ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer Algemene financiële beschouwingen
Bijdrage Ernst Cramer Algemene financiële beschouwingen
dinsdag 29 september 2009 16:30
De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. "Perspectief". Dat was het
eerste woord waarmee mijn fractievoorzitter de algemene politieke
beschouwingen opende. Eigenlijk is dat woord ook op dit debat van
toepassing. Het crisispuinruimen is bijna voltooid en het wordt tijd
om vooruit te kijken. Hoe gaat Nederland er in 2020 uitzien? Hoe
kunnen we ons land, in de woorden van het kabinet, slimmer, schoner,
sterker, solidair en solide maken? Welk perspectief schetst het
kabinet voor de komende jaren? Daar is tijdens de algemene politieke
beschouwingen al het nodig over gezegd, maar vandaag gaan we daarmee
door. Ook is het nodige gezegd over de onduidelijkheid rondom de inzet
en daadkracht van het kabinet bij de bestrijding van de crisis. Is het
echter niet zo dat dit kabinet, juist door de werking van de
automatische stabilisatoren, de economie stimuleert? En is het niet zo
dat er een crisispakket ligt waarin 6 mld. wordt geïnvesteerd? Ik
vraag de minister om dit plaatje nog eens helder neer te zetten.
We zijn inmiddels twee weken verder en er is in de
tussentijd veel gebeurd. De G20-top heeft plaatsgevonden en de
Nederlandse delegatie reisde met een grote agenda af naar Pittsburgh.
De financiële wereld zou moeten veranderen, arme landen zouden meer
ondersteund moeten worden en er zouden duidelijke stappen moeten
worden gezet richting de klimaatfinanciering. Wat heeft de grote inzet
van Nederland nu opgeleverd? Gaat er straks daadwerkelijk een andere
wind waaien op de genoemde thema's? Ik hoor graag de visie van de
minister op de bereikte resultaten.
De heer Cramer (ChristenUnie): Uiteraard zijn we niet alleen
afhankelijk van de mondiale besluitvorming. Op nationaal niveau liggen
er ook genoeg uitdagingen, al is dat misschien wat eufemistisch
gesteld. Als we kijken naar de miljoenennota zien we dat de
problematiek groot is. Dit kabinet zal een deel van die problematiek
voor zijn rekening moeten nemen, maar niet vanuit de redenering "Er is
35 mld. nodig, waar gaan we schrappen?". Dat moet vanuit de vraag
"Welke maatregelen zijn nodig om Nederland er in 2020 beter voor te
laten staan?". Daarbij wordt wat betreft de ChristenUnie verder
gekeken dan alleen naar bezuinigingen. Ook lastenmaatregelen hoeven
niet uitgesloten te worden. Deelt de minister deze opvatting? Het
structurele bedrag van 35 mld. wordt overigens naar ons idee niet echt
onderbouwd. Welke premissen lagen eraan ten grondslag? Voor Nederland
is minstens zo belangrijk hoe andere eurolanden het herstel van de
overheidsfinanciën gaan oppakken.
Als de oplossing wordt gezocht in het laten rollen van de geldpers en
daarmee in het toenemen van de inflatie, kan Nederland heroverwegen
wat het wil, maar raakt het diep in de problemen. Hoe gaat de minister
ervoor zorgen dat het Stabiliteits- en Groeipact weer op de Europese
agenda komt?
Als wij naar de ontwikkeling van de Nederlandse economie
kijken, valt op dat Nederland achterblijft bij een aantal ons
omringende landen. De tweedekwartaalcijfers waren wat dat betreft niet
hoopvol. Het CPB berichtte afgelopen week dat de wereldhandel tekenen
van herstel vertoont terwijl de Nederlandse export achterblijft.
Kennelijk profiteert onze economie niet meer automatisch van een
aantrekkende wereldhandel. Hoe duidt de minister deze ontwikkeling en
wat zou het kunnen betekenen voor onze concurrentiepositie in de
toekomst?
Ik ga nog even terug naar de G20-top. Er werden, zoals
gezegd, warme woorden gesproken door de Nederlandse delegatie over de
financiële verhoudingen, het klimaat en de armoede. Mijn complimenten
daarvoor, maar ik heb toch een paar opmerkingen in dit verband.
