Onderwijsondersteuners op de kaart
29/09/2009 13:46
Landelijk Platform Beroepen in het Onderwijs
Persbericht
Utrecht, 29 september 2009
Competentieprofielen en bekwaamheidseisen op twee niveaus
Onderwijsondersteuners op de kaart
Op verzoek van staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het LPBO competentieprofielen en daaraan gerelateerde bekwaamheidseisen voor onderwijsonder-steuners laten ontwikkelen. Er ligt nu een voorstel op tafel met een duidelijk onderscheid, tussen zowel onderwijsondersteuners op het eerste en het tweede niveau als tussen de onderwijsondersteuner op het tweede niveau en de leraar. Dat komt ten goede aan de volledigheid en de samenhang van de kwalificatiestructuur voor de onderwijs-beroepen. Het LPBO beveelt de staatssecretaris dan ook aan om de bekwaamheidseisen voor beide niveaus van onderwijsondersteuning vast te stellen.
Het Landelijk Platform Beroepen in het Onderwijs (LPBO) heeft de Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel (SBL) en Calibris gezamenlijk opdracht gegeven om competentieprofielen en bekwaamheidseisen voor onderwijsondersteuners te ontwikkelen. Het uiteindelijke voorstel van SBL en Calibris sluit in hoge mate aan bij de zeven competenties die als ordenings-kader zijn gebruikt voor het onderscheiden van bekwaamheidseisen voor leraren.
Behoorlijke variëteit
Het beroep van onderwijsondersteuner kent een grote variatie in functies en functiebenamingen, en in de praktijk van de verschillende onderwijssectoren
een grote diversiteit aan taken. Doorgaans assisteert de onderwijsondersteuner niveau 1 de leraar bij de concrete werkzaamheden in de klas. De onderwijs-ondersteuner niveau 2 neemt onderdelen van het werk van de leraar over en voert die zelfstandig uit.
Al met al vertonen de verschillende functie-inhouden een behoorlijke variëteit, afhankelijk van de verschillende typen werkzaamheden die op school afgespro-ken worden en het accent dat binnen die werkzaamheden gelegd wordt. En ook hier zitten tussen de onderwijsondersteuners grote verschillen als het gaat om de omvang en diepgang van de pedagogisch-didactische werkzaamheden en de daarmee samenhangende verantwoordelijkheid, complexiteit en zelfstandigheid.
Draagvlak
SBL en Calibris beschrijven en definiëren al deze niveauverschillen nauwkeurig in een toegankelijke publicatie . De voorstellen zijn in nauwe samenspraak met de beroepsgroep en andere relevante actoren tot stand gekomen. Daarbij is zorgvuldig omgegaan met de grote variëteit binnen de beroepsgroep van onderwijsondersteuners. Zo is bijvoorbeeld ook instemming verkregen met
het competentieprofiel en de bekwaamheidseisen van technisch onderwijs-assistenten en leraarondersteuners bewegingsonderwijs en sport.
Transparantie
De competentieprofielen en bekwaamheidseisen leiden tot meer transparantie van de kwalificatiestructuur onderwijsberoepen. Zij dragen bij aan borging van het kwalificatieniveau van onderwijsondersteuners, bieden mogelijkheden tot doorgaande competentieontwikkeling en scheppen voorwaarden voor door-stroming. Scholen kunnen nu ook kwaliteitseisen opstellen voor overige functionarissen met ondersteunende werkzaamheden die een relatie hebben
met het onderwijsleerproces.
Einde persbericht
Bronnen
Aan dit briefadvies ligt een verantwoordingsdocument ten grondslag: Projectrapport De onderwijsondersteuner. Kern van het beroep, competentieprofielen en bekwaamheidseisen niveau 1
en niveau 2. Dit rapport kunt u vinden op de website www.lpbo.nl
1)SBL/Calibris, De onderwijsondersteuner niveau 1 en 2: competentieprofielen & bekwaamheidseisen, Utrecht september 2009.
Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl
http://www.lpbo.nl/site.php?id=312
http://www.lpbo.nl