Ingezonden persbericht
De egel blijkt uitstekend geschikt als bio-indicator om milieuvervuiling te meten. Dat concludeert de Vlaamse onderzoekster Helga D'Havé in het nieuwste nummer van het populair wetenschappelijke tijdschrift Zoogdier. Hoge concentraties moeilijk afbreekbare gifstoffen in stekels en haren wijzen op een vervuild leefmilieu ter plaatse.
()
Onderzoekers aan de Universiteit Antwerpen onderzochten een egelpopulatie in het park Zorgvliet te Hoboken, op circa één kilometer van een metaalverwerkend bedrijf en nog zes egelpopulaties ten noordoosten van Hoboken. De verste populatie bevond zich te Zoersel, op twintig kilometer van de vervuilingsbron.
()
Van april tot en met september gingen de onderzoekers na het invallen van de duisternis met behulp van een sterke zaklamp op zoek naar egels. In totaal werden 178 egels gevangen en met een chip individueel gemerkt. Van 83 egels verdeeld over de verschillende populaties werden haar- en stekels genomen en geanalyseerd op zware metalen. Uit de resultaten blijkt dat egels die dichter bij het metaalverwerkende bedrijf leven, meer zware metalen in hun lichaam hebben (gemeten in haar en stekels).
De concentraties van zilver, arseen, cadmium en lood in het haar van egels in de populatie vlakbij het metaalverwerkende bedrijf waren respectievelijk 79, 65, 108 en 39 maal hoger dan de laagste gemiddelde concentratie die in deze studie werd gemeten. Voor metalen in stekels werd een vergelijkbare trend gevonden. De hoeveelheid van de metalen zilver, arseen, cadmium en lood in haar en stekels nam toe naarmate de populatie zich dichter bij het bedrijf bevond. Deze metalen vertonen in haar en stekels een gradiënt die identiek is aan de gradiënt die in de bodem werd gevonden. Dit toont volgens onderzoekster Helga D'Havé van de Universiteit Antwerpen aan dat de meting van metalen in haar en stekels van egels een goede indicatie geeft van de vervuiling van een gebied.