Ministerie van Economische Zaken
Convenant Publieke belangen kerncentrale Borssele gesloten
29 september 2009 | persbericht | Programma Valorisatie
Convenant Publieke belangen kerncentrale Borssele gesloten
Om de publieke invloed en zeggenschap in de kerncentrale Borssele
blijvend te garanderen, ook indien in een later stadium de eigendom
van de kerncentrale gedeeltelijk in private handen komt, heeft
minister Maria van der Hoeven met de eigenaren van de kerncentrale een
convenant gesloten. Dit convenant treedt in werking als de aandelen,
die nu via Essent door gemeenten en provincies worden gehouden, alsnog
geheel of gedeeltelijk overgaan naar een private partij. Dit is pas
aan de orde als de rechter in de bodemprocedure alsnog Essent in het
gelijk stelt dan wel indien Delta zijn positie herziet. Dit schrijft
minister Van der Hoeven in een brief aan de Tweede Kamer. Het
convenant is bij de brief gevoegd.
Op dit moment worden de publieke belangen onder meer geborgd door
publiek- en privaatrechtelijke regelgeving, zoals de Kernenergiewet,
diverse vergunningen en het Borssele convenant van 2006. In het nu
gesloten convenant worden een aantal zaken aanvullend geregeld. Zo
moet de partij die op enig moment als opvolger van Essent aandelen in
de kerncentrale houdt er te allen tijde op toezien dat publieke
belangen in de besluitvorming worden betrokken. Het gaat dan onder
andere om veiligheid, zorg voor het afval, adequate ontmanteling,
voorzienings- en leveringszekerheid en duurzame bedrijfsprocessen.
Provincies en gemeenten kunnen na overleg of zo nodig op instructie
van de minister van Economische Zaken een bestuurder vervangen als die
besluiten neemt die in strijd zijn met dit publieke belang.
Ook zal minstens jaarlijks overleg plaatsvinden met de minister van
Economische Zaken. Daarbij komen in elk geval aan de orde de in het
afgelopen jaar door de exploitant van de kerncentrale uitgevoerde
activiteiten, het activiteitenplan voor het komende jaar, de recente
en toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot de kerncentrale en de
investerings- en financieringsplannen.
Daarnaast krijgt de minister van Economische Zaken het recht om zich
te verzetten tegen een eventuele nadere wijziging in de zeggenschap
over de kerncentrale. Alleen een potentiële koper komt in aanmerking
die beschikt over voldoende expertise en financiële middelen om de
kerncentrale op een verantwoorde wijze te exploiteren, gericht is op
een langdurige exploitatie van de kerncentrale en geen risico oplevert
voor de nationale veiligheid. De nakoming van dit verbod om over te
dragen kan in rechte worden afgedwongen.