Ministerie van Buitenlandse Zaken

reactie op verzoeken van de vaste commissies voor de JBZ-raad, voor Justitie, en voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelings-samenwerking betreffende de overeenkomst tussen de EU en Kenia inzake piraterij

Kamerbrief inzake reactie op verzoeken van de vaste commissies voor de JBZ-raad, voor Justitie, en voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelings-samenwerking betreffende de overeenkomst tussen de EU en Kenia inzake piraterij

Kamerbrief | 29 september 2009

Naar aanleiding van de verzoeken van de vaste commissies voor de JBZ-Raad, voor Justitie en voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelings-samenwerking betreffende de overeenkomst tussen de EU en Kenia inzake piraterij informeer ik u als volgt. Deze verzoeken werden toegezonden op 7 juli 2009 met kenmerk 144086.01u.

De genoemde vaste commissies verzochten mij om uw Kamer nader te informeren over het oordeel van de regering over de aanbevelingen en commentaar van de Commissie Meijers, die uw Kamer bereikte op 22 mei jl. Voor dat oordeel verwijs ik graag naar mijn antwoord aan de Commissie Meijers, met referentie DJZ/IR-2009/177, waarvan een kopie is bijgevoegd.

De regering is op de hoogte van problemen die zich voordoen bij de berechting van piraten door Kenia na overdracht door EU-lidstaten. De EU ondersteunt daarom de opbouw van Keniase capaciteiten in samenwerking met het United Nations Office on Drugs and Crime ("UNODC"). In dat kader moeten ook de inspanningen ten aanzien van een regionaal tribunaal gezien worden. De regering ziet geen belemmering om personen over te dragen aan Kenia, de praktijk van de overdracht wijst uit dat zich geen grote problemen hebben voorgedaan die een andere positie zou rechtvaardigen.

Ook verzochten de leden van de vaste commissies om informatie over (de voortgang van) de plannen voor een piraterij-tribunaal en de inzet die de Nederlandse regering daarvoor pleegt. Graag verwijs ik in dit verband naar mijn brief terzake aan de Tweede Kamer d.d. 11 augustus 2009 (Kamerstuknummer 29521 nr. 116), waarvan een kopie is bijgevoegd. In deze brief informeren de Minister van Justitie en ik de Tweede Kamer over recente ontwikkelingen op het gebied van berechting van personen die verdacht worden van piraterij voor de kust van Somalië en de Golf van Aden. Centraal daarin staat de informele expertbijeenkomst die op initiatief van Nederland is georganiseerd op 7 juli jl. Tijdens deze bijeenkomst kwamen juridische experts uit 17 landen en 4 internationale organisaties bijeen om te spreken over de juridische details van een mogelijk piraterijtribunaal.

Daarnaast wordt in de brief de berechting van piraterij geplaatst in de context van de Nederlandse inspanningen op het gebied van de internationale strafrechtspleging in het algemeen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen