ChristenUnie
Bijdrage Joël Voordewind aan Algemeen Overleg rapport Goldstone
Bijdrage Joël Voordewind aan Algemeen Overleg rapport Goldstone
dinsdag 29 september 2009 11:30
De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Terugkijkend op de
Gaza-oorlog en op de verschillende rapporten kom ik tot de volgende
oordelen. Mijn eerste oordeel is dat Israël volkenrechtelijk eigenlijk
wel het recht had om zich te verdedigen. Mijn tweede oordeel is dat de
rapporten over het gebruikte geweld van beide partijen verschillende
dingen zeggen en niet tot een eenduidige conclusie komen. Dat heeft
natuurlijk ook te maken met de bronnen, de partijen die de rapporten
hebben opgesteld. Ik zou het erg jammer vinden als wij in dit debat
niet verder kwamen dan het welles-nietesverhaal welk rapport nu wel en
welke rapporten nu niet het juiste oordeel bevatten.
Ten derde is mijn oordeel dat in de rapporten Israël ervan wordt
beschuldigd, veel burgerdoelen te hebben geraakt, maar dat ook Hamas
burgerdoelen heeft geraakt en dat het ook burgerdoelen heeft
misbruikt, zoals scholen, moskeeën en huizen om raketten af te vuren.
Dat vind ik eigenlijk wel een van de grootste omissies van dit
rapport. Er wordt steeds in gezegd dat Hamas raketten zou hebben
kunnen afschieten vanaf burgerdoelen, maar dat daar geen bewijzen voor
zijn. Dan is mijn logische vraag aan de commissie-Goldstone: waarom
hebben jullie dat dan niet onderzocht? Daardoor zou het rapport veel
geloofwaardiger zijn geworden. Dit heb ik als een grote omissie gezien
in het rapport, naast het feit dat het hele rapport geen enkele
analyse maakt van de oorzaken van het conflict, de oorzaken van de
oorlog, het feit dat Israël acht jaar lang onder raketvuur heeft
gelegen.
Dat maakt dat de fractie van de ChristenUnie zegt dat zij het rapport
van Goldstone te eenzijdig vindt.
Dat wil niet zeggen dat wij daarmee het rapport terzijde schuiven,
absoluut niet. Er staan wel degelijk goede dingen in die verder
onderzocht zouden kunnen worden. Een van die dingen is natuurlijk de
beschuldiging dat Israël ook doelbewust economische doelen, zoals de
kippenboerderij, zou hebben geraakt. Ik dring er net als mijn
VVD-collega ij de minister op aan, daarover verder opheldering te
krijgen. Ik plaats er meteen de kanttekening bij dat wij nog steeds
niet weten of vanuit die economische doelen ook weer door Hamas
raketbeschietingen zijn uitgevoerd. Dat maakt het lastig voor mij om
ook op dit punt tot een beschuldiging aan het adres van/ van Israël te
komen. Deze dingen zouden wel kunnen worden uitgezocht. Zo lezen wij
in verschillende rapporten, in het Goldstone-rapport maar ook in het
rapport dat wij hierbij betrokken hebben, namelijk het Israël-rapport,
dat ambulances zijn geraakt. Tegelijkertijd lezen wij dat ambulances
door Hamas zijn gekaapt om strijders te vervoeren. Burgerdoelen zijn
door Israël geraakt, zoals het Rode Kruisziekenhuis, maar in andere
rapporten staat weer dat juist dat gebouw is gebruikt om raketten van
af te schieten. Kortom, het is heel lastig voor ons om daarin vanuit
Nederland goed inzicht te hebben. Daarom kan de ChristenUnie zich
eigenlijk wel goed vinden in de lijn van de minister, die zegt dat er
nog open gebieden zijn waarover wij geen duidelijkheid hebben, naast
het feit dat Israël zelf al onderzoeken heeft ingesteld. Er zijn
honderd beschuldigingen geuit aan Israël, waarvan tientallen nu
strafrechtelijk worden onderzocht. Er vindt dus wel degelijk
zelfreflectie plaats. Als mensen inderdaad het oorlogsrecht hebben
geschonden, vindt de ChristenUnie dat zij moeten worden veroordeeld.
