikkelen van preeclampsie, zwangerschapshypertensie en zwangerschapsdiabetes?
4. Wat is uw mening over het feit dat bovenstaande conclusie betekent dat de lagere sociaal-economische status een negatieve invloed heeft op de foetale, perinatale en lange termijn gezondheid van de kinderen? Welke gevolgen heeft deze bevinding voor uw beleid?
5. Wat is uw mening ten aanzien van de tweede conclusie van dit proefschrift, dat de gezondheid tijdens de foetale en vroege postnatale periode beïnvloed wordt door de sociaal-economische status van de moeder? Welke gevolgen heeft deze bevinding voor uw beleid?
6. Bent u van mening dat meer onderzoek noodzakelijk is om meer inzicht te verkrijgen in de bijdrage van intra-uteriene blootstellingen aan sociaal-economische verschillen in andere gezondheidsuitkomsten bij jonge kinderen? Zo ja, bent u bereid dergelijk onderzoek te stimuleren? Hoe?
7. Wat is uw mening ten aanzien van het feit dat wordt geconcludeerd dat vrouwen met een lage sociaal-economische status vaker overgewicht hebben en daarmee een hogere kans op zwangerschapscomplicaties en een minder goede ontwikkeling van hun kinderen? Is dit aanleiding het beleid inzake het terugdringen van overgewicht aan te scherpen en specifieke maatregelen te ontwikkelen gericht op vrouwen en kinderen met een lage sociaal-economische status? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke?
8. Herinnert u zich de door de PvdA in januari 2006 uitgebrachte nota "Dring onnodige babysterfte in Nederland terug"? Bent u het eens met de Gezondheidsraad (advies inzake preconceptiezorg) dat adviezen en interventies met betrekking tot voeding en genotmiddelen, arbeidsomstandigheden, ziekten en geneesmiddelengebruik en erfelijkheidsaspecten niet als losse onderdelen moeten worden aangeboden, maar geïntegreerd?
9. Is dit Rotterdamse onderzoek wel aanleiding voor u om preconceptiezorg, met name in groepen met een lage sociaal-economische status geïntegreerd en volledig aan te bieden? Zo ja, hoe, waar en wanneer? Zo nee, waarom niet?
10. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór 15 oktober 2009?
* Fetal origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health, the generation R Study, Lindsey Marisia Silva, 2009