Tijdens het crisisakkoord is er extra geld uitgetrokken voor klimaat
en is er een SDE-opslag voorgesteld om groene projecten te
financieren, zodat er een stabiel investeringsklimaat voor duurzame
energie kan ontstaan. Dat is iets waar het de laatste jaren nogal eens
aan heeft ontbroken. Het extra geld voor dit doel blijft echter op de
plank liggen. De SDE-opslag wordt nodeloos gefrustreerd. Hoe kan dit
kabinet in internationaal verband het klimaat zo hoog op de agenda
plaatsen, terwijl het in eigen land de plannen maar moeilijk tot
uitvoering krijgt? Kan ik van deze minister een krachtige aansporing
verwachten in de richting van zijn verantwoordelijke collega's?
Ook het tegengaan van armoede was een onderwerp op de
G20-top. Nederland pleitte voor het beschikbaar komen van voldoende
middelen vanuit internationale financiële instellingen. Ook hier kan
het kabinet volgens de ChristenUnie-fractie een veel directere rol
spelen. Nederland krijgt bijvoorbeeld in twee tranches Special Drawing
Rights van het IMF; zo rond de 4 mld. De ChristenUnie-fractie stelt
voor een deel hiervan in een soort FES voor ontwikkelingslanden te
storten van waaruit allerlei ontwikkelingsrelevante investeringen
worden gedaan. Betrek het Nederlandse bedrijfsleven hier dan ook
actief bij, zodat dit eveneens zal profiteren van deze middelen. Zo
snijdt het mes aan twee kanten. Wat vindt de minister van dit voorstel
en is hij überhaupt bereid een deel van de trekkingsrechten in te
zetten voor de economische ontwikkeling van ontwikkelingslanden?
Op de G20-agenda stonden ook nog de bonussen. Het is
hoopvol dat daarover een akkoord is bereikt. Tijdens de algemene
politieke beschouwingen heeft mijn fractie nog gevraagd om het eigen
aandelenbezit van topbestuurders te beperken om te voorkomen dat
eigenbelang van bestuurders centraal komt te staan. Wil de minister
nog op dit voorstel ingaan? Bij heel de bonusdiscussie wil ik nog wel
de nuancering plaatsen dat wij de crisis niet zullen oplossen door
alleen de bonussen aan te pakken. Sterker nog, ik denk dat de
oorsprong meer in het financiële systeem ligt. Te weinig toezicht op
een markt die dolgraag zichzelf wilde reguleren en waar te grote
risico's zijn genomen, hebben geleid tot megawinsten waarbij die
bonussen een exponent zijn geworden. Dit symbool van
kortetermijndenken staat de ChristenUnie sterk tegen. Misschien moeten
wij er maar aan wennen dat duurzame ontwikkelingen en dubbele
groeicijfers in de financiële wereld niet samengaan. Als rentmeesters
van het grote geld zal de financiële wereld een nieuw elan moeten en
kunnen ontwikkelen als zij haar energie steekt in die duurzame
ontwikkeling in plaats van in het kortetermijnsucces. Dit was
eigenlijk wat ik ervan wilde zeggen, ware het niet dat er gisteren
onduidelijkheid ontstond over de bonus van de heer Zalm. Hoe kan de
minister vergeten zijn te vermelden dat de heer Zalm over vier jaar
een bonus kan krijgen; vier keer 50% van het jaarsalaris dus. Iedereen
was naar mijn overtuiging in de veronderstelling dat dit een eenmalige
bonus zou zijn. Dat moet de minister toch niet ontgaan zijn. Waarom
dan nu mist optrekken rondom een onderwerp waarvan nota bene een
speerpunt is gemaakt? Kan de minister klip-en-klaar uitleggen hoe de
vork in de steel zit en hoe die bonus van de heer Zalm tot stand komt?
Nu wij het toch over de financiële wereld hebben: de
ChristenUnie-fractie maakt zich behoorlijk zorgen over de integratie
van Fortis en ABN AMRO. De druk vanuit Europa neemt toe en het is de
vraag of dat terecht is.
Mevrouw Verdonk (Verdonk): Mag je van iemand die EUR750.000 per jaar
verdient, verwachten dat hij zijn werk gewoon heel goed doet en
helemaal geen bonus nodig heeft?
De heer Cramer (ChristenUnie): Op zich is dit een terechte opmerking
van mevrouw Verdonk. Door de minister is echter iets met de heer Zalm
afgesproken. Toen dat gebeurde, hebben wij daar in deze Kamer onze
goedkeuring aan gegeven.
Mevrouw Verdonk (Verdonk): Maar met het principe bent u het eens:
EUR750.000 is een heel mooi salaris. Als in het vervolg weer zo'n
functie vrijkomt, moet een salaris van EUR750.000 of minder voldoende
zijn.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ja, in principe wel. Ik kan mij echter
voorstellen dat er sprake is van bijzondere verdiensten, waardoor een
"bonus" niet direct een besmet woord hoeft te zijn. Ik ben het met u
eens dat wij echt af moeten van het systeem van bonussen, het gemak
waarmee je bijna niets hoeft te doen en toch een bonus krijgt.
