Gemeente Utrecht
Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders
1 Woonfonds steunt drie projecten
Het college heeft besloten drie woonprojecten te subsidiëren uit het gemeentelijke woonfonds. De Stichting Bartholomeus Gasthuis krijgt 473.000 euro voor het onderdeel welzijnsactiviteiten van de verbouwing van het Bartholomeus Gasthuis tot ontmoetings- en activiteitencentrum voor ouderen. De stichting Exploitatie MAX krijgt 37.000 euro voor het woonvoorzieningenproject voor jong volwassenen met licht autistische stoornissen in het nieuwbouwproject MAX in Kanaleneiland. Voor de pilot woonfraude stelt het college 129.500 euro beschikbaar.
Meer informatie: Jeroen Bos, 030 - 286 16 83
2 Gemeente stimuleert Utrechtse Industrie
De gemeente ziet potentie in de Utrechtse industrie. Om de industrie te behouden en in haar ontwikkeling te stimuleren, stelt het college een aantal concrete maatregelen voor. Deze staan in het vandaag vastgestelde Stimuleringsprogramma Kansen voor de Utrechtse industrie. De maatregelen zijn gericht op het investeren in een voldoende en goed gekwalificeerde (locale) arbeidsmarkt, een innovatieve voedingsbodem, voldoende en bereikbare vestigingslocaties en een optimale dienstverlening aan (industriële) ondernemers. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk aangesloten wordt bij bestaande initiatieven in de stad, zoals projecten van Taskforce Innovatie Regio Utrecht, Wijk in Bedrijf, Taskforce VMBO en het actieplan jeugdwerkloosheid.
Het college kiest daarnaast voor het instellen van een Platform Utrechtse Industrie. Vanuit het bedrijfsleven en intermediaire organisaties is aangegeven dat dit wenselijk is om de relatie met én tussen de Utrechtse industrie te verbeteren en intensiveren. Industriële ondernemingen kunnen zich aanmelden voor dit platform. De gemeente benadert ook zelf ondernemingen .
De maatregelen sluiten aan bij de aanbevelingen van het TNO rapport over de Utrechtse industrie. Uit dit rapport blijkt dat de industrie een belangrijke bijdrage levert aan de Utrechtse economie, een zeer modern en kleinschalig karakter kent en een interessante (potentiële) werkgever is voor een deel van de Utrechtse bevolking. Utrecht wil de bestaande industrie dan ook zoveel mogelijk voor de stad behouden en waar mogelijk nieuwe kansrijke industrie aantrekken. De nadruk ligt hierbij op industriële bedrijven die passen bij het profiel van Utrecht als knooppunt van Kennis en Cultuur. Het gaat om bedrijven die inzetten op de ontwikkeling van kennis, talent, vakmanschap en innovatie. Het TNO onderzoek is uitgevoerd omdat het college een verbreding wil van de Utrechtse economie.