Gemeente Utrecht
2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
95 vragen van de heer T.W. Schipper
(ingekomen 25 augustus 2009
en antwoorden door het college verzonden op 29 september 2009)
Onlangs ontving de SP informatie over de verhouding tussen Huishoudelijke Hulp(HH) 1 en HH 2 van Aveant. Er is een schrikbarende daling gaande van het aantal mensen dat HH2 ontvangt. De verhouding was 70% HH2 voor de invoering van de WMO. In januari 2009 was het 53 % en in juni was het al gedaald tot 37 %. Deze daling is tot op heden altijd ontkend. Dit leidt tot de volgende vragen over het indicatiebeleid.
1. Is de verhouding 37% HH2 en 63% HH1 het beeld bij alle aanbieders? Zo nee, hoe kan het dat dit wel het geval is bij Aveant?
De totale verhouding over alle afgegeven indicaties HBH 1 en HBH 2 is volgens de informatie bij de gemeente op 1 augustus 2009 57% HBH 1 en 43% HBH 2. De wijziging in verhouding HBH 1 en HBH 2 is al sinds de invoering van de Wmo op 1 januari 2007 zichtbaar. Omdat veel huishoudens langzaam maar zeker voor herindicatie in aanmerking komen en alle nieuwe aanvragen ook volgens de regels van de Wmo worden geïndiceerd, wijzigt de verhouding relatief sneller.
2. Is het college het met de SP eens dat een dergelijke daling nooit alleen het gevolg kan zijn van een veranderde noodzaak bij cliënten? Zo, ja wat is hiervan dan de oorzaak?
Nee, de indicatie HBH 1 of HBH 2 is afhankelijk van de individuele situatie van de cliënt waarbij de noodzaak voorop staat.
3. Hoeveel uren wordt er momenteel gemiddeld geïndiceerd per cliënt? En hoeveel uur was dit op 1 januari 2007? Indien er sprake is van een daling, wat is hiervan de oorzaak?
Er worden geen inidcaties in uren afgegeven. De gemeente indiceert in zogenoemde klassen. De verschillende klassen kennen een bandbreedte. Gemiddeld wordt klasse 2 het meest geïndiceerd. Dat betekent tussen de 2 en 3.9 uur per week.
4. Is het indicatiebeleid sinds de invoering van de WMO al geëvalueerd? Zo ja, wat is hiervan dan de uitkomst? Zo nee, waarom niet en wanneer zal dit dan plaatsvinden?
Nee, de indicatie vindt plaats aan de hand van een indicatieprotocol. Er is geen aanleiding dit protocol op korte termijn te evalueren.
5. Hoe wordt de kwaliteit van de indicatie en het indicatiebeleid getoetst?
De kwaliteit van de indicaties wordt periodiek getoetst. Periodiek zijn er overleggen met het CIZ, het orgaan dat namens de gemeente de indicaties verricht.
6. Welke criteria hanteert de gemeente om te bepalen of HH1 of HH2 noodzakelijk is? En hoe wordt dit in de praktijk toegepast?
Het belangrijkste onderscheidende criterium tussen HBH1 en HBH 2 is de regie over het huishouden. Wanneer een burger niet meer in staat is de regie over zijn of haar huishouden te voeren, wordt HBH2 geïndiceerd.
---- --