Voorzitter. Nu wij het toch over de heer Zalm hebben, de
ChristenUnie maakt zich behoorlijk zorgen over de integratie van
Fortis en ABN AMRO. De druk vanuit Europa neemt toe en de vraag is of
dat terecht is. Overspeelt Brussel met de dwangmaatregel voor de
verkoop zijn hand niet op dit moment? Geeft de minister op dit punt
voldoende tegengas aan eurocommissaris Kroes, gegeven de financiële
stand van zaken in de wereld van vandaag? Wij kunnen daar van alles
van vinden, maar er moeten snel knopen worden doorgehakt. De
onduidelijkheid in deze kwestie levert niet alleen kopzorgen voor de
minister op, maar vooral ook voor de medewerkers die bij deze banken
werken. Dan is het van belang dat je weet wat de kosten
van verschillende scenario's zijn, omdat het hierbij ook om
gemeenschapsgeld gaat. Wij zouden graag zien dat de minister kan
melden dat er een soort plan B is wanneer de gewenste integratie om
wat voor reden dan ook ter discussie komt te staan. Ik vraag de
minister of een dergelijk plan bestaat.
De heer Heerts (PvdA): De heer Cramer heeft waarschijnlijk ook de
brieven van de vakbonden, waaronder de FNV, gekregen met het verzoek
om hen te steunen om een krachtig signaal af te geven aan Brussel,
mevrouw Kroes, en om de druk erop te zetten. Vindt hij het
bespreekbaar dat wij dit wellicht met een Kameruitspraak zouden moeten
doen?
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik vind het in de discussie op dit
moment van het grootste belang hoe duidelijk de minister zich
uitspreekt. De Kamer kiest ook behoorlijk positie in dit debat. Als de
minister dat beaamt, heeft hij vanuit de Kamer voluit steun om daar de
discussie in Brussel over aan te gaan.
Voorzitter. Het kabinet staat voor een enorme klus en er
is het nodige in gang gezet, maar dit zal nog maar het begin zijn van
wat er nodig is om de overheidsfinanciën weer in het gareel te
krijgen. Dat gaat de hele samenleving raken. Mijn fractie wenst het
kabinet heel veel wijsheid toe bij het nemen van de beslissingen die
moeten worden genomen.
De heer Weekers (VVD): Heel veel wijsheid is inderdaad op haar
plaats, maar is zij ook aanwezig bij de fractie van de ChristenUnie?
De heer Cramer heeft namelijk aan het begin van zijn betoog gezegd dat
het uitermate belangrijk is dat het groei- en stabiliteitspact weer op
de agenda komt en dat het belangrijk is dat de staatsschuld
uiteindelijk weer op orde komt. Tegelijkertijd heeft hij echter
gezegd: wij willen ons niet vastleggen op bepaalde bedragen; wij
willen niet gaan schrappen hier en daar. Ik houd ook niet van
schrappen, maar als je de staatsschuld en het huishoudboekje op orde
wilt brengen, zul je toch een aantal pijnlijke keuzes moeten maken.
Mijn heel concrete vraag aan de heer Cramer is of hij in het voorjaar
ook gaat leveren en of hij bepaalde piketpalen slaat als het gaat om
de twintig werkgroepen.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik verstond niet precies wat de heer
Weekers zei.
De voorzitter: Piketpalen.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ga ik in het voorjaar ook ...?
De heer Weekers (VVD): Ik heb gevraagd of de heer Cramer in het
voorjaar ook gaat leveren.
De heer Cramer (ChristenUnie): Leveren?
De heer Weekers (VVD): Leveren.
De heer Cramer (ChristenUnie): Oké. Dat is inderdaad duidelijk.
De heer Weekers (VVD): Er komt straks een aantal voorstellen en daar
moeten voorstellen bij zitten om 20% te bezuinigen, ook op het terrein
van de sociale zekerheid en van de zorg. De heer Cramer heeft mij daar
eerder in het debat de maat in genomen. Maar toch staat hij straks
zelf voor die keuze. Gaat hij dan ook kiezen of schuift hij de zaak
dan weer door?
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik herken niet dat ik de heer Weekers
de maat zou hebben genomen. Ik heb hem geconfronteerd met een
inconsequentie in zijn betoog en heb daarop gefocust. Hij heeft
gevraagd of de ChristenUnie voluit gaat meedraaien en geen piketpalen
vooraf slaat. Jazeker. Dat heeft mijn fractievoorzitter tijdens de
algemene politieke beschouwingen al gezegd. Er is wel een aantal
voorwaarden en de heer Slob heeft deze voorwaarden toen ook genoemd.
