Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie


T.a.v. geadresseerde

onderwerp Vernieuwing van de eerstelijnszorg

Geachte heer, mevrouw,

De minister van VWS komt binnenkort tot samenspraak met de Tweede Kamer over vernieuwing van de eerstelijnszorg, waaronder de programmatische aanpak van chronische ziekten. Patiëntenorganisaties en de NPCF hebben de leden van de Vaste Kamercommissie in een gezamenlijke brief opgeroepen die aanpak te ondersteunen (zie bijlage). De reden is bekend.


1. Impuls tot integrale zorg
In de huidige opzet kenmerkt de zorg voor mensen met een chronische aandoening zich door fragmentatie en een gebrek aan regie door de patiënt. Chronische patiënten komen door de versnippering van het aanbod in de knel. Ze moeten meerdere keren hetzelfde verhaal vertellen, krijgen te maken met tegenstrijdige adviezen en overzien niet welke zorgverlener ze waar op kunnen aanspreken. Door deze onduidelijkheid en het onvoldoende benutten van hun ervaringsdeskundigheid verliezen mensen de grip op het leven met een chronische aandoening.

De voorgenomen omslag naar een programmatische aanpak chronische aandoeningen kan het tij keren. De patiëntenorganisaties zien voor individuele patiënten belangrijke voordelen van de nieuwe benadering, zoals:

· zorg volgt het ziekteverloop van de patiënt met alle pieken en dalen die een chronische ziekte kenmerken;

· zorg op maat op basis van een individueel zorgplan met persoonlijke streefdoelen;
· een vast aanspreekpunt voor de patiënt;
· meer aandacht voor zelfmanagement en eigen regie.


2. Meewerkende verzekeraars
Met dit beeld voor ogen doet de NPCF een beroep op zorgverzekeraars om de vermelde uitdaging aan te gaan en samen met ons stappen te zetten naar meer integrale zorg voor mensen met een chronische aandoening. Bij integrale zorg hoort onvermijdelijk ook vernieuwing in de bekostiging. Natuurlijk gaat die gepaard met invoeringsproblemen en ongewisheden. Dat is echter geen reden om te aarzelen met de geplande vernieuwingen rond aandoeningen als diabetes, COPD en hartfalen.




kenmerk: 2009-689/DSB/01.01.01/mdb/tk datum: 23 09 09 blad: 2 van 2

Een doortastende invoering is ook een leerproces. We zullen in de komende jaren achterhalen wat het best werkt; ook welke bekostigingsvormen het meest geëigend zijn en welke meerwaarde ze brengen.
Tegelijk willen we hierbij de samenhang van eerste- en tweede lijn betrekken. Het is noodzakelijk de medisch-specialistische zorg bij de nieuwe aanpak te betrekken, mede gelet op kwaliteit en doelmatigheid van de gehele zorg voor patiënten met een bepaalde aandoening. Denk ook aan de mogelijkheid om ­ waar dat verantwoord is ­ de relatief dure specialistische zorg bij chronische ziekte om te buigen naar meer generalistische zorg dicht bij huis. Ervaringen in diverse landen laten zien dat de programmatische aanpak van chronische ziekten leidt tot minder complicaties en tot een afname van de ziekenhuisopnamen. Er is zowel een kwaliteits- als een doelmatigheidsvoordeel.


3. Noodzaak van monitoring
De NPCF beschouwt de plannen van de minister als een stap naar integrale zorg. De programmatische aanpak op basis van zorgstandaarden zien we in samenhang met de generalistische basiszorg die voldoende beschikbaar moet zijn (huisarts, POH; ook wijkverpleging).
Een mens is meer dan zijn ziekte. Om die reden pleit de NPCF voor een goede inbedding van de chronische zorg in de eerste lijn; samen met aandacht van die eerste lijn voor verbindingen met andere zaken die mensen belangrijk vinden, bijvoorbeeld werk, sociale participatie. Mensen hebben behoefte aan zorg en ondersteuning die zijn toegespitst op hun persoonlijke situatie en niet alleen op hun aandoening.

Het invoeren van de nieuwe aanpak zal gepaard gaan met invoeringsproblemen. Daarom is het uiteraard van belang dat er landelijk een degelijke monitoring komt; zowel de afspraken die de zorgverzekeraars en zorgverleners gaan maken met elkaar, de feitelijke veranderingen (zorg die verleend wordt, kosten die gemaakt worden) en natuurlijk ook de bereikte meerwaarde voor de patiënten.
Het is nu niet voorspelbaar wat de precieze veranderingen in kosten en opbrengsten zullen zijn. Daarom moet monitoring een onderdeel zijn van een robuuste invoering van de nieuwe aanpak.

Tot slot
De NPCF onderkent dat bij zorgverleners en zorgverzekeraars vragen en onzekerheden bestaan. Die zijn onderdeel van het veranderingsproces. Niettemin bepleiten we nadrukkelijk ruimte voor die verandering met inzet en betrokkenheid van alle partijen.

Met vriendelijke groet,
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie

mw. A. L. Schipaanboord
directeur Beleid & Innovatie

cc. Ministerie VWS, DG Curatieve zorg, drs. Ing. A.H. J. Moerkamp ZN, algemeen directeur, dr. P.F. Hasekamp