Dat is in eerste instantie een zaak van Israël zelf. Ik zie eigenlijk
de oproep in het rapport aan Hamas als een soort farce, want ik zie
het niet snel gebeuren dat Hamas als terroristische organisatie haar
eigen geweld realistisch zal gaan onderzoeken.
Het belangrijkste vindt mijn fractie dat er nu volledige aandacht uit
zou moeten gaan naar een definitief staakt-het-vuren als het gaat om
het conflict tussen Gaza en Israël. Wij moeten daar alle inspanningen
op richten om te zien of wij het geweld kunnen stoppen, zowel het
geweld in Gaza als de raketbeschietingen op Israël. Ik ben het met de
heer Van Dam eens dat de kinderen van de anderhalf miljoen burgers die
niets met de oorlog te maken hebben, weer naar school moeten kunnen,
dat de toegang tot de ziekenhuizen weer opengaat en dat deze burgers
te eten en te drinken hebben. Dat is het belangrijkste.
De heer Van Dam (PvdA): Het gaat er zeker om dat zij te eten en te
drinken hebben. De heer Voordewind zei iets eerder in zijn betoog dat
Israël ervan wordt beschuldigd, bewust voedselfabrieken,
waterzuiveringsinstallaties en andere civiele gebouwen te hebben
vernietigd, zelfs in situaties waarin er volledige militaire controle
was en er dus geen sprake was van vijandelijke strijders in gebouwen,
de situatie die de heer Voordewind beschreef. Om het maar even
plastisch te zeggen: er is in de laatste dagen van de oorlog gewoon
met een bulldozer over een bedrijventerrein heen gewalst. Welke
consequentie verbindt de ChristenUnie aan dat soort acties?
De heer Voordewind (ChristenUnie): Daaraan verbind ik geen
consequenties. Ik heb het wel genoemd als een mogelijke vervolgvraag
die ook aan Israël kan worden gesteld, maar daarvan heb ik meteen
gezegd dat het de vraag is of er vanuit die gebieden geen
raketbeschietingen hebben plaatsgevonden. Tegelijkertijd zeg ik dat de
raketbeschietingen van Hamas sowieso vaststaan -- dat zegt dit rapport
ook -- als schendingen van het oorlogsrecht, omdat zij alleen maar
gericht waren tegen burgerdoelen. Ik geef het de minister wel mee in
de verdere vraagstelling als het gaat om de discussie in de
Mensenrechtenraad, om te zien wat er waar is van deze beschuldigingen
van Israël.
De heer Van Dam (PvdA): Het gaat er nu juist om dat Goldstone zegt dat
er geen strijders in die gebouwen waren. Er was helemaal niemand meer
en toch is er gewoon een bulldozer overheen gegaan. Goldstone zegt dat
dit een bewuste actie is om civiele structuren te vernietigen en
daarmee dus de burgers te straffen voor wat er in Gaza is gebeurd. Als
dat een bewuste keuze is geweest en er geconstateerd is dat er geen
strijders waren, is dat naar zeggen van Goldstone een oorlogsmisdaad
en mogelijk een misdaad tegen de menselijkheid. Mijn vraag aan de heer
Voordewind is wat nu de consequentie van zo'n daad is, waarbij er dus
geen sprake was van mogelijke vijandelijke strijders, want die waren
er helemaal niet.
De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik zie dit rapport niet als een
strafrechtelijk onderzoek maar als een feitenrelaas, dat - dat zegt
het kabinet ook - aanleiding geeft tot mogelijk verder onderzoek. Voor
een gedeelte doet Israël dat al. Voor deze zaak heb ik gezegd:
eigenlijk à la het Oude Testament van Israël zelf dat Israël juist de
fruitbomen en de economische levensbronnen van de vijand zou moeten
beschermen. Daarover zeg ik tegen de minister: laat Israël ook deze
aspecten meenemen in de vervolgonderzoeken als het gaat om deze
oorlog.
Joël Voordewind