Wij vinden het belangrijk dat daarbij sprake is van rechtvaardige
economische verhoudingen. Wij spreken dus over rentmeesterschap. De
heer Weekers dichtte mij dat eerder toe, en daar wil ik kleur aan
geven. Het gaat om rechtvaardige economische verhoudingen. Mensen
moeten niet worden afgeschreven. Dat is voor ons een belangrijk
onderdeel dat daarin naar voren moet komen. Er zijn zaken die wij
graag beschermd willen zien. Zo moet iedereen de mogelijkheid hebben
om zelf inkomen te verwerven. Dat sluit volgens mij ook aan bij
hetgeen de heer Weekers ook heeft gezegd. Wij moeten zorgen voor
degenen die niet in staat zijn om zelf inkomen te verwerven, zowel in
eigen land als daarbuiten. De overheid moet dus een schild voor de
zwakken zijn. Verder moet sprake zijn van absolute voorrang voor
duurzame investeringen. Dat zou ik kunnen samenvatten als het gaat
over het rentmeesterschap: beproef alles en behoud het goede.
Als het gaat over het rentmeesterschap vat ik het samen als: beproef
alles en behoud het goede. Ik heb geprobeerd om daar kleur aan te
geven. Wij hebben geen taboe, maar wij hebben wel voorkeuren.
De heer Weekers (VVD): Ik kan deze opmerkingen, deze kanttekeningen,
deze voorwaarden vrijwel allemaal onderschrijven. Toch ontkomen wij
straks niet aan een aantal pijnlijke keuzes. Ik noemde het terrein van
de zorg. Met een taakstelling van 20% kom je in de orde van grootte
van 10 mld. Dat is meer dan het dubbele van wat er in de plannen van
de VVD staat. Hoe laat zich dat rijmen met uw opstelling? Met andere
woorden, gaat u daar in het voorjaar ook daadwerkelijk pijnlijke
keuzes maken of weet u dat nog niet?
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik ben het eens met de heer Weekers dat
er pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. Dat heb ik volgens mij ook
in mijn tekst gezegd. Niemand zal dit -- het is wat te bombastisch als
ik het zo zeg -- niet gaan merken. Iedereen zal dit merken, ook in
zijn portemonnee. Ik bestrijd dat dit alleen maar via de weg van de
bezuiniging bereikt kan worden. Bezuinigingen raken uiteindelijk ook
mensen in hun portemonnee, linksom of rechtsom. U noemt de zorg en dat
is een van de onderwerpen waarvan ik met nadruk heb gezegd dat wij
daar een voorkeur hebben uitgesproken: niet een taboe, maar wel een
voorkeur. Als u zegt dat je met 20% op 10 mld. komt, dan zullen wij
eerst moeten kijken waarin dat precies zit. In dit huis wordt te vaak
over de zorg gezegd dat er weer een efficiencyverbetering kan
gebeuren. Ik geloof persoonlijk niet dat je nog 10 mld. in de zorg kan
bezuinigen. Dat betekent echter dat het ergens anders vandaan moet
komen. Ik deel met de regering -- daarover heb ik ook een vraag
gesteld -- dat als de omvang van het probleem echt die 35 mld. is, wij
het aan onze verantwoordelijkheid voor de overheidsfinanciën verplicht
zijn om 45 mld. te vinden. Dat kan door bezuinigen en wat de
ChristenUnie betreft ook door lastenverhoging.
De heer Weekers (VVD): De ChristenUnie zegt dat zij niet gelooft dat
in de zorg 20% gehaald kan worden. Twee andere werkgroepen betreffen
de sociale zekerheid. Daar zou het uiteindelijk gaan om een ombuiging
van 5,4 mld. De heer Cramer had harde woorden in mijn richting en in
de richting van onze tegenbegroting. Schrijft hij dit terrein ook af
als het gaat om het behalen van een taakstelling van 5 mld.? Zo nee,
waar ziet hij mogelijkheden die ik misschien over het hoofd heb
gezien?
De heer Cramer (ChristenUnie): Dat is nou het leuke van die twintig
werkgroepen. Die gaan al die mogelijkheden in kaart brengen en daar
ben ik buitengewoon nieuwsgierig naar. Als de heer Weekers een
boodschap wil afgeven en mij wil laten zeggen dat wij met ons allen
voor complexe, moeilijke keuzes komen te staan, misschien wel voor
buitengewoon ingrijpende keuzes, dan deel ik dat. Ik hoop dat wij die
35 mld. kamerbreed kunnen vinden en dat wij niet in een
hullie-zulliediscussie komen, dus oppositie tegen coalitie. Ik heb
duidelijk aangegeven wat de voorkeursroute is die de ChristenUnie
daarbij volgt. De keuze die de heer Weekers in zijn termijn
nadrukkelijk heeft neergezet, is dat je niet over lastenverhogingen
kunt praten. Ik constateer maar even dat er sinds de jaren tachtig tot
nu toe een bedrag van omgerekend 40 mld. aan lastenverlichting is
teruggegeven aan de burger. Dat is op zichzelf niet vervelend, dat
vinden wij allemaal fijn, maar het betekent wel dat er best discussie
gevoerd kan worden over welke spankracht er zit in de samenleving om
er met elkaar de schouders onder te zetten.
Mevrouw Koser Kaya (D66): De heer Cramer wil niet in een
hullie-zulliediscussie zitten. Dat begrijp ik wel, maar tegelijkertijd
geeft de coalitie heel duidelijk aan: jullie bezuinigen al en wij zijn
heel sociaal. Twintig groepen zijn aan de slag en hebben straks een
aantal voorstellen. De heer Cramer zei net: zorg gaan wij niet doen,
sociale zaken blijven nog steeds staan. Ik wil nou precies weten hoe
het met die taboes zit. Wat is voor de ChristenUnie bespreekbaar en
wat niet?
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik heb niet gezegd dat wij niet aan de
zorg komen. Ik heb ook niet gezegd dat sociale zekerheid
onbespreekbaar is. Ik heb aangegeven dat voor ons de overheid
gekenschetst moet kunnen blijven als schild voor de zwakken. Dat heb
ik aangegeven. Daarover kunt u uw schouders ophalen, dat mag. Dat vind
ik allemaal prima, maar dat is het uitgangspunt dat wij gebruiken bij
de beoordeling. Namens de ChristenUnie heb ik u dan ook geen taboe te
melden.
Mevrouw Koser Kaya (D66): Het zijn holle frases, als u het heeft over
"zwakkeren helpen" of "rechtvaardige economische verhoudingen". Vult u
het dan in, want zo zegt het mij geen donder. Ik vul het
waarschijnlijk wat anders in dan u dat kennelijk doet. Het kan ook dat
wij het op dezelfde wijze invullen, maar wees dan concreet en vul het
in, want anders volg ik dit niet.
De heer Cramer (ChristenUnie): Mevrouw Koser Kaya vraagt naar de
bekende weg. "Rechtvaardige verhoudingen" worden in deze Kamer ook wel
genoemd: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Dat gaat
over solidariteit in de zorg, dus over de premies. In mijn interruptie
heb ik zojuist ook al duidelijk gemaakt waar de ChristenUnie staat.
Volgens mij weet mevrouw Koser Kaya heel goed wat de ChristenUnie
daaronder verstaat. Misschien snapt mevrouw Koser Kaya het niet. Ik
zou zeggen dat zij dan ons verkiezingsprogramma maar moet lezen. Er is
dus geen woord Spaans bij. Als het gaat over rentmeesterschap zou ik
zeker niet woorden als "holle frase" willen gebruiken.
De voorzitter: Tot slot, mevrouw Koser Kaya.
Mevrouw Koser Kaya (D66): Ik hoop dat over twintig jaar de toekomstige
generaties ook zeggen dat dit kabinet een geweldige molensteen aan
zijn nek heeft laten hangen. U geeft echter geen antwoord op mijn
vraag. Ik vraag u de drie randvoorwaarden die u hebt in te vullen.
Nogmaals: de sterkste schouders moeten de lasten dragen. Ik ben het
eens met u dat de economische welvaart gelijkelijk moet worden
verdeeld, maar D66 maakt duidelijke keuzen. U maakt die niet. Ik ben
er gewoon nieuwsgierig naar; dat is niet om u te plagen, maar ik wil
het gewoon weten.
De heer Cramer (ChristenUnie): Volgens mij heb ik in mijn termijn
duidelijk gemaakt dat wat ons betreft het kabinetsbeleid goed is
geweest. Er zijn keuzen gemaakt voor bezuinigingen. Nu gaan twintig
werkgroepen aan de slag die zullen komen met voorstellen. Ik heb in
dat verband geen voorwaarden genoemd, maar beoordelingscriteria. Langs
die lijst leggen wij het niet. Het is dus geen voorwaarde, van "dat
moet het zijn", maar het is wel onze prioriteitenlijst.
Ernst Cramer